2-61

2-61

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 6 JULI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Sabine de Bethune aan de minister van Binnenlandse Zaken over «de aandacht voor gelijke kansen van vrouwen en mannen bij de hervorming van de politiediensten» (nr. 2-175)

Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Ik heb deze vraag al een hele tijd geleden ingediend. Ondertussen is een heel stuk vooruitgang geboekt bij de hervorming van de politiediensten. In de pers noch in het parlement heb ik echter iets vernomen over het lot van de vrouwen in het kader van deze hervorming. Mijn vraag blijft in die zin actueel en ik kijk dan ook uit naar het perspectief dat de minister hopelijk kan openen voor gelijke kansen voor vrouwen in de politiediensten.

De hervorming van de politiediensten is in ieder geval een unieke kans om het principe van gelijke kansen voor vrouwen en mannen in de nieuwe politiestructuren te realiseren. In de vorige legislatuur werd dit punt uitdrukkelijk op vraag van de Senaat en zijn Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen opgenomen als één van de aandachtspunten in de politiehervorming. De bevoegde minister heeft toen aandacht voor deze problematiek beloofd en ik hoop dan ook dat daarvan iets terug te vinden is in het document dat door de meeste politievakbonden is ondertekend.

Meer en meer groeit het besef dat een goede balans tussen het aantal vrouwen en mannen noodzakelijk is voor een hoog gekwalificeerde politiedienst. Van de politie wordt niet langer alleen repressief optreden verwacht, maar ook proactieve zorg voor de veiligheid en de leefbaarheid in de samenleving. De kracht van politiewerk nu en in de toekomst zit dan ook in de combinatie van de kwaliteiten van mannen en vrouwen.

De laatste jaren is er een positieve evolutie merkbaar inzake het aantal vrouwen in de politiediensten. Het gaat om een zeer relatieve, maar toch positieve evolutie: van 3,37% vrouwen in 1994 tot 6,5% vrouwen in 1999. Belangrijke factoren hierbij waren ondermeer de verlaging van de minimumlengte en de vervanging van de fysieke test door een potentialiteitstest bij de rijkswacht. In Europees perspectief bekeken behoort België echter nog altijd tot de landen met het kleinste aantal politievrouwen.

Om meer vrouwen in de politiediensten te krijgen moet er prioritair aandacht besteed worden aan rekrutering en aan loopbaanmogelijkheden. Dat veronderstelt een gericht personeelsbeleid met concrete actieplannen om de positie van de vrouwen te verbeteren.

Dat was ook het idee dat tot uiting kwam in de hoorzitting met experts van de politiediensten die op 9 juli 1998 plaatsvond in de Senaat op initiatief van het Adviescomité voor gelijke kansen voor vrouwen en mannen en waar verschillende collega's van de commissie voor de Binnenlandse Zaken en de Administratieve Aangelegenheden bij betrokken waren. We hebben toen een unaniem advies over dit punt kunnen formuleren.

Graag kreeg ik van minister een antwoord op volgende vragen.

Aangezien de gelijkekansenproblematiek een essentieel onderdeel vormt van het toekomstig politiepersoneelsbeleid, is het noodzakelijk dat vrouwen die reeds een tijd in het vak zitten, betrokken worden bij de onderhandelingen over de nieuwe politiestructuren. Deze vraag is gedeeltelijk achterhaald, maar niet helemaal, aangezien er nog heel wat geconcretiseerd moet worden. In welke mate zijn politievrouwen betrokken bij de onderhandelingen? Hebben zij enige invloed? Waarom is bijvoorbeeld niet voorzien in een raadpleging van de Vereniging voor Belgische politievrouwen? Op die manier had men deze vereniging kunnen erkennen en opnemen in de onderhandelingsronde.

Voorziet de politiehervorming in de oprichting van een cel gelijke kansen bij de diensten van de commissaris-generaal die belast is met het voeren van een gelijkekansenbeleid binnen de geïntegreerde politie? Zullen er, zowel voor het lokale als het nationale niveau, gelijkekansenverantwoordelijken worden aangesteld die er permanent op toezien hoe het personeelsbeleid tot stand komt? Wordt er gewerkt aan een positief actieplan voor een evenwichtige aanwezigheid van vrouwen binnen de politie op alle niveaus en in alle diensten?

