2-16

2-16

Belgische Senaat

Parlementaire handelingen

DONDERDAG 9 DECEMBER 1999 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vragen

Mondelinge vraag van de heer Joris Van Hauthem aan de eerste minister over «de eventuele koppeling van het Waals tabaksdecreet aan de Vlaamse zorgverzekering» (nr. 2-66)

De voorzitter. - Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, antwoordt namens de heer Guy Verhofstadt, eerste minister.

De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Het mogelijke beroep bij het Arbitragehof vanwege de regering tegen het zogenoemde tabaksdecreet van het Waals gewest, is al enkele malen geagendeerd geweest op de Ministerraad. Een beslissing is er nog niet gevallen, naar verluidt omdat de PS-ministers erop aandringen dat ook het Vlaamse decreet dat een zorgverzekering voor hulpbehoevende bejaarden in het leven roept, voor het Arbitragehof wordt aangevochten. Alhoewel de eerste minister ontkent dat beide dossiers gekoppeld zijn, verklaart de Waalse minister-president dat er wel degelijk van een koppeling sprake is.

Kan de eerste minister bevestigen dat de regering naar het Arbitragehof stapt om de vernietiging van het Waalse tabaksdecreet te vragen? Kan de eerste minister bevestigen of ontkennen dat dit dossier gekoppeld is aan het dossier van het Vlaamse decreet over de zorgverzekering ?

Mevrouw Magda Aelvoet, minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - De regering koppelt de beide dossiers niet aan elkaar. Op het ogenblik wordt wel nog juridisch uitgeplozen of het überhaupt nodig is beroep bij het Arbitragehof aan te tekenen. Er zitten immers drie belangrijke elementen in de uitspraak van het Arbitragehof. Ten eerste mogen diversifiëringsproducten niet strenger behandeld worden dan tabak. Ten tweede mag er tot juli 2003 reclame voor tabak worden gemaakt op plaatsen waar internationaal gerenommeerde wedstrijden en dergelijke worden gehouden. Vooral dit punt veroorzaakte heel wat opschudding. Ten derde stelt het Arbitragehof ook zeer duidelijk dat het verbod op tabaksreclame een federale bevoegdheid is. Dat betekent dus dat de federale minister, in casu ik, alle macht heeft terzake op te treden als er overtredingen worden vastgesteld.

Als de regering evenwel van oordeel zou zijn dat ze om volledig veilig te spelen toch beter een annulatieverzoek indient, dan zal dat gebeuren en uiteraard tijdig, namelijk vóór eind december.

De heer Joris Van Hauthem (VL. BLOK). - Ik dank de minister voor het antwoord. Ik neem er akte van dat de heer Di Rupo als minister-president blijkbaar iets uit zijn duim gezogen heeft.