2-103

2-103

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 22 MARS 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Sabine de Bethune à la ministre de la Protection de la consommation, de la Santé publique et de l'Environnement sur «le respect de l'arrêté royal du 27 décembre 1993 concernant la publicité relative aux aliments pour nourrissons et la distribution d'échantillons gratuits» (n° 2-368)

Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Ik heb de minister in de loop van de voorbije twee jaar al verscheidene keren over deze materie ondervraagd.

Het koninklijk besluit van 27 december 1993 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding verbiedt "fabrikanten en handelaren van volledige zuigelingenvoeding gratis of afgeprijsde producten, monsters of andere reclamegeschenken aan te bieden aan het publiek of aan zwangere vrouwen, moeders of hun gezinsleden, rechtstreeks of onrechtstreeks met inschakeling van het stelsel van de gezondheidszorg of van daarin werkzame personen". Dergelijke stalen worden in de praktijk nog altijd uitgedeeld in de kraamafdelingen van de ziekenhuizen. De Eetwareninspectie is bevoegd voor de controle op de naleving van dit koninklijk besluit, dat het uitdelen van stalen verbiedt.

In mijn vraag om uitleg van oktober 2000 betreffende de oprichting van het Federaal Borstvoedingscomité haalde ik deze problematiek reeds aan. De minister antwoordde toen dat er onderhandelingen aan de gang waren tussen haar kabinet, de ziekenhuizen en de betrokken firma's om tot een strengere naleving van het koninklijk besluit te komen. Ik juich het initiatief van de "babyvriendelijke ziekenhuizen", dat dergelijke publiciteit verbiedt en dat het bevorderen van borstvoeding nastreeft, uiteraard toe.

Tijdens de krokusvakantie was ik met een korte opdracht in Congo-Brazzaville, waar ik de verantwoordelijke van Unicef, een Belg, ontmoette. Mede dankzij hem werd er in dit land, een ontwikkelingsland dat pas een burgeroorlog heeft doorgemaakt, een wet goedgekeurd die het uitdelen van stalen van zuigelingenvoeding in ziekenhuizen verbiedt. De Belgische minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu tracht het beoogde resultaat via onderhandelingen te bereiken in plaats van regelgevend op te treden. Ik kan haar daarin wel volgen, maar er moeten dan toch resultaten zijn.

In een ontwikkelingsland zoals Congo-Brazzaville is het wellicht nog van veel groter belang dat vrouwen borstvoeding geven, omdat de kinderen op die manier antistoffen krijgen en het risico op het gebruik van besmet water uitgesloten is. Maar ook in ons land moet er een efficiënt beleid worden ontwikkeld op het vlak van de gezondheid van de baby's en het bevorderen van de moeder-kindverhouding.

Graag had ik van de minister vernomen of er reeds onderhandelingen hebben plaatsgevonden met de betrokken firma's. Welke afspraken zijn er gemaakt?

Zal het koninklijk besluit betreffende de reclame voor zuigelingenvoeding en het uitdelen van gratis stalen voortaan worden nageleefd? Zal de Eetwareninspectie haar verantwoordelijkheid nakomen inzake de controle op de naleving van het koninklijk besluit?

Is de Eetwareninspectie reeds belast met de controle op de naleving van het koninklijk besluit? Hoe vaak is de Eetwareninspectie al ingezet? Werd er geverbaliseerd? Is er voor de overtreding van het koninklijk besluit in een sanctie voorzien?

Welke middelen zijn er om de actie "babyvriendelijke ziekenhuizen" in 2001 te ondersteunen? In antwoord op mijn vorige vraag om uitleg over dit onderwerp verwees de minister naar de financiering van een interessant initiatief. Op welke manier worden de VZW's die deze problematiek ter harte nemen, aangemoedigd? Ik hoop dat de bestaande projecten worden verlengd en dat we op hun enthousiasme en inzet kunnen blijven rekenen?

Het vermelde koninklijk besluit is een vertaling van de Europese richtlijn 91/321/EEG van 14 mei 1991 betreffende de onderlinge aanpassingen van de wetgevingen van de lidstaten inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. Deze Europese richtlijn is op haar beurt een vertaling van een internationale gedragscode betreffende het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk, opgemaakt door de Wereldgezondheidsorganisatie en UNICEF en aangenomen door de Algemene Vergadering van de WGO in 1981. De Europese richtlijn was in feite al een verenging van de WGO-gedragscode. De Europese norm is dus beperkter dan de tekst die op wereldniveau werd aanvaard. Het Belgisch koninklijk besluit is op zijn beurt een verenging van de Europese Richtlijn. Bovendien heeft de minister enkele maanden geleden toegegeven dat het koninklijk besluit niet wordt nageleefd. De Eetwareninspectie zou te veel werk hebben om de naleving te controleren. Zes maanden geleden voldeed maar één ziekenhuis in het hele land aan de voorwaarden om als babyvriendelijk ziekenhuis te kunnen worden beschouwd.

Zal de minister stappen doen om het koninklijk besluit te verruimen? Acht ze het zinvol de normen voor flessen voor zuigelingenvoeding en spenen in het koninklijk besluit op te nemen? Is ze eventueel bereid om in het kader van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie een initiatief te nemen teneinde de Europese richtlijn opnieuw ter discussie te stellen en te trachten de eisen van de Wereldgezondheidsorganisatie erin op te nemen?

(M. Armand De Decker, président, prend place au fauteuil présidentiel.)

Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - Er vond inderdaad overleg plaats met de producenten van zuigelingenvoeding. Daarin werd gezegd dat ze duidelijke afspraken moesten maken met de ziekenhuizen om te komen tot een wettelijke en aanvaardbare praktijk.