Momenteel zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in jury's en examencommissies. Voorziet het hervormingsplan in een evenwichtige samenstelling? Zal als minimummaatregel de zogenaamde "tweederde regel" worden toegepast waarbij ten hoogste twee derde van de leden van organen van hetzelfde geslacht mogen zijn? Zal deze regel gevolgd worden bij de samenstelling van alle organen, raden, comités enzovoort.

Uit cijfermateriaal blijkt dat politievrouwen niet proportioneel verspreid zijn over alle graden. Ze zijn ondervertegenwoordigd in het middenkader en bij het hoger leidinggevend personeel, hoewel in alle opleidingscentra wordt toegegeven dat vrouwen over het algemeen betere resultaten halen. Welke maatregelen worden er genomen om de promotie-examens en promotieopleidingen vrouwvriendelijk te maken?

Politiemensen, zowel vrouwen als mannen, hebben grote problemen om hun gezinsleven te combineren met hun werk. Vooral voor vrouwen, die nog steeds het grootste deel van de zorgtaken in het gezin op zich nemen, valt deze combinatie zeer zwaar. Uit onderzoek blijkt dat 81% van de politievrouwen voorstander is van de mogelijkheid om deeltijds te werken. In het voorakkoord dat de verschillende representatieve vakverenigingen op 1 april 2000 hebben opgesteld betreffende de leidende principes van het personeelsstatuut van de geïntegreerde politiediensten en dat op 5 april 2000 werd voorgelegd aan de Ministerraad werd voorzien in de mogelijkheid om deeltijds te werken. Hoever staat het met de uitwerking van dit punt? In welke gevallen en onder welke voorwaarden zal het politiepersoneel een beroep kunnen doen op deeltijdse dienstprestaties?

M. André Flahaut, ministre de la Défense. - Je réponds donc au nom du ministre de l'Intérieur. Je dois vous dire qu'il y a beaucoup de points de convergence entre mon département et le sien. Je partage l'opinion qu'il exprime dans sa réponse et je poursuis les mêmes objectifs pour la Défense.

Ik ben gevoelig voor de problematiek waarvan u gewag maakt in uw vraag om uitleg. Net zoals u, ben ik ervan overtuigd dat er bij de politiediensten een betekenisvol quotum aan vrouwen moet zijn. Men moet echter realist blijven bij het zoeken naar oplossingen en men moet het gelijkheidsprincipe voor de toegang tot openbare betrekkingen naleven.

De onderhandelingen met betrekking tot het personeelsstatuut van de toekomstige politie worden, overeenkomstig de syndicale wetgeving, gevoerd met de representatieve vakbonden en niet met andere partners. De representatieve vakbonden stellen vrij hun delegaties samen en de laatste weken heb ik in hun midden de aanwezigheid van vrouwen kunnen vaststellen.

Het gedetailleerd organogram van de federale politie is nog niet samengesteld en ik kan u dan ook nog niet zeggen of er een cel zal worden opgericht die de gelijkheid van kansen moet waarborgen. Ik merk echter op dat artikel 129, 1e lid van de wet van 7 december 98 tot oprichting van een geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus bepaalt dat "het statuut van de politieambtenaren" de gelijkheid van kansen waarborgt tussen mannen en vrouwen binnen de federale en de lokale politie. Het 2e lid van deze bepaling waarborgt dezelfde werkvoorwaarden voor allen, onder voorbehoud evenwel van de bepalingen betreffende de bescherming van het moederschap. Het huidige aantal vrouwen bij de politiediensten en hun indeling in de verschillende graden kunnen onmogelijk garanderen dat één derde vertegenwoordigd is in alle jury's en examencommissies waarin het toekomstig statuut voorziet.

Ik ben mij ervan bewust dat de vrouwen in het midden- en hoger kader van de huidige politiekorpsen ondervertegenwoordigd zijn. Ik zal er dan ook op letten dat alle selectievoorwaarden die discriminerend zijn voor de vrouwelijke kandidaten, worden geweerd.

