Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-6

ZITTING 1999-2000

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 161 van de heer Kelchtermans d.d. 19 november 1999 (N.) :
Cocaïnehandel. ­ Exportvergunningen voor chemische producten.

De Colombiaanse politiechef Rosso Jose Serrano stelde tijdens een recent werkbezoek aan president Clinton dat België een sleutelrol speelt in de bestrijding van de Colombiaanse cocaïnehandel. Volgens hem worden de chemische producten die gebruikt worden om de rauwe cocabladeren om te zetten in cocaïnepoeder vooral vanuit ons land ingevoerd.

Daarom kreeg ik graag van de geachte staatssecretaris antwoord op de volgende vragen.

1. Heeft zich op de uitvoer van chemische producten naar Colombia die zouden kunnen aangewend worden voor de verwerking van cocabladeren ? Zo ja, om welke middelen en welke hoeveelheden handelt het ? Zo neen, welke stappen onderneemt hij om dit in kaart te brengen ?

2. Was zijn departement zich bewust van de cruciale rol die ons land op dit vlak in de bestrijding van de cocaïnehandel zou kunnen spelen ? Zo ja, welke maatregelen werden er in het verleden genomen om misbruik van deze producten maximaal te beperken ? Zo neen, welke stappen overweegt hij om hieraan dringend paal en perk te stellen ?

Antwoord : 1. Overeenkomstig de vigerende Belgische wetgeving terzake, is de minister van Volksgezondheid bevoegd voor de uitvoer van chemische producten of zogenoemde « precursoren », dit wil zeggen stoffen die kunnen gebruikt worden voor de (illegale) fabricatie van verdovende middelen en psychotrope stoffen.

2. De dienst der verdovende middelen, afdeling van de Algemene Farmaceutische Inspectie, is belast met het toezicht op de uitvoer van deze producten en is verantwoordelijk voor de aflevering van de uitvoervergunning.