2-61

2-61

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 6 JULI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Michiel Maertens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over «de Belgische houding t. o. v. De Democratische Volksrepubliek van Noord-Korea» (nr. 2-182)

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Vorige week zondag, 25 juni, was het 50 jaar geleden dat de operatie "Duif van de Stille Morgen" de Koreaanse oorlog inleidde, waaraan 3.500 Belgen deelnamen van wie er 106 nooit terugkeerden. Dit land werd tegen de zin van de Koreanen zelf, zoals ambassadeur Choi Dae-hwa op het Korea-symposium nog stelde, verdeeld in Noord en Zuid, zoals Duitsland eertijds in Oost en West. Toen werd ook de NAVO actief die tot op vandaag nog de VN militair domineert. Ter gelegenheid van deze verjaardag was op 25 juni een uitgebreide Belgische militaire en parlementaire delegatie in Seoel aanwezig, onder leiding van minister Flahaut. Opvallend was dat de Zuid-Koreaanse regering de militaire parade in Seoel heeft geschrapt in het kader van de onderhandelingen tussen Noord- en Zuid-Korea, de zogenaamde Kim-Kim - top op 14 en 15 juni laatstleden. Een wijs Koreaans gebaar, waaruit het NAVO-land België misschien nog iets kan leren. De vraag moet vooral worden gesteld wat België kan doen om de vredelievende hereniging van beide Korea's te bevorderen.

Een parlementaire delegatie, waarvan ik deel uitmaakte, heeft als eerste daartoe een initiatief genomen, door de laatste week van april aan de DPRK een vriendschapsbezoek te brengen op uitnodiging trouwens van de Noord-Koreaanse regering zelf. Een paar weken later bracht ook een hogerang-diplomaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken een kort informatief bezoek aan Pyong-Yang. Voor wat het zuiden betreft wordt van mei tot oktober 2000 een uitwisseling met België georganiseerd als onderdeel van een driejarig programma.

Naast culturele manifestaties, is er dit jaar een belangrijk militair-wetenschappelijk luik aan toegevoegd. Ik vermeld in dit verband het bezoek van het Belgisch fregat De Wandelaar aan Seoel, en een tweedaags symposium te Brussel op 13 en 14 juni laatstleden, net op het ogenblik dat Kim Jong-Il en Kim Dae-Yung te Pyong-Yang hun historische vredesbesprekingen voerden. Het symposium droeg als titel: "The Korean War: a Eurasian Perspective".

Dit had een bijzonder cynische tegenstelling kunnen zijn, ware het niet dat de minister van Buitenlandse zaken duidelijk oorlog en vrede aan elkaar heeft gekoppeld in zeer positieve zin. De openingstoespraak van de minister van Buitenlandse zaken op het symposium, die hij trouwens zelf niet heeft gehouden omdat hij alweer in het buitenland was, begon trouwens met de zinnen:'Twee mannen zullen elkaar vandaag en morgen ontmoeten. Zij hebben de toekomst van miljoenen van hun landgenoten in handen. Meer nog: zij beslissen over de veiligheid van honderden miljoenen andere mensen.'

Ook de minister van Landsverdediging Flahaut verwees in zijn toespraken en persoonlijke contacten meermaals naar de betekenisvolle vredesonderhandelingen te Pyong-Yang. Maar de nadruk bleef toch op het militaire aspect liggen, wat ik eigenlijk niet zo wijs vind.

Op de voorgeschiedenis en de inhoud van de Kim-Kim top wil ik niet ingaan. Dit is trouwens een interne Koreaanse aangelegenheid, alhoewel ze van bijzondere wereldbetekenis is. De V. S., de zogenaamde "aartsvijand", maar tegelijk ook de grootste voedselbevoorrader van Noord-Korea heeft zopas een nieuwe bijdrage tot de vredesonderhandelingen tussen beide Korea's geleverd, door het begrip "schurkenstaat" te schrappen, waarmee ook Noord-Korea werd bedoeld. Een niet onbelangrijke, maar toch wel goedkope, psychologische stap. Een veel groter gebaar was dit van Noord-Korea zelf door het testen van lange-afstandsraketten op te schorten, teneinde daarmee ook een versoepeling van de V. S. -sancties tegen hun land te bekomen. Noord-Korea zit trouwens economische totaal aan de grond, om vele, ook ecologische redenen. Een andere belangrijke stap is de Thaise beslissing om hun troepen uit Zuid-Korea terug te trekken. De `ontspanning' geraakt duidelijk in een stroomversnelling.

