2-3

2-3

Sénat de Belgique

Annales parlementaires

MERCREDI 14 JUILLET 1999 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Vérification des pouvoirs et prestation de serment de nouveaux membres

Vérification des pouvoirs et prestation de serment des sénateurs cooptés

Vérification des pouvoirs des sénateurs-suppléants auxquels le Sénat a accordé un délai pour justifier de leur éligibilité

M. le président. - L'ordre du jour appelle la vérification des pouvoirs des nouveaux membres, des sénateurs cooptés, ainsi que des sénateurs suppléants auquel le Sénat avait accordé un délai pour justifier de leur éligibilité.

La parole est à Mme Leduc pour donner lecture du rapport de la commission de Vérification des Pouvoirs.

Mevrouw Jeannine Leduc (VLD), rapporteur. - Uw commissie heeft de geloofsbrieven onderzocht van mevrouw Van Riet, de heer Geens en de heer Destexhe, senatoren-opvolgers die in aanmerking komen om de heren Verwilghen, Verhofstadt en Michel te vervangen overeenkomstig artikel 50 van de Grondwet en artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931.

Ze heeft vervolgens de geloofsbrieven onderzocht van de dames Kaçar en Cornet d'Elzius, senatoren-opvolgers die in aanmerking komen om respectievelijk mevrouw Vogels en de heer Hasquin te vervangen overeenkomstig artikel 1bis van de wet van 6 augustus 1931.

Aangezien de geloofsbrieven van deze opvolgers op 1 juli jongstleden door onze assemblee geldig verklaard zijn, heeft uw commissie het niet nodig geacht een bijkomend onderzoek te verrichten.

Bijgevolg heeft ze de eer mevrouw Van Riet, de heer Geens en de heer Destexhe enerzijds en de dames Kaçar en Cornet d'Elzius anderzijds toe te laten als lid van de Senaat.

Anderzijds heeft de commissie kennis genomen van de aanwijzingen op 13 juli 1999 door de Agalev-fractie van de Vlaamse Raad en door de PRL-FDF-MCC-fractie van de Franse Gemeenschapsraad, overeenkomstig artikel 211, §7, van het Kieswetboek, om te voorzien in de vervanging van mevrouw Dua enerzijds en van de heer Miller, ontslagnemend, anderzijds.

Het gaat respectievelijk om de heer Malcorps en de heer De Decker.

De commissie acht de procedure van het onderzoek van de geloofsbrieven overbodig aangezien dit onderzoek reeds verricht is door de bevoegde assemblee.

Uw commissie stelt dan ook voor de heer Malcorps en de heer De Decker toe te laten als lid van de Senaat.

Bovendien moest uw commissie de geloofsbrieven van de gecoöpteerde senatoren onderzoeken.

Ze heeft kennis genomen van de lijsten die de fracties overeenkomstig artikel 220, §3, van het Kieswetboek aan de griffier van de Senaat gezonden hebben.

Aangewezen zijn:

Overeenkomstig artikel 67, §1, 6°, van de Grondwet:

- voor de Agalev-fractie: de heer Maertens;

- voor de SP-fractie: mevrouw Lindekens;

- voor de VLD-fractie: mevrouw Kestelyn-Sierens en de heer Remans;

- voor de Vlaams Blok-fractie: de heer Creyelman;

- voor de CVP-fractie: mevrouw De Schamphelaere.

Overeenkomstig artikel 67, §1, 7°, van de Grondwet:

- voor de PS-fractie: mevrouw Laloy en de heer Santkin;

- voor de PRL-FDF-MCC-fractie: de heer Malmendier;

- voor de PSC-fractie: mevrouw Nyssens.

Uw commissie heeft vastgesteld dat het aantal namen voor elke lijst overeenstemt met het aantal toegekende zetels.

Bovendien hebben de gekozenen bewezen dat ze voldoen aan de door de Grondwet gestelde verkiesbaarheidsvoorwaarden.

Uw commissie heeft dan ook de eer voor te stellen de voornoemde tien personen toe te laten als lid van de Senaat.

Ten slotte had de Senaat tijdens zijn vergadering van 1 juli jongstleden op voorstel van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven besloten een uitstel van zeven dagen te verlenen aan de heer Van Bouchaute, mevrouw Colombie-Wenmeekers en de heer Cammarata, senatoren-opvolgers die op 13 juni 1999 verkozen zijn en die op die datum het bewijs van hun verkiesbaarheid nog niet geleverd hadden.

Uw commissie heeft de dossiers van deze verkozenen heden opnieuw onderzocht en heeft vastgesteld dat ze voldoen aan al de door de Grondwet gestelde verkiesbaarheidsvoorwaarden.

Uw commissie stelt dan ook voor de geloofsbrieven van deze personen als senatoren-opvolgers geldig te verklaren.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Het verwondert mij dat in het verslag niet wordt verwezen naar artikel 67, § 2 van de Grondwet. Dit artikel bepaalt dat één van de Nederlandstalige senatoren zijn domicilie in Brussel-Hoofdstad moet hebben. Deze bepaling werd eenvoudigweg niet onderzocht. Men heeft de reden waarom er niet aan moet worden tegemoetgekomen, ook niet geformuleerd. Het is bijzonder onzorgvuldig van de commissie dat zij een grondwetsbepaling zomaar terzijde schuift en niet eens motiveert waarom ze niet wordt nageleefd. Ik zou daarvoor graag een verklaring krijgen.

