2-65 | 2-65 |
Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Het spijt me dat deze vraag vanavond opnieuw aan de agenda staat. Ik vernam immers daarnet dat ze veertien dagen geleden reeds aan de orde kwam, wat evenwel aan mijn aandacht is ontsnapt, waarvoor mijn verontschuldigingen. Misschien viel de voorbije dagen echter een interessante evolutie te noteren waarvan de minister ons nu op de hoogte kan brengen.
Onlangs werd door de dierenrechtenorganisatie GAIA een nieuw rapport uitgebracht over het dierenleed bij vervoer over lange afstanden van levend vee. Dit rapport is schrijnend en motiveert waarom betere regelgeving en controle zou moeten worden uitgewerkt inzake de transporten over lange afstanden van levende dieren.
Binnenkort moet de Europese Commissie verslag uitbrengen over de transportrichtlijn van de Europese Unie, wat niet enkel tot een evaluatie, maar eventueel ook tot een bijsturing van deze richtlijn kan leiden.
Daarom had ik van de minister graag vernomen welke haar beleidsprioriteiten zijn om het wettelijk statuut van dieren als welzijnsgevoelige wezens - dit is Europese terminologie - conform het EU-protocol dat in 1999 van kracht werd, in te vullen en hoe zij deze wil realiseren wat het vervoer van levende dieren over lange afstanden betreft.
Kan de minister bevestigen dat Europees commissaris Byrne heeft laten weten een procedure op te starten tegen België, wegens niet-naleving van de bestaande richtlijn ter bescherming van dieren tijdens het vervoer door alle lidstaten? Zo ja, over welke inbreuken gaat het en welke maatregelen zal zij nemen om een betere naleving van deze richtlijn in ons land af te dwingen?
Kan de minister zich ertoe engageren om namens België een leidinggevende positie aan te nemen om de Europese partners te overtuigen van een beleidsverandering, waarbij het transport over lange afstanden van levende dieren wordt afgeschaft en vervangen door handel in vlees?
Welk standpunt neemt België in met betrekking tot deze problematiek, rekening houdend met het naderend Belgisch voorzitterschap? Hoewel dit nog niet voor de onmiddellijke toekomst is, gaan er aan het voorzitterschap toch maanden voorbereiding vooraf. Heeft de minister de intentie om in het kader van het Belgisch voorzitterschap het voortouw te nemen met betrekking tot welzijnsgevoelige wezens en de Europese wetgeving terzake opnieuw een stap vooruit te helpen?
De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Ik feliciteer collega de Bethune en dank haar voor de aandacht die zij en haar fractie schenken aan dit onderwerp. Ik dank ze ook voor de standpunten die ze innemen en die de Agalev-fractie volledig onderschijft. Het maatschappelijk draagvlak voor dierenrechten en dierenwelzijn wordt daardoor alweer een stuk breder.
Wellicht is het ogenblik aangebroken om de werkgroep Dierenwelzijn, die in de Senaat in de legislatuur 1991-1995 werkzaam was, opnieuw op te starten. Deze werkgroep leverde destijds degelijk werk, niet alleen bij de voorbereiding van de wijziging van de wet op het dierenwelzijn, maar ook in verscheidene andere dossiers. Een gemengde werkgroep Kamer-Senaat zou opnieuw kunnen worden opgestart, ook al blijven concrete dossiers in verband met dierenrechten de hoofdbedoeling en is dit vooral een taak van de Senaat.
Voor dierenleed bij transporten was er de voorbije weken een bijzondere belangstelling. Op 13 juni laatstleden hebben vier fracties het onderwerp in de Kamer besproken en op 6 juli heb ik het zelf hier in de Senaat uitvoerig behandeld. De parlementaire aandacht is dus heel groot en het probleem kan daardoor in al zijn facetten duidelijk beter worden besproken. Niet alleen de steun van de CVP verheugt mij. Ik ben ook blij dat de regering aan het pakket van de minister van Volksgezondheid en Leefmilieu de specifieke opdracht "dierenwelzijn" heeft toegevoegd. Om deze opdracht behoorlijk te kunnen uitvoeren, heeft ze echter voldoende mensen en middelen nodig. Op 6 juli is gebleken dat niet alleen in de administratie, maar ook op het terrein, waar de dierentransporten moeten worden gecontroleerd, het nu beschikbare aantal mensen veel te laag is. Het probleem is uiteraard de verhoging van het budget. Ik ben erover verheugd dat de minister van Begroting aanwezig is. Misschien kan hij de minister van Volksgezondheid en Leefmilieu steunen. In elk geval zal de Agalev-fractie de nodige voorstellen indienen om voldoende middelen ter beschikking te stellen, zodat meer personeel voor deze controletaak kan worden ingezet.
Daarnaast vraag ik heel concreet dat alle partijen die zich voor dierenwelzijn inzetten, samen met ons rond de tafel gaan zitten. Ik zou het ook op prijs stellen als de minister en haar kabinet geregeld aan de werkzaamheden zouden deelnemen.