De vraag die ik U zou willen stellen is, op welke wijze ons land, dat zoals de minister zelf heeft kunnen vaststellen, terecht een enorme faam heeft in Zuid-Korea, ook t. o. v. het Noorden zijn vredeswil kan laten blijken, niet enkel met woorden, maar met daden. Vieren in Seoel kan niet zonder in te spelen op de signalen vanuit Pyong-Yang.

Op welke wijze zal België, net als de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-Jung, het Noorden dan ook de hand reiken? Niet een lege hand, maar net als Kim Dae-Jung een gevulde hand. De minister van Buitenlandse zaken heeft me trouwens op 4 mei laatstleden geantwoord dat België vanzelfsprekend de Sunshine-politiek van Kim Dae-Jung steunt. Hij deed toen ook terecht de belofte af te wachten wat de top van de beide Koreaanse Kims zou opleveren. `We zullen het resultaat daarvan heel aandachtig bestuderen en op basis daarvan onze houding bepalen', was zijn antwoord. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Deze top is bijzonder positief verlopen en heeft ook een aantal economische vooruitzichten geopend zelfs vanuit de V. S. We moeten dus ook iets kunnen aanbieden.

De vragen die ik op 4 mei stelde, blijven m. i. nog altijd even relevant, met name of de minister van Buitenlandse zaken bereid is met zijn collega's van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel te overleggen op welke wijze via technisch-coöperatieve maatregelen en handelsmissies, het Noorden zowel ecologisch als economisch kan geholpen worden en welke de eventuele diplomatieke samenwerking met dat gebied zou kunnen zijn?

Er kan trouwens ook medische hulp geboden worden, want 80% van de Noord-Koreanen lijdt aan TBC, wat een bijzonder grote hinderpaal blijkt voor de Zuid-Koreanen om hun families uit het Noorden in het Zuiden te kunnen ontvangen, omdat zij eigenlijk een besmetting meebrengen, wat het ontwikkelde Zuiden liever niet ziet gebeuren.

Ons parlementair bezoek van eind april, waaraan collega Van Quickenborne ook heeft deelgenomen, heeft duidelijk gemaakt dat het land onder meer in een medische, ecologische en economische rampsituatie verkeert met miljoenen hongerdoden voor gevolg. De Verenigde Naties hebben er al op gewezen dat het land na deze zomer opnieuw in een hongersnood-situatie zal terechtkomen. Onze steun en onze voorstellen kunnen via de E. U. en de UNDP geherformuleerd en ook opgetrokken worden om deze humanitaire ramp te helpen voorkomen. Is de minister van Buitenlandse zaken bereid dit met zijn collega's te bestuderen, en binnen welke termijn denkt hij tot voorstellen te kunnen komen?

Het gevolg van de Kim-Kimtop is alvast ook dat Noord-Korea zijn grenzen openstelt, ook voor de V. S., voor wat betreft economische ontwikkeling en samenwerking. Zou het dan niet nuttig zijn, i. p. v. alleen een economische zending naar Zuid-Korea te sturen van 25 november tot 1 december a. s., er ook een tweede voor te bereiden naar het Noorden? Onze goede relatie met Zuid-Korea zou daardoor zeker kunnen verstevigd worden.

