2-96 | 2-96 |
De voorzitter. - De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie, antwoordt namens de heer Guy Verhofstadt, eerste minister.
Mevrouw Erika Thijs (CVP). - De subcommissie Mensenhandel heeft in haar verslag van juli 2000 gesteld dat de opvang van de slachtoffers van mensenhandel een van de cruciale punten van het beleid inzake mensenhandel moet zijn. De drie onthaalcentra voor de opvang en begeleiding van de slachtoffers van mensenhandel, die we overigens vorige week in de commissie ontvangen hebben, zijnde de vzw Pag-Asa in Brussel, de vzw Payoke in Antwerpen en de vzw Sürya in Luik, kampen echter constant met het probleem van de financiering van hun werking.
Op federaal niveau werd voor een periode van vijf jaar, namelijk van 1995 tot 1999, via het Impulsfonds voor het migrantenbeleid per centrum voorzien in een subsidie van 4,5 miljoen ten laste van de Nationale Loterij. Nu moet deze beslissing elk jaar opnieuw worden verlengd. Elk jaar opnieuw moet de Ministerraad dus beslissen dat aan die centra 4,5 miljoen wordt gegeven.
Momenteel wordt de situatie voor deze drie centra weer penibel. Wanneer het Parlement die maatregel in 1995 in een wet heeft ingeschreven, moet er toch voor worden gezorgd dat hij wordt uitgevoerd.. Weet de minister bijvoorbeeld dat het opvangcentrum Sürya het contract van zijn personeelsleden vandaag weer heeft opgezegd, omdat het geen middelen heeft om ze te betalen?
Door de verhoogde aandacht voor de mensenhandel verhoogt ook het aantal slachtoffers die in die centra moeten worden opgevangen. Hierover hebben we al vaak vragen gesteld aan de minister van Justitie zelf, aan minister Daems, die verantwoordelijk is voor de Nationale Loterij, aan de eerste minister en aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Mijnheer de minister, kunt u als lid van de Ministerraad geen voortrekkersrol spelen om die 4,5 miljoen te verhogen tot de noodzakelijk 9 à 10 miljoen, zodat die centra niet telkens opnieuw aan de deur van de Rotary Club, de Lions Club en andere clubs moeten gaan bedelen om werkingsmiddelen te vinden? Kan de Ministerraad niet beslissen voor periodes van vijf jaar, zodat de beslissing niet elk jaar opnieuw moet worden genomen, waarna minister Daems vervolgens de Nationale Loterij de opdracht moet geven 13,5 miljoen vrij te maken.
De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie. - Mevrouw Thijs zoekt een voortrekker in de Ministerraad. Als lid van de parlementaire onderzoekscommissie Mensenhandel in 1993 en 1994, ben ik natuurlijk uiterst gevoelig voor dit probleem.
Ik vraag me trouwens af hoe het mogelijk is dat een wet die sinds 1995 van toepassing is, nog steeds worstelt met hetzelfde probleem. Enkele weken geleden heeft de opvolgingscommissie van de Senaat ten overstaan van de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie trouwens nogmaals de vinger op de wonde gelegd.
In het voorlopig winstverdelingsplan 2001 van de Nationale Loterij werd alleszins opnieuw een subsidie opgenomen voor de drie centra die u hebt opgesomd.
Net zoals in 2000 werd het bedrag gehaald uit de enveloppe van de impulscentra en worden de drie centra apart vermeld om de subsidiëring een meer structureel karakter te geven.
In 2000 heeft de Nationale Loterij elk van deze centra 4,5 miljoen toegekend. Collega Daems heeft voorgesteld in 2001 het bedrag op te trekken naar 5 miljoen per centrum. Het voorlopig winstverdelingsplan 2001 staat op de agenda van de Ministerraad van morgen, 16 februari 2001. Dit is al een aanzienlijke verbetering tegenover vroeger. We bespreken dit nu tenminste in het begin van het jaar, al moet het volgens mij in januari en niet in februari gebeuren.
De erkenning van de centra door alle gewesten zal allereerst worden voorgelegd aan de werkgroep Impulsfonds, waarin ook vertegenwoordigers van de gemeenschappen en gewesten zitten.
De suggestie om een belangrijker bedrag voor een langere periode uit te trekken, moet zeker in overweging worden genomen. Het lijkt me immers de enige structurele oplossing voor dit steeds terugkerend probleem.
Mevrouw Erika Thijs (CVP). - Ik denk dat dit voor de centra goed nieuws is en dat ze hun mensen in dit geval misschien niet moeten ontslaan.
Ik wil er bij de minister toch nog even op aandringen ervoor te zorgen dat het na de beslissing van de Ministerraad niet nog eens drie of vier maanden duurt vóór er wordt uitbetaald. Het probleem is immers vaak dat de beslissing wel wordt genomen, maar dat de effectieve uitbetaling nog een paar maanden op zich laat wachten.
Het is positief dat de subsidiëring van 4,5 naar 5 miljoen is opgetrokken, maar ik wil de minister toch nog eens vragen dit bedrag te verhogen. Ik heb de centra bezocht, ik heb gezien waar ze mee bezig zijn en welke kosten dat meebrengt. Ze kunnen gewoon niet overleven. We moeten dit structureel oplossen. Als de beslissing elk jaar in januari wordt genomen, heb ik geen enkel probleem, maar de subsidie, die in de wet is ingeschreven, moet echt omhoog. Een van de ministers - ik weet echt niet meer wie precies - heeft vorig jaar gezegd dat hij naar 9 à 10 miljoen wilde gaan. Doe dit dan ook.