Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-22

ZITTING 1999-2000

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 631 van de heer Caluwé d.d. 9 mei 2000 (rappel van 7 juli 2000 (N.) :
Gemeenteraadsverkiezingen. ­ Publiciteitsborden. ­ Gebruik.

Op 9 mei 2000 stelde ik u onder nr. 631 (Vragen en Antwoorden, Senaat, nr. 2-18 van 20 juni 2000, blz. 792) de volgende vraag :

« Naar aanleiding van de verkiezingen van 13 juni 1999 besliste het schepencollege van de Brusselse gemeente Sint-Joost-ten-Node om door de gemeente gehuurde publiciteitsborden gratis ter beschikking te stellen van de partijen. Daarbij werd echter beslist dat enkel de partijen vertegenwoordigd in het schepencollege op deze, met belastinggeld betaalde, borden mochten aanplakken. Dit lijkt een manifeste discriminatie ten opzichte van de andere partijen die op 13 juni 1999 opkwamen bij de federale, regionale en Europese verkiezingen.

Graag wil ik de geachte minister, bevoegd voor de organisatie van verkiezingen, daarom het volgende vragen :

Heeft hij weet van bovenvermelde of soortgelijke beslissingen ?

Hoe reageerden de voogdijoverheden hierop ?

Mag een schepencollege of een gemeenteraad dergelijke of gelijkaardige beslissingen nemen voor de gemeenteraadsverkiezingen of andere verkiezingen ? »

Tot op heden mocht ik dienaangaande nog geen antwoord ontvangen. Derhalve ben ik zo vrij deze vraag opnieuw aan u voor te leggen. Mag ik aandringen op een spoedige mededeling van uw standpunt ?