Wanneer Noord-Korea in Brussel met onze medewerking een diplomatiek bureau zou kunnen openen zoals het er nu al een heeft in Parijs, om de samenwerking te kunnen activeren met de Belgische overheid en met het Europees Parlement en de Commissie, zouden we al een heel stuk kunnen opschuiven in de richting van toekomstige diplomatieke relaties. Trouwens hebben voor het ogenblik verschillende landen onderhandelingen aangeknoopt om tot echte diplomatieke relaties met Noord-Korea te komen. Ik denk niet dat we als Korea-vriend zomaar aan de zijlijn kunnen blijven toekijken?

We kunnen ook een "militair" voorstel formuleren - daarom ben ik blij dat de minister van Landsverdediging hier aanwezig is - waarom niet een openlijke poging doen om de VS ervan te overtuigen af te zien van het hen door de high-tech-wapenindustrie opgedrongen Missile Defence System, nu het Noorden inderdaad ook zijn testen met lange-afstandsraketten in de koelkast heeft gestopt en waarschijnlijk ook volledig zal afblazen als daarop positief wordt geantwoord?

Het zou een bijzondere blijk van steun zijn aan de Sunshine-politiek van President Kim Dae-Jung om in Brussel iets substantieels ten voordele van deze hereniging te realiseren. Onze Koreaanse Ambassadeur Choi Dae-hwa zei trouwens in zijn openingsrede van het Symposium over de Koreaanse Oorlog heel duidelijk: `I hope and pray, with the participants here today, that this historic summit will gain the fruitful results that we all aspire to.'

Op deze wijze zou een nieuwe "Duif van de Stille Morgen", deze keer een vredesduif, haar vleugels over het herenigde Korea kunnen uitspreiden en zo duidelijk maken dat de 106 Belgische gesneuvelden niet totaal zinloos achtergebleven zijn.

De heer Vincent Van Quickenborne (VU-ID). - Omdat de minister van Buitenlandse Zaken niet aanwezig is, zal ik maar kort spreken. Ik had over dit onderwerp trouwens samen met mijn collega's Maertens en Dallemagne, die inmiddels ook al moest vertrekken, graag een mini-debat gehouden. We waren eind april nog op zending in Noord-Korea en hebben een zekere sympathie opgevat voor de 22 miljoen mensen die daar in schrijnende omstandigheden leven.

De top tussen de twee presidenten is van onschatbare waarde voor de regio. De beelden op televisie waren onvergetelijk: Kim Jong Il, de teruggetrokken kluizenaar, ontpopte zich zowaar tot een sympathieke teletubbie. De cover van The Economist twee weken geleden toonde een foto van diezelfde Kim Jong Il met daarboven "Greetings earthlings", gegroet aardse wezens, ik ben ook maar iemand van vlees en bloed. Belangrijker evenwel is de appreciatie van de Zuid-Koreaanse bevolking waarvan negentig procent positief staat tegenover het resultaat van de Top met slechts drie procent negatief ingestelde mensen. De ontmoeting heeft de landen dus opnieuw bij elkaar gebracht. Ik hoop trouwens dat dit ooit ook met Taiwan en de Volksrepubliek China mag gebeuren.

De top is belangrijk omdat hij aangeeft dat Noord-Korea een actieve buitenlandse politiek wil gaan voeren. De diplomatieke contacten met Italië, Australië en andere landen bewijzen dit. Het land wil ook contact zoeken met de Verenigde Staten. Deze houding staat schril tegenover het voorheen gevoerde passieve, teruggetrokken, geïsoleerde buitenlands beleid. Ik herinner mij - net vóór mijn vertrek - een ontmoeting met de directeur-generaal Buitenlandse Zaken, die verklaarde dat relaties tussen ons land en Noord-Korea uitgesloten waren, precies omwille van het feit dat Noord-Korea zich niet wil inschakelen in een wereldorde. Dat argument lijkt nu toch meer en meer weg te vallen.

Vervolgens was er het optimisme te zien in de straten van Pyongyang. Men heeft daar ook gemerkt dat de president van Zuid-Korea "president" - hetgeen een eerste erkenning van de soevereniteit van Zuid-Korea inhoudt sinds 1953 - werd genoemd, dat Zuid-Korea als staat werd erkend en dat de beide heren elkaar de hand hebben geschud. Het respect van de Noord-Koreaanse leiders voor Zuid-Korea is een zeer belangrijk signaal voor de bevolking.

