2-83

2-83

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 7 DÉCEMBRE 2000 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Didier Ramoudt au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques sur «la Régie des bâtiments» (n° 2-281)

De heer Didier Ramoudt (VLD). - De voorzitter van de commissie voor de Justitie heeft van de stafhouder van de Franstalige balie van Brussel een uitnodiging ontvangen waarin de commissie wordt uitgenodigd om zich ter plaatse te vergewissen van de blijkbaar belabberde toestand van het Brusselse Justitiepaleis en de werkomstandigheden waarin de magistraten moeten werken. Deze uitnodiging vormt de aanleiding voor deze vraag om uitleg.

Heel wat gebouwen van de federale overheid bevinden zich in een belabberde staat. Dit is niet alleen demotiverend voor het personeel dat in die gebouwen moet werken: aangezien vele van deze gebouwen een historische waarde hebben, is een dergelijke afbrokkeling van ons cultuurhistorisch patrimonium ook nefast voor het imago van onze instellingen en ons land.

De kranten De Morgen en Financieel Economische Tijd van respectievelijk 19 en 20 oktober 2000 maken gewag van het feit dat de minister van plan zou zijn om de federale gebouwen over te hevelen naar een op de beurs genoteerde bevak. Een deel van de opbrengst hiervan zou worden aangewend voor de dringende renovatie van de kantoorgebouwen van de federale overheid en het cultuurhistorisch patrimonium, dat zou worden omgedoopt tot nationaal erfgoed.

De commissie is niet op de uitnodiging van de stafhouder ingegaan. Ze kan niet alle gebouwen in België die zich in een belabberde toestand bevinden, bezoeken. Om die reden had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen. Ten eerste, klopt deze informatie en, zo ja, wat is de reden van de vooropgestelde operatie? Ten tweede, wat is desgevallend de stand van zaken in dit dossier en in welke mate heeft de regering hierover reeds een beslissing genomen? Ten derde, wat is de omvang van het bedoelde patrimonium? Ten vierde, op welke manier wordt dat patrimonium momenteel beheerd en op welke manier zal dat desgevallend in de toekomst gebeuren, zowel op financieel als organisatorisch vlak?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - Dankzij de vraag van de heer Ramoudt kan ik de Senaat inzicht geven in de wijze waarop het vastgoed dat voor de ambtenaren is bestemd, wordt beheerd.

De Regie der gebouwen beheert een portefeuille van 1.875 gebouwen, goed voor 6,2 miljoen m². De boekwaarde van dit patrimonium, gebaseerd op de vervangingswaarde min een residuwaarde, bedraagt 164 miljard. Dit is natuurlijk niet de marktwaarde. In sommige gevallen zal de boekwaarde hoger zijn dan de marktwaarde, in andere lager.

Het grote probleem bij het beheer van het vastgoedpatrimonium ten behoeve van de ambtenaren is dat er onvoldoende financiële middelen voorhanden zijn om dat patrimonium fatsoenlijk te onderhouden. De waarde van een gebouw dat niet wordt onderhouden, daalt zeer snel. Voor een goed onderhoud hebben we 400 frank per jaar per m² nodig, maar we beschikken maar over 100 frank.

Dat heeft geleid tot een aanzienlijke waardevermindering van het patrimonium. Daarom hebben we gezocht naar een manier om de waardevermindering tegen te gaan en tegelijkertijd de kwaliteit van de huisvesting van de ambtenaren te verhogen.

De regering heeft daarop het principe aanvaard om gebouwen die gewoon als kantoor worden gebruikt, niet langer door de overheid te laten bouwen en onderhouden, maar over te dragen aan de NV Sopima. Doordat wij de gebouwen aan Sopima verkopen en ze weer op lange termijn huren, verwerft de NV vaststaande inkomsten op lange termijn en kan ze bovendien vastgoedcertificaten uitgeven. De winst die wordt gerealiseerd, zal Sopima in staat stellen de gebouwen fatsoenlijk te onderhouden. Er is dus een dubbel effect: de waarde blijft behouden en de ambtenaar is goed gehuisvest.