Ik heb nog enkele concrete vragen voor de minister.
Wanneer werd het protocol tot overdracht van mensen en middelen voor dierenwelzijn tussen Landbouw en Leefmilieu ondertekend? In hoeverre werd het reeds uitgevoerd? Hoeveel middelen en mensen worden in de komende jaren vrijgemaakt om de opdrachten inzake dierenwelzijn naar behoren uit te voeren? De minister van Begroting zal waarschijnlijk blij zijn al een idee te hebben van wat er bij de begrotingsaanpassing in september op til zal zijn.
De vraag van mevrouw de Bethune om het transport van levende dieren over lange afstanden volledig te vervangen door een transport van karkassen gaat verder dan de belofte van de minister van 6 juli om de heer Byrne te vragen het beperken van dergelijke transporten te onderzoeken. Aangezien naast de Groenen en de SP-fractie in het Europees Parlement vermoedelijk ook de EVP-fractie in de richting van een volledige afschaffing denkt, is er waarschijnlijk geen enkel beletsel meer om de heer Byrne te verzoeken om niet de beperking, maar de volledige afschaffing te bestuderen. Een duwtje in die richting van de EVP kan helpen om de zaak te activeren.
Op 6 juli meldde de minister dat er vorig jaar 25 processen-verbaal werden opgemaakt. Over welke diersoorten ging het daarbij en op welke assen vonden de controles plaats? Om welke overtredingen ging het? Hoeveel liepen er uit op een minnelijke schikking en hoeveel kwamen er voor de rechtbank? Heeft de minister daarover een rapport opgemaakt voor de Europese Commissie en wat was de inhoud ervan?
Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - In de wet van augustus 1986 is bepaald dat dieren geen producten zijn, maar wezens die recht hebben op een bepaalde vorm van welzijn. De omzetting van de verschillende Europese richtlijnen in Belgisch recht is vervat in de wet op het dierenwelzijn van augustus 1986. De wetgeving was evenwel onvolledig.
België kreeg inderdaad een aanmaning van de Europese Comissie die vooral te maken heeft met het controlerapport dat in 1998 werd opgesteld. Alle landen van de Europese Unie kregen bezoek van de EU-controlemissie. Daarbij werden in België verschillende overtredingen vastgesteld. De inbreuken zijn van allerlei aard: sommige slaan op het ontbreken van de nodige wetgeving, andere op een onvoldoende toepassing van de bestaande wetgeving. Intussen is onze wetgeving aangepast, maar we blijven kampen met moeilijkheden met betrekking tot de uitvoering van de controles.
Dit voorjaar reeds werd een stringente uitgebreide dienstnota gestuurd aan alle betrokkenen om de nodige controles nauwgezet uit te voeren. Wie mijn antwoorden in de Kamer in verband met deze problematiek erop naleest, zal zien dat er meer dan 11.000 controles hebben plaatsgevonden.
Ik dien echter ook te vermelden dat de controlediensten onderbemand zijn. Op 6 juli heb ik in de Senaat aangekondigd dat ik voor de begroting van 2001 bijkomende kredieten zal aanvragen. Het gaat niet om spectaculaire bedragen: het gaat om 20 à 30 miljoen frank. Ik reken daarvoor op de steun van de minister van Begroting die hier overigens aanwezig is.
De oprichting van het Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen geeft ons de kans om een aantal controles geïntegreerd te laten verlopen. De afgevaardigd bestuurder, die midden augustus zijn werkzaamheden aanvat, zal specifieke richtlijnen krijgen.
Ik kan mededelen dat België wat het transport van dieren over lange afstand betreft op de laatste Landbouwraad een houding heeft aangenomen die volledig in de lijn ligt van de vragen die hier werden gesteld. Samen met Zweden, Denemarken en Finland hebben we de beste positie verwoord. De dierenrechtenorganisatie GAIA is hiervan op de hoogte.
Aan de heer Maertens kan ik meedelen dat er vanuit mijn kabinet geen enkel probleem is om deel te nemen aan een werkgroep ter verbetering van dierenwelzijn.
Er is nog geen volledige duidelijkheid over de overdracht van personeel en middelen. We zitten immers in een maratonoperatie: de regionalisering, de oprichting van het Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en de afbakening van de plaats van dierenwelzijn.
Inzake de concrete vragen over het Europees beslissingsniveau en of er in het Europees parlement, gelet op de echo's van de CVP-fractie, op het ogenblik geen meerderheid kan worden gevonden rond meer stringente eisen inzake het dierentransport, vestig ik er de aandacht op dat uitgerekend landbouw een materie vormt waarover het Europees parlement niet het minste medebeslissingsrecht heeft. Landbouw valt niet onder het terrein van de codecision. Zonder een meerderheid in de Landbouwraad kom je bijgevolg nergens. Ook de Europese commissie kan niet doorgaan op de aanbevelingen van het Europees parlement. Ik herinner mij trouwens dat het parlement tijdens de grote debatten over dierentransport die we tijdens de legislatuur 1994-1999 voerden, veel verder ging dan de Europese Commissie kon gaan, namelijk tot datgene waarvoor ze toelating had gekregen van de Landbouwraad.
