2-15

2-15

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

JEUDI 2 DÉCEMBRE 1999 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Jacques Devolder au ministre de l'Intérieur et au ministre de la Justice sur «les mesures de sécurité à l'occasion de l'Euro 2000» (n° 2-46)

M. le président. - M. Rik Daems, ministre des Télécommunications et des Entreprises et Participations publiques, répond au nom de MM. Antoine Duquesne, ministre de l'Intérieur, et Marc Verwilghen, ministre de la Justice.

De heer Jacques Devolder (VLD). - Nu de finalisten van de eindronde van Euro 2000 zijn gekend en nu geweten is dat Engeland en Duitsland, de twee landen met probleemsupporters, zich hebben gekwalificeerd, kunnen de veiligheidsdiensten zich daarop voorbereiden. Om de veiligheid van de toeschouwer maximaal te waarborgen, werd onder meer een sluitend ticketsysteem bedacht. Sinds de jongste WK-eindronde in Frankrijk weten we dat de supporters die zonder ticket naar Frankrijk waren afgereisd, voor de grootste heibel hebben gezorgd. Men zal zich de mensonterende incidenten in Lens herinneren.

Vandaag blijkt dat het kaartensysteem van Euro 2000 niet zo sluitend is als men had gewild. Via internet worden immers kaarten op de zwarte markt aangeboden. Dat is verontrustend. De kans bestaat dat er volgend jaar in België en Nederland voor Euro 2000 een zwartekaartencircuit zal bestaan. Dat kan supporters zonder ticket ertoe aanzetten om gedurende de voetbalkampioenschappen toch naar één van de beide, of naar beide organiserende landen af te reizen. Die mogelijkheid moet zo vlug mogelijk worden uitgesloten.

In de Nederlandse Tweede Kamer zijn alvast voorstellen geformuleerd om de zwartekaartenmarkt, die via internet wordt opgezet, onmogelijk te maken. Er werd aangedrongen op strenge straffen voor koper en verkopers op de zwarte markt.

Hebben de Belgische organisatoren al overleg gepleegd met hun Nederlandse collega's en is er op ministerieel niveau al justitieel overleg geweest?

In België zal via het snelrecht worden gepoogd de voetbalvandalen bij Euro 2000 en andere wedstrijden te bestrijden. Zijn er ook maatregelen genomen tegen het zwartemarktmechanisme voor toegangskaarten en wordt in straffen voorzien?

De heer Rik Daems, minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties. - Aangezien Euro 2000 een evenement is dat veel aandacht verdient zal ik de heer Devolder de antwoorden overhandigen, zodat hij ze kan gebruiken bij zijn verdere parlementaire werkzaamheden.

De minister van Binnenlandse Zaken geeft het volgend omstandig antwoord. Inzake de ticketverkoop voor Euro 2000 werd wel degelijk overleg gepleegd tussen de departementen Binnenlandse Zaken van België en Nederland, de Stichting Euro 2000 en de UEFA. Er werden duidelijke en strenge voorwaarden verbonden aan de ticketverkoop om zwartemarktfenomenen zo veel mogelijk in te dijken. Als zwartemarktfenomenen kunnen worden vermeld: het verbod op de verkoop van meer dan twee tickets per persoon, de niet-overdraagbaarheid van de tickets, het laattijdig verzenden van de tickets, cross-check van de aangevraagde tickets en andere elementen. Aan de organisator van voetbalwedstrijden worden inzake het ticketbeleid een aantal verplichtingen opgelegd die vervat zijn in de wet van 21 december 1998 waarbij onder meer een strikte scheiding van rivaliserende supporters als uitgangspunt wordt genomen. De vraagsteller kent ongetwijfeld de details van deze wet. Volgens het gemeen strafrecht wordt het in omloop brengen van nagemaakte tickets strafbaar gesteld. In het antwoord van de minister vindt de heer Devolder een aantal elementen op grond waarvan dit gebeurt en ook de strafmaten.

Wat de bestrijding van de zwarte markt bij de ticketverkoop naar aanleiding van Euro 2000 betreft, dient te worden gewezen op titel V van de voetbalwet die een aantal bepalingen bevat inzake misdrijven betreffende de onrechtmatige verdeling van toegangsbewijzen. Ook hieromtrent kan de heer Devolder een hele reeks gedetailleerde elementen terugvinden. Langs deze weg kan het verdelen of verkopen van één of meer geldige toegangsbewijzen voor een voetbalwedstrijd, hetzij in overtreding van het uitgiftesysteem bepaald in de voetbalwet, hetzij zonder uitdrukkelijke of voorafgaande toelating van de organisator met de bedoeling hierdoor het verloop van internationale voetbalwedstrijden te verstoren of met een winstoogmerk, gestraft worden met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met een geldboete van 200 tot 20000 frank, of één van deze straffen alleen.

Zowel de toepassing van het gemeen strafrecht als de toepassing van Titel V van de voetbalwet vallen onder de bevoegdheid van de minister van Justitie. De minister van Binnenlandse Zaken en de minster van Justitie hebben in een omzendbrief van 13 oktober 1999, houdende de richtlijnen aan de politiediensten naar aanleiding van Euro 2000, trouwens gevraagd consequent op te treden bij elke vorm van overtreding.

Aangezien Nederland hiervoor geen gelijkaardige wetgeving heeft, dringen we er bij de Tweede Kamer op aan dat ze een initiatief hiertoe neemt. Voorlopig is het nog afwachten hoe Nederland op deze uitnodiging ingaat.

Euro 2000 is een gezamenlijk initiatief dat nog heel wat overleg zal vergen. Een van de kwesties die we daar bespreken is de intensivering van de controle op de toegangsbewijzen door de stewards die in de politiediensten van beide landen worden ingeschakeld. De minister van Binnenlandse Zaken meldt dat die discussie nog niet is afgerond.

De minister van Justitie voegt daar nog aan toe dat ook samenwerking met de privé-sector nodig is om de verkoop via internet te identificeren en op een aangepaste manier te regelen. Ticketverkoop via internet opsporen is echter geen sinecure, aangezien dit een hele retracement vereist. De ontmanteling van een netwerk is bovendien een moeilijke, omslachtige en tijdrovende karwei, waarvan de minister op het ogenblik de slaagkans niet kan inschatten.

De antwoorden van mijn twee collegae bevatten nog een aantal andere elementen, maar ik acht het niet mijn taak om hier als een papegaai te komen navertellen wat zij hebben uitgewerkt. De essentie heb ik reeds gegeven, de volledige tekst van hun antwoord zal ik ter beschikking stellen van de vraagstellers en van de voorzitter, zodat hij ze desgewenst in het verslag kan laten opnemen en aan de geïnteresseerde senatoren kan bezorgen.