2-25

2-25

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 27 JANVIER 2000 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Erika Thijs au ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques sur « le financement des centres d'accueil des victimes du trafic des êtres humains » (n° 2-110)

Mevrouw Erika Thijs (CVP). - De parlementaire onderzoekscommissie heeft destijds, in haar eindverslag van maart 1994, aan de Kamer gesteld dat de opvang van de slachtoffers van mensenhandel één van de cruciale punten van het beleid inzake mensenhandel zou zijn. De drie onthaalcentra voor de opvang en begeleiding van de slachtoffers van mensenhandel, de VZW Pag-Asa in Brussel, de VZW Payoke in Antwerpen en de VZW Sürya in Luik, kampen momenteel met een groot structureel probleem, namelijk de verdere financiering van hun werkingskosten na 31 december 1999.

Op federaal niveau was voor een periode van vijf jaar, namelijk van 1995 tot 31 december 1999, via het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid, per centrum voorzien in een subsidie van 4,5 miljoen, ten laste van de Nationale Loterij. Voor zover we weten is er sedertdien geen enkele beslissing meer genomen over de verlenging ervan, niettegenstaande dit fonds het grootste aandeel levert in de subsidies voor de onthaalcentra. Voor de VZW Sürya te Luik wordt de situatie helemaal penibel daar zij noch van het Gewest, noch van de Gemeenschap een vaste subsidie ontvangt. Voor deze VZW geldt enkel een projectsubsidie, terwijl Pag-Asa en Payoke structurele subsidies krijgen. Aangezien de VZW Sürya over geen enkele subsidie beschikt sinds 1 januari 2000, is ze verplicht om haar personeel te ontslaan en vanaf 31 januari de deuren te sluiten. Dat betekent dat de 24 slachtoffers die er nu verblijven, vanaf 1 februari op straat staan en dat er geen nieuwe slachtoffers kunnen worden opgevangen.

Wat is de huidige stand van zaken? Is er ondertussen een beslissing genomen zodat de financiering van de onthaalcentra voor slachtoffers van mensenhandel via het Impulsfonds voor het Migrantenbeleid, ten laste van de Nationale Loterij, kan worden voortgezet? Of is het de bedoeling de federale financiering te laten doodbloeden? Kan de Nationale Loterij niet in een vast bedrag voorzien ten voordele van deze drie onthaalcentra? Kan er geen interministerieel overleg plaatsvinden opdat alle gewesten deze onthaalcentra erkennen als opvangcentra voor slachtoffers van mensenhandel zodat ook hier een blijvende structurele financiering kan worden opgezet?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - Ik ben mij bewust van de problematiek. Ik kan bevestigen dat de drie onthaalcentra in het verleden inderdaad door middel van een jaarlijkse dotatie van de Nationale Loterij aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding werden gesubsidieerd. Sinds 1996 bedraagt de subsidie 313 miljoen. Ze wordt als volgt verdeeld: 80 % bij de ondertekening van het voorlopig winstverdelingsplan en 20 % bij de ondertekening van het definitieve winstverdelingsplan. De Nationale Loterij kan in verband met de verdeling alleen maar de instructies van de Ministerraad uitvoeren. Ze kan zich niet mengen in het beleid terzake. Als het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding hetzelfde beleid blijft voeren en de beschikbare middelen dus aan dezelfde instanties verdeelt, is er in principe geen probleem. In het voorstel van winstverdelingsplan voor het jaar 2000 dat ik mijn collega's heb bezorgd, maar dat pas volgende week wordt besproken is voorzien in datzelfde bedrag van 313 miljoen. Ik heb niet de indruk dat dit bedrag, dat sinds 1996 aan onthaalcentra wordt besteed, zal worden betwist. De subsidiëring zal dus niet veranderen als het beleid van het Centrum zelf niet verandert, maar daarin kan ik mij niet mengen. Daarnaast kunnen echter geen projecten worden gesubsidieerd. Ofwel wordt 313 miljoen gegeven aan een bepaald centrum, dat autonoom zijn beleid bepaalt ofwel niet. Ik wil de werkwijze die in het verleden werd toegepast, voortzetten.

Ik wil wel een interministerieel overleg met de gewesten opstarten, maar het betreft hier uiteindelijk een bevoegdheid van de gewesten. Ik zie niet in welke meerwaarde ik kan inbrengen.

De betrokken centra mogen dus gerust zijn; ze zullen de komende weken of maanden niet met een structureel probleem worden geconfronteerd. Gelet op de annuïteit van de begroting kan ik mij echter maar over één jaar uitspreken.

Mevrouw Erika Thijs (CVP). - Het geld wordt inderdaad wel uitgekeerd. Het is echter op dit ogenblik dat er een probleem is. We zitten in een overbruggingsperiode. Voor Pag-Asa en voor Payoke rijst er geen probleem. Zij worden immers structureel geholpen door het Vlaamse Gewest. Sürya krijgt echter niets en kan dus het personeel niet uitbetalen. Dinsdag staan inderdaad 24 slachtoffers op straat. Kan er geen tussentijdse oplossing worden gevonden?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. -Ik ben er niet tegen dat de betrokken organisatie rechtstreeks in contact treedt met de Nationale Loterij of met het kabinet, om een tussentijdse financiering te regelen. Voor mij is dat geen probleem.