M. le président. - Monsieur Vandenberghe, étant donné que vous étiez présent, vous savez que j'avais convoqué les chefs de groupe de tous les partis à une réunion officieuse pour examiner le déroulement de la séance de cet après-midi. Je constate que personne n'a soulevé ce problème à ce moment-là.

Par ailleurs, vous savez très bien que les services procèdent à la vérification des pouvoirs et préparent en détail la réunion de la Commission de vérification des pouvoirs. Cette commission vient de se réunir dans le Bureau du greffier.

On a déjà répondu à cette question lors d'une précédente occasion. Vous connaissez donc la réponse aussi bien que moi, à savoir qu'on ne peut que déplorer qu'aucun sénateur néerlandophone ne soit domicilié à Bruxelles. Chacun en est conscient mais la Constitution ne prévoit aucune sanction pour le non-respect de cette disposition. Il n'est pas davantage précisé dans la Constitution ou l'une ou l'autre loi d'exécution, rédigées par des sénateurs ou des députés pleins de sagesse, qui doit se sacrifier pour pouvoir satisfaire à cette disposition.

Ce débat a également été mené lors d'une précédente séance d'installation du Sénat. Je ne veux pas que l'on fasse un quelconque reproche aux services sur ce point. Ils ont attiré mon attention sur cette situation.

Par ailleurs, je lis à la page 6 des Annales du 1er juillet que "Votre Commission a en outre constaté que la condition imposée par l'article 67, § 2, 1er alinéa, n'est pas encore remplie, étant donné qu'aucun sénateur élu par le collège électoral néerlandais n'avait son domicile dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale au jour de l'élection."

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Nog niet!

M. le président. - Naturellement, mais nous avons attiré l'attention sur ce point. Que peut faire de plus la Commission de vérification des pouvoirs, si ce n'est constater qu'il n'est toujours pas satisfait à cette disposition ?

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - Het minste dat een commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven kan doen is nagaan of alle grondwetsartikelen zijn gerespecteerd. In welk land komen wij terecht als aan de ene kant de overheid al haar beslissingen uitvoerig moet motiveren en aan de andere kant de Senaat zomaar beslist geen rekening te houden met een van de artikelen van de Grondwet, zonder daarvan zelfs maar gewag te maken in het verslag van de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven. Dat is toch niet ernstig!

M. le président. - Je n'approuve pas ce point de vue. Moi-même ainsi que tous les membres de la commission sommes pleinement conscients du problème, mais nous jugeons que continuer à se lamenter à ce sujet n'a guère de sens, étant donné que personne ne sait de quelle façon résoudre le problème. Monsieur Vandenberghe, je veux bien vous rejoindre devant le mur des lamentations et m'adresser à la Providence en espérant qu'elle nous offre une solution. Le constituant précédent ne l'a en tout cas pas donnée. Espérons que le prochain constituant le fera. En tant que futur membre de la commission des réformes institutionnelles, je m'engage personnellement à résoudre ce problème avec vous.

Étant donné que l'opposition a toujours le dernier mot, je vous donne encore l'occasion de réagir à ces propos.

De heer Hugo Vandenberghe (CVP). - De meerderheid heeft het laatste woord alleen bij de stemming, mijnheer de voorzitter. Daar komt het per slot van rekening op aan.

De CVP-fractie blijft bij haar oorspronkelijk standpunt en vraagt derhalve een afzonderlijke stemming over het deel van het verslag dat handelt over de geloofsbrieven van de gecoöpteerde senatoren. Wij willen de goedkeuring van de geloofsbrieven van de andere senatoren die vandaag de eed afleggen helemaal niet betwisten.

M. le président. - Pour la bonne marche des choses et pour satisfaire à la demande de M. Vandenberghe, je mets aux voix les conclusions du rapport concernant les sénateurs cooptés.

- Les conclusions du rapport concernant les sénateurs cooptés sont adoptées par assis et levés.

- Les conclusions du rapport concernant les nouveaux membres et des sénateurs-suppléants sont adoptés à l'unanimité par assis et levés.

M. le président. - Je prie les membres dont les pouvoirs viennent d'être validés, de prêter le serment constitutionnel.

- Mme Iris Van Riet et M. André Geens prêtent serment en néerlandais, M. Alain Destexhe prête serment en français, Mme Meryem Kaçar prête serment en néerlandais, Mme Christine Cornet d'Elzius prête serment en français, M. Johan Malcorps prête serment en néerlandais, M. Armand De Decker prête serment successivement en français et en néerlandais, M. Michiel Maertens, Mme Kathy Lindekens, Mme Mimi Kestelyn-Sierens, MM. Jan Remans et Frank Creyelman et Mme Mia De Schamphelaere prêtent serment en néerlandais, Mme Marie-José Laloy, MM. Jacques Santkin et Jean-Pierre Malmendier prêtent serment en français, Mme Clotilde Nyssens prête serment successivement en français et en néerlandais.

Je donne à ces membres acte de leur prestation de serment et les déclare installés dans leur fonction de sénateur. (Applaudissements)