Dat wil niet zeggen dat we geen verdere pogingen moeten blijven ondernemen. Op 14 juni hebben we een antwoord gekregen op onze brief aan commissaris Byrne, waarin hij de oprichting van een speciale werkgroep, een Standing Veterinary Committee, aankondigt, die alle problemen inzake de toepassing van richtlijnen inzake langeafstandtransport van dieren zal opvolgen. Deze werkgroep zal ten behoeve van het parlement en van de Landbouwraad voor het komende najaar een inventaris opmaken van de problemen, de antwoorden van de landbouwsector vergaren en voorstellen uitwerken.
Op de vraag of het mogelijk zal zijn het langeafstandstransport te beperken of radicaal te verbieden, houdt de commissaris zich helemaal op de vlakte. Uit ingewonnen informatie kan ik alleen maar concluderen dat de landbouweconomische effecten van die aard zijn dat we een ban op korte termijn niet zullen bereiken. Voor een verdere beperking kan en moet de druk geleidelijk aan worden opgevoerd.
Inzake de fameuze pv's heb ik concrete informatie kunnen krijgen. Het gaat om in totaal veertien gevallen van runder-, vier van varkens-, drie van schapen- en twee van paardentransport en om twee gevallen waarbij het vervoermiddel zelf niet in orde was.
Alle inbreuken werden vastgesteld bij wegcontroles: vijf in Namen, zes in Luik, in Vlaams Brabant ook zes, in Henegouwen één, in Oost-Vlaanderen vijf en in West-Vlaanderen eveneens één. De meeste overtredingen, namelijk elf, betroffen het niet naleven van de identificatie- en de registratieplicht, zeven betroffen overbelading, vier ongeschiktheid van dieren voor vervoer, twee ongeschiktheid van het vervoermiddel zelf en één vervoer van paarden zonder halster.
Volgens mijn informatie worden de verbalisanten niet ingelicht over het gevolg dat de rechtbank aan hun pv geeft. Wat betreft de twee overtredingen bij internationaal vervoer werd de bevoegde overheid van het land van verzending per brief op de hoogte gebracht. De EG-commissie ontving het jaarverslag van onze administratie over 1999, met inbegrip van alle details over het toezicht van de naleving van de Europese richtlijnen en met vermelding van het aantal uitgevoerde controles, het aantal uitgeschreven pv's en het aantal keren dat aflading of terugzending werd opgelegd.
Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Ik ga niet in op al de technische gegevens. Ik zal eerst de parlementaire documentatie over het vorige debat over dit onderwerp grondig lezen. Ik neem er nota van dat de minister duidelijk heeft gezegd dat België zich engageert om een leading position rond dit thema in te nemen in Europa. De minister deed ook opmerken dat België samen met Denemarken, Zweden en Finland een vooruitstrevend standpunt heeft ingenomen op de laatste Raad van Ministers van de Europese Unie. Ik neem aan dat dit de trend is van haar beleid. Ik stel voor dat we deze problematiek blijven volgen en dat wij hem in de Senaat onder de loep nemen.
Aan collega Maertens wil ik zeggen dat onze fractie vanzelfsprekend bereid is om rond dierenrechten te werken. De te volgen weg moet worden afgesproken. De leefsituatie van veel dieren, niet enkel in België maar overal in de geïndustrialiseerde wereld, is door toedoen van de mens, een humanistische samenleving onwaardig. Dat de CVP hierin haar verantwoordelijkheid wil opnemen, is evident. Het past een waardenpartij om zich daarvoor te engageren.
Hoewel het er inhoudelijk niets mee te maken heeft, wil ik toch even benadrukken, ook ter attentie van de Agalev-fractie, dat ik in november vorig jaar het voortouw heb genomen in het organiseren van een debat over kinderrechten. Wij hebben ons samen ingezet om daarrond in de Senaat tijdens het voorbije jaar te werken. Ons doel werd in de voorbije maanden niet geconcretiseerd. Ik heb dat vandaag ook in het Bureau van de Senaat aan de orde gebracht. De concretisering van de kinderrechten moet één van de eerste punten zijn waarrond we in de volgende legislatuur werken. Het ene sluit het andere niet uit, ik koppel de dossiers niet aan elkaar, ik leg er alleen de nadruk op dat de we ook vanuit de oppositie constructief willen werken aan maatschappelijke thema's. Ik doe een beroep op de meerderheid om zich daarbij aan te sluiten. Als senatoren kunnen wij een autonome positie innemen en bepaalde belangrijke thema's grondig behandelen, los van de agenda van de meerderheid en van de regering. Dat is één van de voordelen van het werk in de Senaat. Ik hoop dat er een geest van samenwerking zal zijn in het volgende parlementaire jaar. Ik richt hiertoe een warme oproep zowel tot de Agalev-fractie als tot de andere aanwezige fracties.
- L'incident est clos.
(La séance, suspendue à 19 h 35, est reprise à 20 h.)