2-284/1

2-284/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

12 JANUARI 2000


Wetsontwerp met betrekking tot de retroactieve toepassing van de vrijstellingen die zijn bepaald in de zetelakkoorden met de internationale intergouvernementele organisaties inzake inkomstenbelastingen en met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen


Evocatieprocedure


ONTWERP OVERGEZONDEN DOOR DE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS TIJDENS DE VORIGE ZITTINGSPERIODE EN VAN VERVAL ONTHEVEN (1)


Uiterste datum voor evocatie : 27 januari 2000.
Onderzoekstermijn : 60 dagen.

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Wanneer een zetelakkoord door België gesloten met een internationale intergouvernementele organisatie, op het stuk van inkomstenbelastingen of met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen voorziet in vrijstellingen van belasting die gelden vanaf de datum waarop het zetelakkoord is ondertekend of vanaf een vroegere datum, en wanneer aanslagen, gevestigd vóór de bekendmaking van de wet houdende instemming met het zetelakkoord in het Belgisch Staatsblad, strijdig zijn met de vrijstellingen waarin het akkoord voorziet, kunnen de schuldenaars van die aanslagen in afwijking van de bepalingen van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, aan de directeur van de belastingen nog een bezwaar tegen die aanslagen richten binnen een termijn van een jaar na de bekendmaking van de wet houdende instemming met het zetelakkoord in het Belgisch Staatsblad .

Daarnaast kan de directeur der belastingen nog ambtshalve ontheffing van de in het eerste lid bedoelde belastingen verlenen, wanneer de overbelastingen door de administratie werden vastgesteld of door de belastingschuldige aan de administratie werden bekendgemaakt binnen een termijn van een jaar na de bekendmaking van de wet houdende instemming met het zetelakkoord in het Belgisch Staatsblad .

Enkel de werkelijk door de internationale organisatie of door haar personeel aan de Schatkist betaalde bedragen aan belastingen komen in aanmerking om te worden terugbetaald aan de organisatie of aan haar personeel, naargelang van het geval.

De beslissingen genomen door de directeurs der belastingen krachtens dit artikel, kunnen het voorwerp uitmaken van gerechtelijke voorzieningen overeenkomstig de bepalingen die terzake van toepassing zijn in fiscale zaken.

Artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is niet van toepassing op de ontheffingen die overeenkomstig dit artikel worden toegestaan.

Art. 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Brussel, 22 april 1999.

De voorzitter van de
Kamer van volksvertegenwoordigers,

Raymond LANGENDRIES.

De griffier van de
Kamer van volksvertegenwoordigers,

Francis GRAULICH.


(1) Wet van 24 december 1999 (Belgisch Staatsblad van 12 januari 2000).