Er was ook de `geheime' ontmoeting tussen Jiang Zemin en Kim Jong Il. Jiang Zemin wees erop dat een openstelling op de wereldeconomie een economische heropleving van een land kan teweeg brengen. Met de beelden van het bezoek van Kim Jong Il aan een Chinese computerfirma wilde men de indruk wekken dat hij dat ook in zijn land mogelijk achtte. Er is dus perspectief voor de Noord-Korea, waar al miljoenen hongerdoden zijn gevallen en overleven in de komende maanden niet zeker is. In die zin is een economische heropleving zeer belangrijk.

De top was ook belangrijk als signaal voor de wereldgemeenchap. Dat is te danken aan de Sunshine-politiek van Kim Dae-Jung, die afzag van zijn vroegere dreigementen aan het adres van Noord-Korea om het land desgevallend op te slorpen. Dit signaal heeft Noord-Korea uit zijn isolement gehaald.

Noord-Korea wordt ook gesterkt door de experimenten in China en Vietnam, waar men ziet dat een communistisch regime kan samengaan met een openstelling op de wereldeconomie. Tussen haken: ik kan dit niet volledig onderschrijven, omwille van de situatie van de mensenrechten in deze landen.

Er is hoop. De Top was en is belangrijk. Gelet op het bezoek dat een aantal parlementsleden weliswaar niet officieel hebben gebracht, zou een symbolisch gebaar ten opzichte van Noord- en Zuid-Korea niet onbelangrijk zijn.

De vraag is natuurlijk wat het symbool moet zijn. Hierover hebben we lang gediscussieerd, onder meer over de opening van een diplomatieke post zoals Australië en Italië, maar volgens mij is dat voorlopig een stap te ver. Alleszins zou op zijn minst contact moeten worden gelegd met vertegenwoordigers van Zuid-Korea, met het oog op een bespoediging van de hereniging van Noord- en Zuid-Korea, wat zou aanduiden dat ons land gevoelig is voor de problematiek aldaar.

Onze eventuele financiële steun moet erop gericht zijn de problematiek van de energie van dat land aan te pakken. Ter plaatse heb ik immers vastgesteld dat fabrieken nauwelijks draaien - ze halen slechts 10 tot 20% van de capaciteit - dat er circa twintig stroompannes per dag zijn en dat de bevolking kampt met voedseltekorten. Via de Europese Unie moet ons land een supplementair steentje bijdragen om Korea op een goed spoor te zetten.

In onze contacten met de omringende landen van Noord- en Zuid-Korea moeten we de aandacht vestigen op het belang van de hereniging en de goede verstandhouding tussen beide landen.

Hierbij wijs ik onder meer op het belang van de rol van de Verenigde Staten. De Verenigde Staten zijn nog steeds voor een deel de voogd van Zuid-Korea, hoewel de autonomie van Zuid-Korea met deze Top deels hersteld is. Alleszins blijven de Verenigde Staten voogd als het gaat over militaire aangelegenheden en veiligheidskwesties. Op dat vlak zijn ze heer en meester en bevelen ze wat de Zuid-Koreanen moeten doen.

Niettemin is de snelheid van de Koreaanse hereniging ook rechtstreeks afhankelijk van de Amerikaanse goodwill. Met andere woorden, als ons land de Verenigde Staten kan wijzen op een aantal nefaste aspecten van hun handelingen, kan de Koreaanse hereniging worden bespoedigd.

Er werden reeds positieve stappen gedaan. Het idee van de rogue states - de schurkenstaten - werd afgezwakt. Tegelijkertijd werd het economisch embargo versoepeld, waardoor investeringen nu mogelijk zijn. Als men wil, kan er zelfs vliegtuigverkeer plaatsvinden tussen de Verenigde Staten en de luchthaven van Pyongyang, maar ik vermoed dat terzake geen plannen voor de nabije toekomst bestaan!