De producenten beweren dat ze sinds de invoering van het koninklijk besluit van 1993 niet langer rechtstreeks stalen aan moeders te geven. Ze beweren de gedragscode te volgen die Kind en Gezin en ONE opstelden. Dat wil zeggen dat ze enkel aan artsen stalen ter beschikking mogen stellen. Het is dan de verantwoordelijkheid van de arts of de instelling om te beslissen of het noodzakelijk is om een staal te geven.

De grootste Belgische producenten zijn bereid een akkoord te sluiten over transparante interne richtlijnen of wettelijke aanpassingen. Ik denk bijvoorbeeld aan artikel 5.1.6.4 van het besluit, dat handelt over schenkingen en waarop sommige firma's zich menen te kunnen beroepen. Ze zijn het ermee eens dat borstvoeding de beste voeding is. Ze zijn bereid om vanuit hun bekommernis voor moeder en kind mee te werken aan adviezen die door het Federaal Borstvoedingscomité zullen worden uitgewerkt.

De Eetwareninspectie heeft in het najaar 2000 een nieuw onderzoek ingesteld in verschillende ziekenhuizen met grote kraamafdelingen. Er is gebleken dat de promotiecampagnes van de fabrikanten van zuigelingenvoeding strijdig zijn met onze wetgeving en dat deze wetgeving onvoldoende wordt nageleefd. De betrokken ziekenhuizen hebben een duidelijk waarschuwing gekregen en werden aangemaand die praktijken te beëindigen. Er werden evenwel geen processen-verbaal opgesteld. De wet van 1977 op de bescherming van de gezondheid inzake voedingsmiddelen voorziet wel in sancties, te weten gevangenisstraffen van één maand tot één jaar en geldboetes van 20.000 tot drie miljoen frank. Zonder proces-verbaal is echter geen sanctie mogelijk. We zullen dus geregeld moeten aankondigen dat die controles af en toe zullen gebeuren. We zullen de ziekenhuizen ook moeten erop wijzen dat ze verplicht zijn de wetgeving na te leven. Indien er geen vooruitgang is, dan moeten er processen-verbaal worden opgesteld. Het koninklijk besluit moet ernstig worden nageleefd, maar dat betekent niet dat we heksenjachten moeten organiseren. Soms zitten vrouwen in moeilijke situaties en stalen kunnen dan een kleine hulp betekenen.

Het departement Volksgezondheid heeft een overeenkomst gesloten met de Vereniging voor de Begeleiding en Bevordering van Borstvoeding over het certificaat "babyvriendelijk ziekenhuis". De VBBB heeft uit acht kandidaten één ziekenhuis geselecteerd, namelijk het AZ Sint-Jan te Brussel. Daar startte de VBBB in februari 2000 met een intensieve assistentie tot het verwerven van het certificaat "babyvriendelijk ziekenhuis". Zowel het borstvoedingsbeleid als de praktijken bij het begeleiden van borstvoeding moeten beantwoorden aan de internationale criteria van de Wereldgezondheidsorganisatie. De Eetwareninspectie heeft dit initiatief gesteund. Tot op heden is het certificaat nog niet toegekend aan het Sint-Jan-Ziekenhuis wegens het niet naleven van de richtlijnen in verband met het gratis verdelen van stalen.

Ik verwacht van het Federaal Borstvoedingscomité dat het in het kader van het project "babyvriendelijke ziekenhuizen" nieuwe initiatieven formuleert. Ik wil het de kans geven een coherent beleid uit te stippelen. De kandidaturen voor het comité moesten ten laatste op 31 januari 2001 binnen zijn. De administratie legt nu de laatste hand aan de samenstelling. Binnenkort zal het comité dus van start kunnen gaan.

Ik betreur dat ik de gevraagde fondsen voor 2001 niet heb gekregen. Ik had gehoopt dit te kunnen bereiken na een herschikking van de budgettaire middelen. Dat is niet gelukt, maar ik geef niet op. Volgend jaar zal ik daar een prioriteit van maken.

De vraag of en in welke mate de NGO's, die borstvoeding promoten, financiële steun zullen krijgen en onder welke voorwaarden, zal ik voorleggen aan het comité.

De Europese Raad Volksgezondheid heeft beperkte bevoegdheden en komt ook niet zo vaak bijeen. De agenda ligt al zeer lang vast. Er zal veel aandacht gaan naar de kwaliteit van het bloed en de kwaliteit van de samenstellende producten van tabak. Het is niet meer mogelijk de Europese richtlijn op de agenda te plaatsen.

Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Ik dank de minister voor haar gedetailleerd antwoord.

Het verheugt me dat het Borstvoedingscomité binnenkort wordt opgericht. Het is alleszins een lastige bevalling geweest, omdat er geen fondsen waren. Dat het comité zelf zal beslissen over de subsidiëring van de VZW's, vind ik een redelijke beslissing. Alleen betekent dit dat de VZW's tot volgend jaar zullen moeten wachten om te kunnen functioneren. Diegenen die actief zijn in het middenveld, weten dat dit niet kan. Als organisaties een jaar lang niet kunnen functioneren, overleven ze niet. Ik dring erop aan dat de minister, in afwachting dat het Borstvoedingscomité functioneert, voor een tussenoplossing zorgt.

Ik ben tevreden dat in het najaar gestart werd met een controle in de ziekenhuizen. Het volstaat niet dat bedrijven verbintenissen aangaan. Controle is noodzakelijk. De minister zegt dat iedereen bereid is het akkoord na te leven, maar uit controles blijkt dat de wet wordt overtreden. Onderhandelen volstaat dus niet, er moet ook streng worden opgetreden.

-L'incident est clos.