2-494/3

2-494/3

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

7 NOVEMBER 2000


Voorstel van resolutie over Cyprus


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR DE HEER MAERTENS EN MEVROUW THIJS


INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE INDIENER VAN HET VOORSTEL

De mede-indiener van het voorstel, de heer Monfils, herinnert eraan dat het voorstel van resolutie is ingediend op 27 juni 2000 als gevolg van de reis naar Cyprus van de Belgische parlementsleden die lid zijn van de interparlementaire vriendengroep België-Cyprus.

De delegatie heeft besloten een voorstel van resolutie in te dienen in de Kamer (Stuk Kamer, nr. 50-830) en in de Senaat.

Het voorstel van resolutie neemt alle resoluties over die door de Verenigde Naties zijn aangenomen. Toen de resolutie in juni werd ingediend, wou ze de actualiteit op de voet volgen in het vooruitzicht van de rechtstreekse besprekingen die de volgende maand zouden worden aangevat. Sindsdien zijn er nieuwe ontwikkelingen. Dit heeft de indieners van de resolutie ertoe aangezet de amendementen nrs. 1 tot 9 in te dienen. Het gaat om technische amendementen die bedoeld zijn om de tekst van de resolutie bij de actualiteit te laten aansluiten.

BESPREKING EN STEMMINGEN

De minister van Buitenlandse Zaken verklaart dat de regering geen inhoudelijke bezwaren heeft tegen dit voorstel, maar hij maakt wel twee opmerkingen.

In eerste instantie komt er een antwoord op punt 5 waarin aan de Belgische regering gevraagd wordt het probleem-Cyprus op de agenda te plaatsen van het Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie. De Belgische regering zal de andere lidstaten van de Unie voorstellen dit punt op de agenda te plaatsen.

Wat punt 6 betreft (amendement nr. 9), waarin aan de Belgische regering gevraagd wordt stappen te ondernemen om de oplossing van het probleem-Cyprus te integreren in de partnerschapsovereenkomst waarover de Europese Unie onderhandelingen voert met Turkije, is toch enige realiteitszin vereist.

De Belgische regering heeft steeds gepoogd objectief te blijven en zowel het Turkse deel van het eiland als het Griekse voor zijn verantwoordelijkheid te plaatsen.

Ten gevolge van het voorstel van de minister besluit de commissie eenparig in amendement nr. 9 de woorden « om er bij de heer Denktash op aan te dringen dat hij bij de rechtstreekse besprekingen een zodanig standpunt inneemt » te vervangen door de woorden « om er bij de leiders van de Turks-Cypriotische gemeenschap op aan te dringen dat zij bij de rechtstreekse besprekingen een zodanig standpunt innemen ».

De aldus gesubamendeerde amendementen (nrs. 1 tot 9) worden door de 9 aanwezige leden eenparig aangenomen.

Het aldus geamendeerde voorstel van resolutie wordt door de 9 aanwezige leden eenparig aangenomen.

Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteurs voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteurs,
Michiel MAERTENS.
Erika THIJS.
De voorzitter,
Marcel COLLA.