2-46 | 2-46 |
Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). - In de eerste helft van april hebben de Afghaanse Talibanautoriteiten duizenden ambtenaren, van wie het overgrote deel vrouwen, ontslagen. Door het werkverbod konden de vrouwen sinds geruime tijd hun functie niet meer uitoefenen. Toch ontvingen ze nog steeds hun loon. Door hun ontslag verliezen ze thans deze broodnodige inkomsten.
De Internationale Conventie betreffende de economische, sociale en culturele rechten, die in 1976 in werking is getreden, garandeert onder andere het recht op arbeid en het recht op vorming en opleiding voor elke burger van de verdragsluitende partijen. Daarnaast is er nog de Internationale Conventie betreffende de eliminatie van elke vorm van discriminatie jegens vrouwen. Beide verdragen werden door Afghanistan ondertekend. Bovendien moet elke verdragsluitende partij geregeld aan het VN-comité betreffende de economische, sociale en culturele rechten een verslag voorleggen.
Het probleem is echter veel ruimer, want de positie van de Afghaanse vrouw in het algemeen is zeer betreurenswaardig en zelfs mensonwaardig. Vooral in de steden worden vrouwen uit het politieke, het economische, het sociale en het culturele leven gebannen. Ze mogen geen beroepswerkzaamheden meer verrichten. Ze worden helemaal gediscrimineerd op onderwijsvlak. Ze genieten geen enkele juridische bescherming. Hun bewegingsvrijheid wordt beknot en gelijke toegang tot de gezondheidszorg is uit den boze. Het spreekt voor zich dat Afghanistan vandaag onderaan de wereldranglijst inzake de eerbiediging van de rechten van de vrouw staat.
Daarom zou ik graag van de minister willen vernemen welke initiatieven de Verenigde Naties tot op heden hebben genomen om de problematiek betreffende het werkverbod voor vrouwen in Afghanistan bij de Talibanoverheid aan te kaarten en om eventueel sancties op te leggen?
Welke houding neemt de Belgische overheid aan ten aanzien van deze discriminatie en welke initiatieven heeft onze regering tot op heden genomen?
Verleent ons land financiële steun aan NGO's in Afghanistan en, zo ja, voor welke projecten? Hebben deze projecten een genderdimensie? Heeft België ontwikkelingshelpers in Afghanistan? Zijn dat gemengde hulpploegen? Maken er vrouwen deel van uit?
Ten slotte had ik graag geweten of de Afghaanse overheid nog steeds haar verplichtingen nakomt betreffende de rapportering aan het Comité betreffende de economische, sociale en culturele rechten?
De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. -De Verenigde Naties hebben reeds meermaals schendingen van de mensenrechten en andere wantoestanden in Afghanistan, waaronder de discriminatie jegens vrouwen, aangeklaagd. Onlangs heeft de VN-commissie voor de mensenrechten te Genève een resolutie aanvaard die de schendingen van de mensenrechten scherp veroordeelt. Tijdens de werkzaamheden van voornoemde commissie werd tevens het verslag "Intégration des droits fondamentaux des femmes et de l'approche sexospécifique." verspreid. Dit verslag handelt over de zending van mevrouw Radhika Coomaraswamy in september 1999 in opdracht van de Economische en Sociale Raad van de VN, Ecosoc. Dat verslag maakt melding van een lichte verbetering in de voor de rest zorgwekkende toestand van de vrouw in Afghanistan. Basisscholen voor meisjes zouden zijn heropend en in de gezondheidszorg zou er voortaan beperkte werkgelegenheid voor vrouwen zijn.
De invloed van de internationale gemeenschap op het Talibanbewind is vrij gering, vermits het niet door de Verenigde Naties wordt erkend en bovendien het voorwerp uitmaakt van sancties uitgevaardigd door de VN-Veiligheidsraad op basis van resolutie 1267 wegens de niet-uitlevering van de internationale terrorist Osama bin Laden. Het Talibanregime acht zich niet gebonden door VN-verdragen die door vorige Afghaanse regeringen werden ondertekend, en geeft daarom ook geen gevolg aan de rapporteringsverplichtingen die daaruit voortvloeien.
De Belgische regering onderschrijft de standpunten van de Verenigde naties en van de Europese Unie terzake, doch onderhoudt evenmin diplomatieke betrekkingen met het Talibanregime.
Mevrouw Sabine de Bethune (CVP). -Tijdens het debat over het Actieplatform van de Wereldvrouwenconferentie van Peking vorige week in dit halfrond heeft minister Onkelinx aangekondigd dat de regering gewonnen is voor een gender mainstreaming en dat de Ministerraad jaarlijks genderklemtonen zal leggen voor het beleid van elk departement.
In het licht hiervan vraag ik de minister van Buitenlandse Zaken om in zijn beleidsnota in het hoofdstuk over de mensenrechten bijzondere aandacht te besteden aan de rechten van de vrouw in het algemeen en aan deze van de Afghaanse vrouw in het bijzonder. Honderdduizenden vrouwen worden door het Talibanregime eigenlijk als niet-mens beschouwd.
Tegenover de lichte verbetering van de situatie in het onderwijs en de gezondheidszorg staat een uigesproken verslechtering in de overheidsdiensten. Het Belgische mensen- en vrouwenrechtenbeleid moet terzake een bewuste strategie uitbouwen en dit thema regelmatig op de Europese agenda plaatsen, zodat naar middelen kan worden gezocht om de mensenrechten in Afghanistan op een aanvaardbaar peil te brengen.
Vanuit het Belgisch Parlement zijn wij bereid een poging te doen de solidariteit hierrond te ontwikkelen. Ik weet echter dat een en ander niet door België alleen kan worden aangepakt, maar vraag wel dat ons land het voortouw neemt op het Europese niveau.
De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. - Maandag vergadert de raad Algemene Zaken van de Europese Unie. Ik zal vragen dit punt op de agenda te plaatsen. Ik weet niet of het maandag al zal kunnen worden behandeld, maar ik beloof de discussie hierover op dat niveau te openen.