De zopas met de vakbonden onderhandelde statuten voorzien in een aantal maatregelen die moeten tegemoetkomen aan de bekommernissen van de vrouwen. Ik begrijp dat sommigen onder hen moeilijkheden ondervinden om hun beroepsleven met hun gezinsleven te verzoenen. Daarom voorzien de statuten in de mogelijkheid om te werken in een vrijwillige vierdagenweek, in de loopbaanonderbreking en in het verlof voor dwingende familiale redenen ten belope van 45 dagen per jaar, onder meer voor de kinderopvang.

Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - Mijnheer de minister, uw antwoord is vrij kort en wij kunnen spijtig genoeg niet inpikken op de actualiteit.

Bij de oprichting van een cel gelijke kansen heb ik nog wel wat vragen. Het verbaast me natuurlijk niet dat de minister gewonnen is voor het gelijkekansenbeleid. Het verheugt me wel dat hij daarvan werk wil maken bij de politie want de politie heeft echt wel vrouwen nodig. Wie een doel wil bereiken, moet zich daartoe met de gepaste instrumenten uitrusten. De politiewereld blijft overwegend een mannenwereld. Om de gelijkheid van kansen te verwezenlijken is het niet overbodig een cel gelijke kansen op te richten.

De minister heeft geen definitief uitsluitsel gegeven over de oprichting van die cel. Het is dus niet uitgesloten dat zij er komt en om die reden wil ik het belang van zo'n cel nog eens uitdrukkelijk beklemtonen. Zo'n cel kan een hefboom zijn voor gelijke kansen. Ook in andere landen hebben soortgelijke cellen hun nut bewezen. In het verleden bestond er ook zo'n cel bij de Rijkswacht en dat heeft vruchten afgeworpen.

De minister is ook gewonnen voor de promotie van vrouwen bij de politie en wil daartoe alle vormen van discriminatie ten aanzien van vrouwen wegnemen. Ik wil de minister oproepen om een effectief `positieve-actie-beleid' te voeren. Ik bedoel daarmee geen beleid van positieve discriminatie, maar wel positieve actie waarmee wordt gezocht naar promotiekansen voor vrouwen. Dat is tevens een manier om de cultuur bij de politie te veranderen en om ze een voorbeeldfunctie te laten spelen. Als vrouwen die een politieloopbaan aanvatten perspectieven krijgen, dan wordt er een andere stempel op het nieuwe politiekorps gedrukt. Het `positieve-actie-beleid' kan maar vruchten afwerpen als het geleid wordt door een cel en een actieverantwoordelijke. Gelijke kansen komen er niet na een verklaring over het wegwerken van de discriminaties. De positieve voorwaarden moeten worden geschapen om een nieuw vrouwelijk publiek aan te trekken.

Ik wil ook even ingaan op de examenjury's en de examencommissies. Het korps telt vandaag uiteraard onvoldoende vrouwen om die organen te `bemannen'. Maar niets belet het voeren van een modern personeelsbeleid; die jury's hoeven niet uitsluitend uit politiedeskundigen te bestaan, zij kunnen worden verruimd met andere vaardigheden zoals psychologen of pedagogen. In deze beroepen zijn vrouwen goed vertegenwoordigd. Voor deze deskundigen kan dus bij voorkeur naar vrouwen worden uitgekeken.

In jury's voor politie-examens zitten vaak ook burgemeesters, schepenen, gemeentelijke, provinciale of nationale mandatarissen of ambtenaren, die ook heel wat vrouwen in hun midden tellen. Door de samenstelling van de examenjury's en - commissies te diversifiëren wordt meteen de mogelijkheid geschapen om er vrouwelijke deskundigen in op te nemen. Deze benadering past in een positieve-actiebeleid en past perfect in de nieuwe visie op de politie.

Ik dank de minister voor zijn antwoord maar ben niettemin ontgoocheld omdat hij niet uitdrukkelijk aangeeft op welke manier hij de gelijke kansen wil realiseren. Ik blijf dus ongerust en vrees dat we zonder een voluntaristisch beleid nog zeer lang zullen moeten wachten op gelijke kansen voor vrouwen bij de politie.

De heer André Flahaut, minister van Landsverdediging. - We zijn maar aan het begin van een proces.

Je crois qu'il faut faire confiance au ministre de l'Intérieur.

- Het incident is gesloten.