2-90

2-90

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 25 JANVIER 2001 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Vincent Van Quickenborne au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques sur «les tarifs trop élevés en matière d'internet et d'interconnexions» (n° 2-467)

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - De minister werd reeds meermaals door collega's en mezelf ondervraagd over zijn beleid met betrekking tot de telecommunicatietarieven. Telkens werd de datum van 1 januari 2001 als magische grens naar voren geschoven. Maar intussen blijft alles aanslepen.

De internettarieven, voorgesteld door Skynet, werden reeds tweemaal door de rechtbank geschorst. De minister had beterschap beloofd voor 1 januari 2001, maar de surfer blijft op zijn honger. Door de sterke concurrentie tussen gsm-operatoren zijn de tarieven sterk verlaagd. Een verlaging van de tarieven voor gesprekken van een vast toestel naar een gsm is echter uitgebleven. Op 5 december 2000 bestempelde het BIPT Proximus als dominante operator. Het gevolg was dat men prijzen op kosten moet baseren. Een nieuw Proximus interconnectietarief moest evenwel reeds lang door de minister zijn goedgekeurd. Bovendien zou er slechts een verlaging van 15% voor interconnectie tijdens de piekperiode inzitten. Intussen is ons land het derde duurste voor dergelijke gesprekken.

Waarom blijven de internet tarieven tot op vandaag torenhoog in weerwil met eerdere beloftes van de minister om tegen 1 januari 2001 de situatie te verbeteren? Wat zijn de plannen en wat is de termijn? Hoeveel zal een uurtje surfen in piek- en daluren dan kosten?

Waarom ligt het dossier van de verlaging van de interconnectietarieven van een vast toestel naar een mobiele telefoon meer dan een maand op het bureau van de minister, met als gevolg blijvend dure gesprekken?

Klopt het dat voor de piekuren het interconnectietarief slechts met 15 procent zal dalen? Elders in Europa liggen die tarieven veel lager. Is de minister bereid de tariefverlaging vanaf 5 december 2000 ingang te doen vinden?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - Inzake de internettarieven ben ik het met de heer Van Quickenborne volledig eens dat ze veel te hoog zijn. Ik heb al verschillende acties op het getouw gezet om ze te doen dalen. Vorig jaar waren we er bijvoorbeeld in geslaagd om het tarief voor de speciale nummers voor internetconnecties met zestig procent te laten dalen. Op een tariefvoorstel van dertig frank per uur in daluren had zelfs een privé-firma zich ingeschreven en hadden verschillende operatoren nummers gereserveerd. Dit heeft uiteindelijk jammer genoeg geen doorgang gevonden omdat onder meer een van dezelfde operatoren naar de rechtbank is gestapt om die tarieven weer te laten veroordelen. Waarmee weer maar eens is aangetoond dat niet iedereen die in woorden, voor het grote publiek, opkomt voor lagere tarieven, ook diegenen zijn die ze willen gerealiseerd zien.

De weg die wij gekozen hebben is die van het collecting model waarvoor het BIPT me beloofd had een algemeen kader uit te tekenen voor begin januari 2001. Dat is inderdaad in de eerste week van januari gebeurd, waarna ik onmiddellijk aan het BIPT opdracht heb gegeven dat samen met Belgacom te bespreken. Ik wacht op dit ogenblik af wat de resultaten van de gesprekken tussen Belgacom en het BIPT opleveren.

Een nieuw gegeven vormt ondertussen de open brief van ISPA, waarin voor een echt collecting model wordt gepleit, waarbij de content provider echt degene is die de facturatie doet. Persoonlijk sta ik volkomen achter deze volgens mij bijna evidente oplossing.

Inzake de interconnectietarieven vast/mobiel is mijn regel gekend: inzake tarieven ga ik volledig voort op de adviezen van het BIPT, die ik steevast zonder enige wijziging onderteken. De beslissing over de verlaging van de interconnectietarieven heb ik reeds op 18 januari genomen. Het advies hierover kan hoogstens een paar dagen bij mij hebben gelegen, aangezien alles wat in de loop van een week binnenkomt ten laatste op de zaterdag daaropvolgend wordt ondertekend.

Het BIPT heeft inzake de verlaging van de interconnectierarieven een bench marking gemaakt en mij voorgesteld om de daling op 15 procent te behouden. In een tweede fase is het BIPT echter ook bezig met een kostenstudie bij Proximus, waarvan de resultaten verwacht worden tegen april 2001. Derhalve is het niet uitgesloten dat er nog wijzigingen komen in het voorstel dat het BIPT mij heeft bezorgd.

Het voorstel van het BIPT is niet retroactief, omdat het vreest voor zowel operationele als juridische problemen. Toch heb ik erop aangedrongen om dat nogmaals te onderzoeken.

Uit dit alles mag blijken dat ik mij houdt aan wat ik hier een tijd geleden heb verdedigd: beleidsvorming is een zaak van mijn kabinet en van de regering, toezicht uitoefenen op het functioneren van de markt en het uitwerken van interconnectietarieven, voorstellen hieromtrent voor de minister, zijn een exclusieve verantwoordelijkheid van het BIPT.

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Ik heb begrepen dat de minister bereid is om het BIPT te vragen de mogelijkheid van retroactiviteit van zijn voorstel te laten onderzoeken. Juridische argumenten kunnen enkel worden gebruikt indien de consument schade zou ondervinden. Dat is hier niet het geval.

De minister sprak over het collecting model dat gesteund wordt door ISPA, de organisatie die 92% van de internetproviders vertegenwoordigt. Kan de minister preciseren wanneer de consument effectief het verschil zal voelen in de kost die hij betaalt voor het Internet? Binnen een maand zal immers de marktprijs zijn gezakt.

Is de beslissing van de minister van 18 januari reeds officieel aan de markt bekend gemaakt? Mensen uit de sector blijken nog niet officieel op de hoogte te zijn gesteld.

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - De moeilijkheid bij het voorstel van het BIPT is dat een algemeen kader geen voldoende vereiste is om over te kunnen gaan naar bijvoorbeeld een flatrate. Het is mijn bedoeling om dat te laten vormen door de markt. De open brief van ISPA is een bijkomend gegeven dat ervoor zorgt dat er in de plaats van een hybride vorm van collecting model een zuivere vorm hiervan zou komen. Daarom kan ik vandaag geen timing geven. Ik kan er enkel bij het BIPT op aandringen dat het mij zo snel mogelijk voorstellen terzake doet. Ik hoop dat dit over hoogstens enkele maanden gebeurt maar ik kan op dat vlak niets beloven. Het gaat om een tarificatieprobleem. Ik heb gezegd dat ik de tarificatie op de markt niet wens te beïnvloeden. Daarom wil ik het BIPT op dat vlak zijn volle verantwoordelijkheid laten dragen.

Mijn beslissing van 18 januari wordt op de klassieke wijze meegedeeld aan het BIPT dat verder instaat voor de bekendmaking. Waarschijnlijk gebeurt dit binnen enkele dagen of vandaag misschien.