Bovendien stellen we vast dat het idee van het national missile defence shield, het allesomvattend verdedigingsscherm boven de Verenigde Staten, opgang blijft vinden. In dit verband heb ik interessante discussies gevolgd in de Amerikaanse pers, waaruit blijkt dat de motivatie voor zo'n schild mee werd ingegeven door het bestaan van een aantal rogue states. Als die staten verdwijnen of voortaan als minder erg worden gekwalificeerd, kan men zich afvragen waarom de Verenigde Staten obsessioneel blijven zoeken naar zo'n schild, de NAVO daarbij op sleeptouw nemend.

Volgens mij is met deze Top een argument weggevallen voor de ondersteuning van een dergelijk schild. We moeten de Verenigde Staten van dat waanidee afbrengen.

Voorts wijs ik op de aanwezigheid van 37.000 soldaten op het Zuid-Koreaanse grondgebied. Zoals de president van Zuid-Korea heeft aangegeven, staat deze aangelegenheid niet onmiddellijk ter discussie. Bovendien meen ik dat het niet aangewezen is aan te dringen op een onmiddellijke terugtrekking van de troepen.

De rol van Rusland is al evenmin onbelangrijk, aangezien president Putin binnenkort op bezoek gaat naar Noord-Korea. Rusland heeft steeds een dubbelzinnige relatie gehad met Noord-Korea. Enerzijds heeft Rusland het ontstaan van Noord-Korea mogelijk gemaakt met de installatie van de marionet-puppet Kim Il Sung. Anderzijds probeert Rusland contact te zoeken met Zuid-Korea. Een verenigd Korea is immers ook van groot belang voor Rusland.

Ten slotte de rol van China. China is de enige geloofwaardige partner voor Noord-Korea en heeft tegelijkertijd een goede relatie met Zuid-Korea.

Het is belangrijk dat we ook in onze contacten met China durven zeggen dat dit land er alles aan moet doen om dit probleem op te lossen.

Ik sluit af met een enkele belangrijke accenten, punten die we moeten blijven signaleren, ook al heb ik er goede hoop op dat de beide volkeren herenigd zullen worden. Aan de punten die collega Maertens al heeft opgesomd, wil ik er nog enkele toevoegen. De top tussen Noord en Zuid was goed, maar enkele dingen zijn niet aan bod gekomen. Het veiligheidsaspect werd niet echt aangekaart. Er is geen datum afgesproken voor een tegenbezoek. Er zijn geen vertegenwoordigingskantoren opgericht. De situatie van de vluchtelingen werd niet besproken. Heel wat vluchtelingen uit Noord-Korea trekken naar China en worden daar verkocht als prostituees. Dat blijft een probleem dat ook in de internationale pers aan bod komt. Tot slot is er nog het probleem van de wapenhandel. Noord-Korea wordt ervan verdacht wapens te verkopen aan Syrië, Irak en Libië en dat verdient onze blijvende aandacht. Slotsom, onze fractie verwacht van de Belgische regering een symbolisch gebaar aan het adres van Noord-Korea ter bespoediging van de hereniging en vrede op het schiereiland.

De heer André Flahaut, minister van Landsverdediging. - België levert op Europees niveau een bijdrage aan de humanitaire hulp aan Noord-Korea. De Europese Commissie heeft dit jaar nog aanzienlijke voedselhulp verstrekt.

Op het ogenblik lopen er geen bilaterale hulpprojecten voor Noord-Korea, omdat België met dat land geen diplomatieke betrekkingen onderhoudt en het niet tot de concentratielanden behoort die door Ontwikkelingssamenwerking zijn vastgelegd.

Van 11 tot 16 december eerstkomend gaat een economische zending naar de republiek Zuid-Korea. Het is evenwel nog iets te vroeg om een zending naar Noord-Korea te overwegen. De contacten tussen Noord- en Zuid-Korea, die ingevolge de interkoreaanse top geleidelijk op gang zullen komen, zullen de situatie op het Koreaanse schiereiland doen omslaan. We moeten erop toezien welke richting die evolutie zal uitgaan.

