2-15 | 2-15 |
De voorzitter. - De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, antwoordt namens de heer André Flahaut, minister van Landsverdediging.
De heer Jean-Marie Dedecker (VLD). - In maart 1997 kwam een schandaal aan het licht. Duikers-ontmijners van de zeemacht zouden ten onrechte gevarenpremies hebben opgestreken. De verloning van de duikersprestaties wordt geregeld door het koninklijk besluit van 21 januari 1971.
De onregelmatigheden kwamen aan het licht toen de toenmalige minister van Landsverdediging, de heer Poncelet, de belachelijk lage verloning van 263 frank per uur - om zestig meter diep te duiken en daar mijnen onschadelijk te maken - wilde verhogen. In opdracht van de auditeur-generaal bij het Krijgshof werd een onderzoek ingesteld, dat werd uitgevoerd door de stafchef van de marine.
Graag kreeg ik van de minister een antwoord op volgende vragen.
Is het gerechtelijke onderzoek reeds afgesloten en zo ja, met welk gevolg?
Werden of worden eventueel onrechtmatig geïnde duikerspremies van de betrokkenen teruggeëist?
Wanneer wordt er een nieuw en dan waterdicht vergoedings- en betalingssysteem van kracht ter aanpassing van het koninklijk besluit van 21 januari 1971? Wordt dit systeem al dan niet met terugwerkende kracht toegepast?
De heer Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken. - De minister van Landsverdediging deelt het volgende mede.
Het al dan niet afronden van het gerechtelijk onderzoek en de gevolgen van het onderzoek vallen onder de bevoegdheid van de gerechtelijke macht en daarin kan de minister niet ingrijpen.
Het al of niet terugeisen van onrechtmatig uitbetaalde duikerspremies hangt uiteraard af van de resultaten van het onderzoek.
Een nieuw stelsel van maandelijkse toelagen van 18.500 frank, geïndexeerd, voor de duikers en 9.250 frank, geïndexeerd, voor de hulpduikers, zal worden ingevoerd na de inwerkingtreding van een ontwerp van koninklijk besluit houdende toekenning van een duiktoelage aan het militair personeel van de krijgsmacht. De onderhandelingen met de syndicale organisaties werden op 25 juni 1999 afgesloten met een protocol van akkoord en de Inspectie van Financiën heeft op 11 mei 1999 een gunstig advies gegeven. In het kader van de budgettaire en administratieve controleprocedures werd het dossier op 7 oktober aan de minister van Ambtenarenzaken voorgelegd. In de huidige stand van de procedure wordt een inwerkingtreding met terugwerkende kracht op 1 januari 1999 overwogen.