2-520/2

2-520/2

Belgische Senaat

ZITTING 2000-2001

24 OKTOBER 2000


Wetsontwerp houdende instemming met het Akkoord tussen de regering van het Koninkrijk België en de Zwitserse Bondsraad inzake samenwerking bij de aanwending van kernenergie voor vredelievende doeleinden en met de Uitwisseling van brieven, ondertekend te Bern op 3 juli 1992


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR MEVROUW THIJS


I. Inleidende uiteenzetting van de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken

De vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken verstrekt ter informatie van de commissieleden een inleidende nota.

Het Akkoord is van toepassing op zowel kern- als niet-kernmaterialen, uitgewisseld tussen België en Zwitserland. Onder « kernmateriaal » verstaat dit akkoord elk « ruw materiaal » of elk « speciaal splijtbaar materiaal » zoals gedefinieerd in artikel XX van het Statuut van het Internationaal Agentschap voor atoomenergie. Onder « niet-kernmateriaal » worden deuterium, zwaar water en grafiet met een nucleaire zuiverheid verstaan.

De partijen bij het akkoord verplichten zich er enerzijds toe deze materialen voor vredelievende doeleinden aan te wenden en anderzijds nemen zij de nodige maatregelen om een adequate veiligheid van de materialen te verzekeren. Ze passen minimaal de beschermingsmaatregelen toe, opgelegd door het agentschap. Wat het nucleair materiaal betreft, gebeurt de controle op de naleving van de verplichtingen conform het akkoord inzake waarborgen dat elke partij afsloot met het agentschap.

Elke partij die overgedragen nucleair en niet-nucleair materiaal opnieuw wenst uit te voeren dient voorafgaandelijk de toestemming te krijgen van de andere partij. Via een regeling die bij het akkoord gevoegd is, verlenen de partijen hun voorafgaandelijke toestemming voor materiaaloverdrachten naar de Europese Gemeenschap en naar de Verenigde Staten van Amerika, Canada, Japan en Zweden, op voorwaarde dat na de overdracht, deze materialen onderworpen blijven aan de voorwaarden van het akkoord.

Elk mogelijk geschil dat opduikt bij de interpretatie of de toepassing van het akkoord zal opgelost worden via onderhandelingen. Indien deze falen, zal het geschil voorgelegd worden aan een arbitragerechtbank.

De partijen hebben ook een administratieve regeling getroffen voor wat betreft de inwerkingtreding van het akkoord.

II. Bespreking en stemmingen

De artikelen 1 en 2, alsook het wetsontwerp in zijn geheel, worden zonder bespreking eenparig aangenomen door de 9 aanwezige leden.

Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur,
Erika THIJS.
De voorzitter,
Marcel COLLA.