(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De gebeurtenissen van de maand juni hebben de feestvreugde van de voetbalfanaten ernstig verstoord. Ik denk hier in de eerste plaats aan de incidenten te Brussel. Nu deze achter de rug zijn en onder de loep zijn genomen, zou ik u enkele vragen willen stellen over wat als een ernstige ontsporing of, op zijn zachtst uitgedrukt, een stuntelige uitvoering van de opdracht van ordehandhaving kan overkomen, zoals een aantal verantwoordelijke personen die opvatten.
Welke bijzondere instructies heb u gegeven aan de burgemeesters of aan de politiediensten over de aan te wenden voorzieningen (1) en technieken (2) inzake ordehandhaving bij samenscholingen van supporters ? Kan men zich meer bepaald op de aard, de draagwijdte en de inhoud van de instructies beroepen om gedeelten van de openbare weg af te sluiten (3), wapenstok en traangas te gebruiken (4), agenten in burger te laten optreden (5a), met gewone slagen (5b), met lijf-aan-lijfgevechten (5c), met immobiliseren op de grond (5d), bestuurlijke aanhouding en opsluiting van personen die aan samenscholingen hebben deelgenomen (6) ? Hebt u aan deze autoriteiten specifieke instructies gegeven over de zogeheten « zero tolerance »-methode bij het politieoptreden (7) ? Zo ja, wat is volgens u de aard, de draagwijdte en de inhoud van dat begrip (8) ?
Wat is de aard, de draagwijdte en de inhoud van de beslissingen genomen door de burgemeester van de stad Brussel tegen de achtergrond van artikel 22, tweede lid, 4º, van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, waarop de politie zich beroepen heeft om gedeelten van de openbare weg af te sluiten (9), wapenstok en traangas te gebruiken (10), agenten te laten optreden in burger (11a), met gewone slagen (11b), met lijf-aan-lijfgevechten (11c), met immobiliseren op de grond (11d), arrestatie en opsluiting van personen die aan samenscholing hebben deelgenomen (12) ? Bent u op de hoogte van specifieke instructies over de « zero tolerance »-methode bij het politieoptreden (13) ? Zo ja, wat is volgens u de aard, de draagwijdte en de inhoud van dat begrip (14) ?
Van welke feitelijkheden (15) hebt u of uw departement kennis gekregen die een dergelijk optreden van de politie kunnen verantwoorden ? Het gaat hier om het afsluiten van gedeelten van de openbare weg (16), het gebruik van wapenstok en traangas (17), het optreden van agenten in burger (18a), met gewone slagen (18b), met lijf-aan-lijfgevechten (18c), met immobiliseren op de grond (18d), arrestatie en opsluiting van personen die aan samenscholingen hebben deelgenomen (19) ? Het toepassen van de zogeheten « zerotolerance »-methode inzake politieoptreden (20) ? Zo ja, wat stelt de concrete uitvoering voor (21) ?
Welke instructies hebt u aan de politiediensten gegeven inzake het ter beschikking stellen aan het parket van personen die ervan verdacht worden misdrijven te hebben begaan bij samenscholingen (22) ? Weet u of de burgemeester van de stad Brussel dergelijke instructies heeft gegeven (23) ? Kunt u informatie meedelen over het aantal en de aard van de gevallen die geleid hebben tot opsluiting enerzijds (24) en terbeschikkingstelling van het parket anderzijds (25) ?
Welke instructies heb u aan de gemeenten gegeven om personen van een bepaalde categorie of onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie (26) de toegang tot een of meer spoorwegstations te ontzeggen ? Weet u of de burgemeester van de stad Brussel een dergelijke beslissing heeft genomen (27) ? Welke informatie kunt u meedelen over de gevolgen van deze maatregel voor het vrij verkeer van personen en meer bepaald over het aantal en het soort personen die daardoor zijn getroffen (28) ?
Valt volgens u het optreden en de houding van de Brusselse politie op alle punten samen met een degelijke uitvoering van de geldende bepalingen, de genomen beslissingen en de gegeven instructies (29) ? Meent u meer bepaald dat alle bestuurlijke aanhoudingen stroken met de artikelen 31 en volgende van de wet op het politieambt (30) ? Bent u van oordeel dat het optreden van de agenten of hulpagenten van de Brusselse politie in zijn geheel strookt met de artikelen 37 en volgende van dezelfde wet (31) ? Gesteld dat het antwoord op een van die vragen negatief is, via welke maatregelen wil u dan de gebrekkige werking opsporen en bijsturen (32), en tuchtonderzoeken (33) of eventueel gerechtelijke onderzoeken (34) inzetten ?