2-47

2-47

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 25 MEI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Didier Ramoudt aan de minister van Binnenlandse Zaken over «het licentiaatdiploma criminologie, de opleiding privé-detective, de opleiding politie en de opleiding bewakings- en beveiligingsmanagement» (nr. 2-262)

De voorzitter. - De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie, antwoordt namens De heer Antoine Duquesne, minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Didier Ramoudt (VLD). - Sedert een tiental jaren beschikken de Belgische universiteiten over een primeur. Ze bieden namelijk een volwaardige licentiaatsopleiding criminologie aan. De opleiding duurt vier jaar en bestaat uit een grondige studie van het strafrecht en alle aanverwante domeinen, van het politionele over het psychologische naar het criminologische domein.

Jammer genoeg werd vergeten jobs te creëren voor de afgestuurde criminologen. De meest voor de hand liggende optie is bij de politie te gaan. Indien de kandidaten zich door de talloze ingangsexamens hebben geworsteld, moeten ze nog minimum een jaar school volgen waar grosso modo dezelfde cursussen worden gedoceerd dan tijdens hun licentiaatsopleiding, meestal zelfs in veel beknoptere vorm. Voor het merendeel van die cursussen kan een licentiaat criminologie dan nog niet eens vrijstellingen krijgen. Dit geldt ook voor de twee jaar durende opleiding van privé-detective, ook al hebben de betrokkenen de materie al uitvoerig gestudeerd.

Eenzelfde situatie tekent zich af in de hele bewakings- en beveiligingssector. Ik wijs er trouwens op dat de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel sinds geruime tijd specifieke cursussen inzake bewakings- en beveiligingsmanagement en privé-politie en justitie, al dan niet verplicht, in hun programma hebben opgenomen.

Aangezien criminologen over het merendeel van de noodzakelijke theoretische bagage beschikken, is het logisch dat ze na hun studies enkel nog een praktische opleiding in de diverse sectoren volgen.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen.

Is de minister op de hoogte van deze problematiek?

Heeft hij al initiatieven genomen om een oplossing te bewerkstelligen?

Is de minister minstens van plan initiatieven te nemen om deze abberaties uit de wereld te helpen?

De heer Marc Verwilghen, minister van Justitie. - Minister Duquesne laat weten dat de door de heer Ramoudt aangekaarte problematiek hem genoegzaam bekend is.

Hij wijst erop dat de opleidingen in de privé bewakingssector een zeer op deze sector afgestemde inhoud hebben. De programma's zijn vastgelegd in de koninklijke besluiten tot regeling van de opleidingen die toegang geven tot de uitoefening van functies in de privé veiligheidssector en dienen dan ook als minimumprogramma's te worden beschouwd.

Hoewel in de licentiaatopleidingen recht, criminologie en in de politieopleidingen wel eens vakken worden gedoceerd die ook zijn opgenomen in de minimale opleidingsprogramma's van die koninklijke besluiten, kunnen ze doorgaans niet als een equivalent worden opgevat, omdat ze meestal onvoldoende op de sector zijn afgestemd. Zo omvat het vak recht een zeer grondige studie van de wetgeving inzake de privé veiligheidssector, terwijl afgestudeerde juristen en politiemensen tijdens hun opleiding doorgaans helemaal niet met deze materie in aanraking komen.

Niets belet echter de scholen voor criminologie of de politiescholen om hun programma inzake keuzevakken lichtjes bij te stellen en af te stemmen op de minimale programma's vastgelegd in de genoemde koninklijke besluiten. In dat geval komen ook deze scholen in aanmerking voor een erkenning als opleidingsinstelling overeenkomstig de bewakings- en detectivewet, zodat ook zij getuigschriften kunnen afleveren die toegang geven tot functies in de privé veiligheidssector.

Aangezien de huidige programma's van deze scholen soms al raakvlakken vertonen met de privé veiligheid en daardoor misschien reeds ten dele beantwoorden aan de minimumprogramma's van de koninklijke besluiten is dergelijke aanpassing wellicht niet zo moeilijk.

Ten slotte wijst de minister er nog op dat de diensten van de Algemene Rijkspolitie belast zijn met de naleving van de detective- en bewakingswet en dat die in het verleden reeds contacten hebben gelegd met bepaalde scholen voor criminologie ten einde de opleidingen meer op elkaar af te stemmen. Het initiatief ligt daardoor volgens de minister bij de scholen. Zij zijn de best geplaatsten om te verhelpen dat licentiaten in de criminologie geen toegang krijgen tot professionele activiteit in de beveiligingssector.

De heer Didier Ramoudt (VLD). - Ik dank de minister vooral voor de laatste zinnen van zijn antwoord, waarin hij in feite toegeeft dat het niet zinvol is de huidige situatie te laten voortduren. Het is inderdaad niet normaal dat een licentiaat opnieuw zijn kennis en kunde moet bewijzen over een materie waarin hij is afgestudeerd.