2-100

2-100

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 8 MARS 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Frans Lozie au ministre de la Justice sur «les conséquences du comportement d'un détenu de la prison d'Arlon pour le personnel concerné» (n°2-386)

De heer Frans Lozie (AGALEV). - Ik zou er de voorkeur aan geven deze vraag niet te stellen, aangezien de betrokken gedetineerde al zo vaak in de actualiteit komt, maar wat ik las, vond ik zo gortig dat hieraan toch enige aandacht moet worden besteed.

In De Morgen van 26 februari 2001 verscheen een uitvoerige beschrijving van de tergende wijze waarop Dutroux het personeel in de gevangenis van Aarlen terroriseert. Hun wordt het bloed onder de nagels vandaan gehaald. De gevangenisdirecteur zou begrip opbrengen voor de klachten van het personeel, maar zou hebben verklaard dat het bestuur der strafinrichtingen te mild is. Bij elke crisis zou de minister van Justitie om toelating moeten worden gevraagd vooraleer de betrokkene in een isoleercel kan worden gestopt, wat Dutroux in staat stelt een echte zenuwoorlog te ontketenen.

Is de minister op de hoogte van de veelvuldige klachten en problemen bij het gevangenispersoneel van Aarlen wegens de manier waarop ze door de betrokkene worden geterroriseerd? Is het juist dat voor maatregelen ten opzichte van Dutroux vooraf toestemming dient te worden gevraagd aan de minister en/of aan het bestuur der strafinrichtingen? Ik veronderstel dat aan deze laatste toelating moeten worden gevraagd want ik kan moeilijk aannemen dat de minister telkens persoonlijk een beslissing moet nemen.

Is het exact dat zowel een kapster als een cipier naar aanleiding van deze feiten werden ontslagen? Op welke wijze worden deze ontslagen verantwoord door de verantwoordelijke overheden?

Onlangs werd de betrokkene voor medisch onderzoek overgebracht naar het penitentiair centrum van Brugge. Naar verluidt zou het onderzoek hebben uitgewezen dat zijn klachten onterecht zijn en wellicht kaderen in zijn manipulerend gedrag.

Wat heeft deze operatie voor bijzonder medisch onderzoek de gemeenschap gekost? Is het mogelijk om deze kosten op de betrokkene te verhalen als blijkt dat zijn klachten onterecht en opzettelijk geveinsd zijn?

Gedetineerden die met gezondheidsproblemen kampen, hebben recht op een degelijke medische behandeling en ondersteuning. De voorzieningen daartoe zijn voorhanden. Hier is er evenwel een vermoeden dat ziekte wordt geveinsd, wat zou kaderen in een gedrag van manipulatie en intimidatie.

Heeft de minister de intentie maatregelen te nemen om de werkomstandigheden van de betrokken personeelsleden te optimaliseren en ervoor te zorgen dat zij beschermd worden tegen fysiek of psychisch terrorisme door een gedetineerde? Er moeten terzake algemene maatregelen worden genomen, want het personeel verdient verdedigd te worden tegenover zulke praktijken.

De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie. - Het is juist dat het gedrag van Dutroux problemen oplevert voor de penitentiaire beambten van de gevangenis te Aarlen. Naar aanleiding van het debat in de Kamer had ik de gelegenheid mijn waardering uit te spreken voor de professionele wijze waarop deze beambten hun taak tot op heden hebben volbracht.

Op een recente vergadering met de regionale directie, de lokale directie en het personeel van Aarlen, is gebleken dat de aanwezigheid van de betrokkene een specifiek ongemak met zich mee brengt. Dit is vooral te wijten aan de publieke aandacht enerzijds en aan het moeilijk gedrag van de betrokkene anderzijds.

Het is echter onjuist te beweren dat mij telkens toestemming wordt gevraagd met betrekking tot de houding die de beambten in Aarlen ten overstaan van Dutroux moeten aannemen. Het regime dat van toepassing is op Dutroux, wordt bepaald in overleg tussen de directie van Aarlen en de centrale administratie van de strafinrichtingen. De toestand wordt permanent geëvalueerd.

Het is juist dat een kapster uit Aarlen de toegang tot de inrichting werd ontzegd door de lokale directie, die hiertoe trouwens bevoegd is, en dit omwille van de verklaringen die deze dame heeft afgelegd betreffende de detentie van Dutroux en de gevangenis te Aarlen, waardoor zij de elementaire plicht van discretie heeft geschonden.

Op vraag van de arts van de gevangenis van Aarlen werd Dutroux voor diagnostische onderzoeken verwezen naar een gespecialiseerde gevangenis. Om redenen van orde en veiligheid werd de voorkeur gegeven aan het medisch centrum van het penitentiair complex van Brugge. De overbrenging gebeurde op 18 februari 2001.

Meerdere specialistische onderzoeken werden uitgevoerd in het medisch centrum. Enkele hadden plaats in het A.Z. Sint-Jan, waarmee een samenwerkingsakkoord bestaat.

De resultaten van de onderzoeken waren bevredigend en werden afgerond op 22 februari 2001. De patiënt werd geïnformeerd over zijn gezondheidstoestand en werd op 23 februari 2001 terug overgebracht naar de gevangenis van Aarlen.

De penitentiaire gezondheidsdienst deelt geen bijkomende medische inlichtingen mee, aangezien deze vallen onder het medisch geheim.

Algemeen kan worden gesteld dat op een gedetineerde geen kosten worden verhaald als blijkt dat zijn klachten onterecht en opzettelijk geveinsd zijn. Deze algemene regel moet hier misschien niet worden gehandhaafd.

Over de werkomstandigheden vindt een overleg plaats tussen de regionale directie, de lokale directie en de personeelsleden. Alles wijst erop dat men op dit vlak tot een vergelijk zal komen.

De heer Frans Lozie (AGALEV). - Ik dank de minister voor zijn duidelijk antwoord op mijn vrij precieze vragen.

Ik meen dat de directie inderdaad haar verantwoordelijkheid heeft opgenomen door het personeelslid de toegang tot de instelling te ontzeggen wegens schending van de discretieplicht. Blijft natuurlijk de vraag waarom iemand de stap doet om de discretieplicht te schenden. Ook dat kan het resultaat zijn van langdurige pesterijen en moeilijke werkomstandigheden.

Ik neem er akte van dat de kosten veroorzaakt door gedetineerden die ziekte veinzen of ten onrechte medische zorgen vragen normaal niet worden verhaald op de gedetineerde, maar dat in dit concrete geval nog niet is beslist wat er zal gebeuren. Er moet prioriteit worden geven aan het verstrekken van een goede medische behandeling aan elke gedetineerde. Wanneer echter blijkt dat de betrokkene een medisch probleem veinst en dit gepaard gaat met een constant moeilijk gedrag en systematische pesterijen, mag er wel eens over maatregelen worden nagedacht.

Het doet me ook genoegen te vernemen dat wordt onderzocht hoe de situatie van de penitentiaire beambten leefbaarder kan worden gemaakt.