2-168/1

2-168/1

Belgische Senaat

ZITTING 1999-2000

18 NOVEMBER 1999


Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 73 van de nieuwe gemeentewet, betreffende het verbod voor bloed- en aanverwanten om in dezelfde gemeenteraad zitting te nemen

(Ingediend door de heer Patrik Vankrunkelsven)


TOELICHTING


Luidens artikel 73 van de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988 mogen bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad of echtgenoten geen lid zijn van eenzelfde gemeenteraad. Een van de achterliggende bedoelingen van deze bepaling is ongetwijfeld te verhinderen dat vooral in kleinere gemeenten een familie of een groep van families de plaatselijke politiek domineert, wat de kwaliteit en de openheid van de lokale democratie kan ondermijnen. Men stelt echter vast dat deze bepaling ook een keerzijde heeft, die zwaar kan doorwegen op de democratische samenstelling en de kwaliteit van de gemeenteraad.

In de politieke praktijk wordt dit artikel dikwijls gebruikt om bloed- en aanverwanten tegen elkaar uit te spelen en misbruikt om potentieel bekwame gemeenteraadsleden monddood te maken. Bekwame plaatselijke politici hebben soms geen recht om te zetelen, zelfs ondanks hun rechtstreekse verkiezing, omdat de politieke tegenpartij moedwillig binnen de derdegraadverwantschap een tegenkandidaat uitspeelt, met de verwachting dat deze kandidaat volgens de hanteerbare quotiënten de zetel krijgt toegewezen. In deze situatie wordt de toewijzing van die zetel niet alleen herleid tot een soms pijnlijke keuze tussen familieleden, maar wordt ook totaal geen rekening gehouden met de democratische keuze van de kiezer zelf. Rechtstreeks verkozen kandidaten mogen hun kiezers dikwijls niet vertegenwoordigen, omdat ze het moeten afleggen tegen een bloed- of aanverwant op eenzelfde of andere politieke lijst. De betrokken kandidaat of partij van de kandidaat maakt bovendien kiezers ontevreden, wegens schijnbaar kiezersbedrog en omdat dit wetsartikel geenszins bij de bevoling is gekend.

De bepaling van artikel 73 verhindert onrechtstreeks ook onbaatzuchtig politiek engagement van potentiële kandidaten. Immers, bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad verbieden samen te zetelen is zeer verregaand. Concreet kan dit tot situaties leiden waarbij de politieke kansen van twee tot zelfs drie generaties op gemeentelijk niveau worden gehypothekeerd. De eenvoudige verwantschap tussen bijvoorbeeld een politiek actieve nonkel en zijn nicht, die bijvoorbeeld de dochter is van de broer van zijn vrouw, betekent voor die nicht dat zij gedurende jaren zelf niet kan zetelen in de gemeenteraad. Nochtans kan het leeftijdsverschil tussen deze twee verwanten gemakkelijk 25 jaar zijn. Naast het beknotten van de democratische keuze van de kiezer kunnen eveneens het engagement, de politieke inzichten en het idealisme van potentiële kandidaten door deze bepaling worden geremd.

Het kan niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest om met artikel 73 deze voor de democratie negatieve gevolgen in de hand te werken. Om deze negatieve gevolgen te keren volstaat het om de mogelijkheid om als bloed- en aanverwanten samen te zetelen in de gemeenteraad te herdefiniëren.

Ogenschijnlijk is vanuit democratisch oogpunt de meest radicale wetswijziging die waarbij verwantschap geen enkele rol speelt bij het democratisch verwerven van een zetel in de gemeenteraad. Nochtans is ook de bezorgdheid van de wetgever, namelijk voorkomen dat in vooral kleinere gemeenten de politiek een dominante familieaangelegenheid wordt, essentieel. Het evenwicht tussen de voor- en nadelen van artikel 73 bestaat er dan ook in om de graad van verwantschap opnieuw ter discussie te stellen.

Dit wetsvoorstel beoogt de derdegraadsbepaling te wijzigen in tweede graad. Bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad of echtgenoten kunnen in de toekomst dan geen lid zijn van eenzelfde gemeenteraad. Hierdoor blijft de geest van de wet behouden. Tegelijkertijd echter worden de mogelijke negatieve gevolgen op het vlak van de vertegenwoordiging en het engagement van potentiële kandidaten, zoals hierboven beschreven, sterk gemilderd.

Op een moment dat nieuwe politieke cultuur niet mag verworden tot een leeg begrip en iedereen, zowel de publieke opinie als de volksvertegenwoordiging, van mening is dat de democratie in al haar facetten moet worden opgewaardeerd, kan een kleine wetswijziging bijna onmerkbaar gunstige gevolgen hebben voor de gemeentelijke politieke praktijk. Het is uiteraard geen fundamentele wijziging die kan omschreven worden als een onderdeel van een nieuwe politieke cultuur, maar toch zijn de overwegingen en de intenties die met dit wetsvoorstel gepaard gaan waardevol voor het plaatselijke politieke bedrijf.

Patrik VANKRUNKELSVEN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 73, eerste lid, eerste zin, van de nieuwe gemeentewet worden de woorden « derde graad » vervangen door de woorden « tweede graad ».

Art. 3

Deze wet treedt in werking op een door de Koning te bepalen datum en uiterlijk vóór de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraden.

Patrik VANKRUNKELSVEN.