(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans
De tekst van deze vraag is dezelfde als van vraag nr. 239 aan de minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, die hiervoor werd gepubliceerd (blz. 281).
Antwoord : Als staatssecretaris voor de Buitenlandse Handel ben ik niet belast met de leiding van een departement. Ik heb wel de voogdij over de Belgische Dienst voor de buitenlandse handel. Deze instelling is ook op het vlak van haar personeelsbeleid autonoom en heeft mij desgevraagd meegedeeld dat zij geen specifieke maatregelen genomen heeft ter bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Het globale personeelsbestand is voor 58 % uit vrouwen en voor 42 % uit mannen samengesteld. Alleen in niveau 1 is de situatie 1/3 vrouwen tegen 2/3 mannen. De instelling die zelf haar personeel recruteert, doet een inspanning om ook in niveau 1 het aantal vrouwen te verhogen. Zo zal bijvoorbeeld binnenkort een vrouwelijk informaticus statutair aangeworven worden. Het rechttrekken van deze historische toestand zal nog wat tijd vergen, daar de vernieuwing van de kaders traag verloopt.
De instelling beschikt over een budget inzake vorming van 3 miljoen. Deze vormingen worden echter het laatste jaar vooral gericht op bureautica en informaticatoepassingen voor alle personeelsleden.
Verder worden de vrouwelijke personeelsleden van niveau 1 aangezet de specifieke vormingen van OFO te volgen.