2-24

2-24

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 20 JANUARI 2000 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Michiel Maertens aan de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken over «de uitvoering over de historische rechten tussen België en Groot-Brittannië» (nr. 2-98)

De heer Michiel Maertens (AGALEV). - Vorige week was de problematiek van de hertog van Wellington en zijn Belgisch salaris aan de orde, voortvloeiend uit de heldendaden van een verre voorvader te Waterloo.

Een paar weken geleden haalde ook collega Devolder een gelijkaardige problematiek aan, maar dan in omgekeerde orde, namelijk dit van de historische visserijrechten van de Bruggelingen in de Engelse territoriale wateren.

Mochten dit zuiver historische discussies zijn, dan zou ik daar geen vraag over stellen. Maar die historische rechten hebben invloed op de dagelijkse broodwinning van boeren en vissers. En dat is belangrijk. Daarom stel ik de minister voor deze zaken in een protocol te regelen met de Britse regering.

Is hij bereid dit te doen en met welke beleidsopties?

De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. - Blijkbaar hebben een aantal burgers de Belgische staat voor de rechter gedaagd naar aanleiding van een beslissing uit 1988. Toen werd aan de hertog van Wellington een aantal gronden in eigendom gegeven ter vervanging van een vroeger jaarsalaris van 100 000 Belgische frank, dat in de Belgische begroting werd opgenomen. Deze zaak is nog steeds aanhangig bij het gerecht. Ik kan hierover dus geen verklaringen in het Parlement afleggen. Voor meer details over de financiële kant van het dossier verwijs ik naar de minister van Financiën. Op dat departement werd destijds over de beslissing onderhandeld.

Wat de historische visserijrechten van de Bruggelingen in de Engelse territoriale wateren betreft, kan ik alleen maar verwijzen naar het antwoord dat de minister van Landbouw een paar weken geleden aan de heer Devolder gaf.

Aangezien beide zaken een totaal verschillend karakter en een andere oorsprong hebben en aangezien de schenking aan de hertog van Wellington het onderwerp uitmaakt van een gerechtelijke procedure, meen ik dat het op dit ogenblik niet gepast is hierover te praten met de Britse regering.