Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 2-2

ZITTING 1999-2000

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 62 van de heer Decaluwe d.d. 20 september 1999 (N.) :
Politiehervorming. ­ Pensionering. ­ Uitvoeringsbesluiten.

In de overgangsbepalingen van de wet van 7 december 1998 tot de organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (art. 235 ­ art. 257) zijn een aantal artikelen opgenomen in verband met het personeel, onder andere het vrijwillig verlof voorafgaand aan de pensionering en de vrije keuze van de toepasselijke statuten. De inwerkingtreding van deze artikelen wordt echter afhankelijk gesteld van de door de Koning te nemen uitvoeringsbesluiten. Voor vele van de personeelsleden van de huidige politiediensten creëert het uitblijven van deze koninklijke besluiten een grote onzekerheid.

In dit verband had ik graag van de geachte minister een antwoord bekomen op de volgende vraag :

1. Zijn er reeds koninklijke besluiten genomen tot uitvoering van de bovenvermelde wet en in het bijzonder een koninklijk besluit, die de inwerkingtreding van bepaalde artikelen (art. 236 ­ art. 239) regelt ?

Zo niet, wanneer zullen deze koninklijke besluiten uitgevaardigd worden ?

Antwoord : Ik kan het geachte lid de volgende antwoorden verstrekken op zijn vraag.

Momenteel zijn in uitvoering van de wet van 7 december 1998 tot de organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, reeds een aantal uitvoeringsbesluiten genomen. In de door u aangehaalde materie werden nog geen uitvoeringsbesluiten genomen.

Bij mijn aantreden heb ik mij in eerste instantie gebogen over de methodologie die gevolgd zal worden bij de inwerkingstelling van de hervormingen. Deze methodologie staat nu vast en in de komende maanden zal een begeleidingscomité, onder voorzitterschap van mijzelf en in voorkomend geval van mijn collega van Justitie, samen met een aantal werkgroepen de nodige toepassingsmaatregelen op de wet van 7 december 1998 uitvaardigen. Eén van de prioriteiten van dit begeleidingscomité is het verder concretiseren van de algemene principes van het statuut van de politieambtenaren, vastgelegd in de artikelen 123 tot 140 van de wet van 7 december 1998.

Zonder mij te willen vastpinnen op een datum, verwacht ik terzake begin volgend jaar de eerste ontwerpen van uitvoeringsbesluiten aan de vakverenigingen te kunnen voorleggen.

Ik begrijp dat er bij de personeelsleden van de huidige politiediensten enige ongerustheid bestaat. Vaak valt dit evenwel te herleiden tot een gebrek aan correcte informatie. Daarom heb ik besloten een geïntegreerd communicatieorgaan in werking te stellen dat de politieambtenaren continu op de hoogte moet houden van de evoluties op het vlak van de politiehervorming.