Dit principe geldt voor eenvoudige kantoorgebouwen waarover geen discussie bestaat. Maar daarnaast zijn er gebouwen die geen eenvoudige kantoorgebouwen zijn, zoals een gevangenis of zoals een justitiepaleis, dat een zeker prestige heeft. Dergelijke gebouwen blijven beheerd door de Regie der gebouwen. De derde categorie van gebouwen bestaat uit monumenten, zoals de Congreskolom, die ook niet worden overgedragen en vallen onder het nationaal erfgoed.

In die hele operatie kadert het overdragen van kantoorgebouwen ten belope van ongeveer 60 miljard aan de NV Sopima. In een eerste fase, die in de begroting van 2001 is ingeschreven, gaat het om gebouwen ten belope van 12 miljard.

Momenteel heeft Sopima, naargelang van de waardering die wordt toegepast, tussen 14 en 16 miljard in portefeuille. Concreet betekent dit dat Sopima in een eerste fase over bijna 30 miljard actief beschikt. Dat is de massa die nodig is om een bevak te kunnen oprichten. Het is eerder aan de lage kant, maar daaraan kunnen bijna 50 miljard worden toegevoegd, waardoor op termijn een bevak van 75 tot 80 miljard zou ontstaan, of ongeveer het gemiddelde van Europa.

Als die gebouwen in een bevak ter waarde van 60 miljard terechtkomen en we ons daarmee niet moeten bezighouden, zullen de middelen, zowel voor personeel als inzake werking, kunnen worden besteed aan de overige gebouwen, zoals gerechtshoven, justitiepaleizen, gevangenissen, enerzijds, en monumenten of nationaal erfgoed, anderzijds, die op die manier behoorlijk kunnen worden beheerd.

De heer Didier Ramoudt (VLD). - Ik dank de minister voor zijn antwoord, maar graag kreeg ik een iets concreter beeld van de timing. De minister zegt dat ongeveer een vierde van de financiële middelen die nodig zijn om de gebouwen deftig te onderhouden, vandaag beschikbaar zijn. Heeft de minister een idee wanneer het volledige bedrag bereikt zal zijn? Ik denk trouwens dat er inzake onderhoud ook prioriteiten zullen moeten worden vastgelegd.

Wanneer het patrimonium enigszins wordt onttrokken aan de Regie der gebouwen, ontstaat er waarschijnlijk ook een personeelsoverschot. Zijn daar al oplossingen voor gevonden of is dat niet in de bespreking opgenomen?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - Er zijn eigenlijk drie categorieën van gebouwen. Voor de monumenten moeten we geen budget meer uittrekken, omdat de Nationale Loterij daarvoor een jaarbudget van 400 miljoen opzij zet. De kosten voor monumenten komen dus niet meer voor op de begroting van de Regie. Het budget van 60 miljard gaat naar Sopima. Dat is een besparing. Voor de rest, gerechtshoven, gevangenissen en dergelijke, komen we, zeer ruim geschat, op een kost van 400 frank per m². Dat lost het probleem globaal meteen op.

We kunnen hieruit niet zomaar meteen besluiten dat we minder personeel nodig zullen hebben. Er blijven mensen nodig om de contracten te beheren. In de Regie der gebouwen zal er dus een omschakeling in de specialisatie nodig zijn. Er komt een afdeling die gespecialiseerd is in het onderhouden van monumenten, een afdeling die het werk van vandaag blijft doen en een afdeling die gespecialiseerd is in contractbeheer voor het huisvesten van overheidsfunctionarissen. In het totaal zullen we inderdaad minder personeelsleden nodig hebben, maar het lijkt me logisch de natuurlijke afvloeiing haar werk te laten doen. Jobs die overbodig zijn geworden, moeten we inderdaad niet in stand houden.

De heer Didier Ramoudt (VLD). - Ik hoop dat de minister de prioriteiten zal leggen waar ze moeten worden gelegd. Ik denk hier meer bepaald aan alle gebouwen die met justitie te maken hebben.

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - Ik kan hiermee alleen maar akkoord gaan. In Luik, Antwerpen en Gent worden er op het ogenblik nieuwe gerechtshoven opgetrokken. Zonder de prioriteiten van de heer Ramoudt te kennen, ben ik er dus al op ingegaan. Als dat geen anticipatief overheidsmanagement is...

-L'incident est clos.