De Europese Unie heeft kennis genomen van de wens van Noord-Korea om in Brussel een vertegenwoordigingsbureau te openen. Die vraag wordt momenteel onderzocht. België wenst dat de Europese Unie een gecoördineerd beleid voert ten opzichte van Noord-Korea, waarbij rekening wordt gehouden met de evolutie van de situatie op het Koreaanse schiereiland.

Het tot stand brengen van diplomatieke betrekkingen is een belangrijke stap in het uitbouwen van betrekkingen tussen twee landen. De evolutie van de politieke situatie in Noord-Korea en het interkoreaans verzoeningsproces worden op de voet gevolgd en de concrete resultaten ervan zullen worden onderzocht.

De Koreaanse staten zullen de veiligheidsvraagstukken bespreken in een bilateraal militair comité dat binnenkort wordt opgericht. President Kim Dae Jung kondigde dit belangrijk nieuws aan op 25 juni jongstleden. Hij liet tevens weten dat de Republiek Korea de coördinatie met de Verenigde Staten en Japan zal voortzetten en dat het nauwe contacten met China en Rusland zal onderhouden. De landen die er rechtstreeks belang bij hebben, worden dus betrokken bij de interkoreaanse besprekingen over de veiligheid.

De dag na de interkoreaanse top richtte premier Verhofstadt aan president Kim Dae Jung een brief die ik persoonlijk mocht overhandigen, met daarin de steun van de Belgische regering voor het gevoerde beleid. Het hoeft dan ook geen betoog dat het detenteproces dat met deze top tot stand kwam, op de steun van ons land kan rekenen.

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Het verheugt mij dat er in Brussel een bureau zou kunnen komen, zij het een op Europees niveau. Dit kan de samenwerking alleen maar verbeteren, aangezien de agenten van dit bureau ook met de Belgische regering gemakkelijker overleg zullen kunnen plegen.

Enerzijds ben ik blij dat de minister aan president Kim Dae Jung de volledige steun van de Belgische regering heeft kunnen toezeggen door middel van de brief van de eerste minister. Anderzijds blijft de uitgestoken hand jammerlijk leeg. Op het Europees niveau kunnen we weldra wel wat meer doen, maar daarbij staat vooralsnog geen cijfer en van technische hulp wordt niet gesproken. Ik besef wel dat Noord- Korea niet behoort tot de concentratielanden waar België prioriteit aan geeft. Ik zie ook wel in dat de economische zending van eind december te vroeg komt om daaraan nog veel te wijzigen. Een bezoek aan Noord-Korea vraagt zoveel voorbereiding dat dit pas in 2001 mogelijk wordt.

Samengevat betreur ik toch dat er van concrete hulp aan de Noord-Koreanen al bij al weinig of geen sprake is. Dat is precies wat ze op het ogenblik nodig hebben. Ik vraag de minister dat hij deze bedenking aan zijn collega van Buitenlandse Zaken meedeelt. We kunnen later nog op deze kwestie terugkomen en daar mogelijk in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen een debat over organiseren. Dit najaar zullen we alleszins over Korea opnieuw een discussie voeren. Bij die gelegenheid kunnen we het allicht ook hebben over de militaire aspecten van de zaak. Ook op dat terrein is er immers een snelle evolutie waar te nemen.

M. André Flahaut, ministre de la Défense. - Je veux simplement préciser qu'il y aura, avant la fin de l'année, un intérêt certain pour cette partie du monde. En effet, non seulement une mission économique s'y rendra, mais une visite du premier ministre et du ministre des Affaires étrangères est prévue dans le courant du mois d'octobre, si je ne me trompe.

Pour avoir été présent dans des circonstances historiquement importantes, la commémoration de la Guerre de Corée, et avoir très nettement senti au sein de la population cette volonté de réunification, je crois pouvoir dire que le processus va s'accélérer et aboutira plus vite qu'on ne le pense en général.

- Het incident is gesloten.