(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De hierboven vermelde raad valt onder de algemene directie van de Civiele Bescherming, directie Studies en Documentatie. Deze raad onderzoekt planologische afwijkingen aangevraagd op de stedenbouwkundige voorschriften en op de voorschriften van de brandweer.
Het schijnt geregeld voor te komen dat de vergadering van de raad niet kan doorgaan omdat de leden niet in aantal zijn. Volgens de mij verstrekte gegevens geldt onder andere hierdoor een gemiddelde wachttijd per dossier van drie tot vier maanden.
Op Vlaams niveau werden daarentegen initiatieven genomen om bouwvergunningen versneld af te leveren en aldus de wachttijd in te korten.
Graag vernam ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen:
1. Hoeveel maal per jaar komt de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing bijeen ? Hoeveel maal kon in 1999 de vergadering niet doorgaan omwille van het niet in aantal zijn van de leden ?
2. Hoeveel dossiers worden er per jaar afgehandeld ?
3. Hoeveel tijd verloopt er gemiddeld tussen het indienen van een dossier en de uiteindelijke beslissing van de hoge raad ?
4. Hoe groot was de opgelopen achterstand op 1 augustus 2000 ?
5. Bestaan er plannen om de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing te hervormen of de werking ervan de verbeteren ?
Antwoord : Ik vestig de aandacht van het geachte lid op het feit dat het niet de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing, maar wel de Commissie voor gelijkwaardigheid en afwijking is die een advies geeft aan de minister van Binnenlandse Zaken over de aanvragen om afwijking van de voorschriften van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Deze commissie werd opgericht door het ministerieel besluit van 5 mei 1995 tot vaststelling van de procedure inzake gelijkwaardigheid en afwijking van de voorschriften van het koninklijk besluit van 7 juli 1994.
Het geachte lid vindt hieronder de antwoorden op zijn vragen.
1. De Commissie voor gelijkwaardigheid en afwijking, die samengesteld is uit ambtenaren van de algemene directie van de Civiele Bescherming, evenals uit een lid van de VZW « Instituut voor brandveiligheid », komt één keer per maand samen. De vergaderdata worden in onderlinge overeenstemming vastgelegd door de leden opdat, voor zover mogelijk, iedereen aanwezig zou zijn. De Commissie voor gelijkwaardigheid en afwijking heeft tot op heden 57 keer vergaderd. Er werd geen enkele vergadering uitgesteld omdat er niet genoeg leden aanwezig zouden zijn.
2. De Commissie voor gelijkwaardigheid en afwijking behandelt gemiddeld een vijftigtal dossiers per jaar.
3. De gemiddelde duur tussen het indienen van het dossier van de aanvraag tot afwijking en de bekendmaking van de beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken bedraagt vijf maanden.
Hoewel ik niet kan ontkennen dat deze termijn relatief lang is, moet men weten dat de commissie, krachtens het ministerieel besluit van 5 mei 1995, pas een uitspraak kan doen als zij in het bezit is van de adviezen van de minister van Tewerkstelling en Arbeid, van de betrokken burgemeesters en van de bevoegde brandweerdiensten. De behandeling van de dossiers hangt dus niet enkel af van de Commissie voor afwijking. Het is opmerkelijke dat de Commissie voor afwijking er desondanks in geslaagd is om tot op heden de dossiers van de aanvragen tot afwijking te behandelen naargelang zij binnenkwamen.
4. Op 1 augustus 2000 was de in het ministerieel besluit van 5 mei 1995 voorziene termijn van negentig dagen tussen de ontvangst van de aanvraag en de bekendmaking van de beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken overschreden voor een tiental dossiers.
5. Mijn diensten bereiden thans een ontwerp van wijziging van het ministerieel besluit van 5 mei 1995 voor, dat er toe strekt de behandeling van de aanvragen tot afwijking te versnellen.