Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-97

ZITTING 1998-1999

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Vervoer

Vraag nr. 1429 van de heer Caluwé d.d. 4 november 1998 (N.) :
NMBS. ­ Kaart « kosteloze begeleider ».

Vanaf 1 februari 1998 werd bij de NMBS de gele kaart « bijzondere vergunning » (kaart voor gratis begeleider) vervangen door « kosteloze begeleider ».

Deze kaart geeft gehandicapten het recht te reizen in het gezelschap van een andere persoon met één enkel vervoerbewijs. De gehandicapte betaalt het normale tarief, de begeleider reist gratis. Het « normale tarief » is het tarief waarop de persoon in kwestie recht heeft, rekening houdend met eventuele reductiekaarten.

De kaart « kosteloze begeleider » wordt afgeleverd wanneer de persoon met een handicap :

­ een vermindering heeft van zelfredzaamheid met tenminste 12 punten;

­ een blijvende invaliditeit of een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80 %;

­ een blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen van tenminste 50 % of een volledige verlamming of amputatie heeft van de bovenste ledematen.

De attesten hiervoor moeten worden afgeleverd door een erkende instantie. De kaart is 10 jaar geldig op al de Belgische treinen, op de lijnen van De Lijn, de TEC (Wallonië) en de speciale minibussen van de MIVB (Brussel).

Inmiddels heeft ook De Lijn zijn vroegere kaarten voor « gratis begeleider » vernieuwd. Ook deze kaart geeft gehandicapten het recht te reizen in het gezelschap van een andere persoon met één enkel vervoerbewijs. Deze kaart is enkel geldig voor de bussen van De Lijn.

De voorwaarden om deze te verkrijgen zijn soepeler dan die van de NMBS :

­ een visuele handicap van + 75 %;

­ een handicap van + 75 % aan de bovenste ledematen;

­ een handicap van + 50 % aan de onderste ledematen;

­ een mentale handicap van + 66 %.

Mentaal gehandicapten met een invaliditeit van slechts 66 % kunnen dus enkel deze kaart bekomen bij de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn. Hun begeleiders kunnen gratis reizen. Begeleiders die hen vergezellen bij het « treinreizen » dienen te betalen.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

­ Waarom hanteert de NMBS strengere criteria dan De Lijn ?

­ Acht hij het niet raadzaam dat de NMBS en De Lijn dezelfde criteria zouden hanteren zodat de betrokkenen niet twee maal een aanvraag zouden moeten doen ?

Antwoord : De criteria voor het afleveren van de kaart « kosteloze begeleider » werden in september 1997 vastgelegd door de NMBS, samen met het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. Dit omdat men de voordelen voor gehandicapten wou uitbreiden tot alle personen met een reëel mobiliteitsprobleem, onder andere ook de mentaal gehandicapten.

Het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu drong er hierbij op aan, dat de NMBS, net als bepaalde andere ondernemingen, zich zou baseren op de criteria, gebruikt door dit ministerie :

­ een vermindering van zelfredzaamheid met tenminste 12 punten volgens de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid;

­ een blijvende invaliditeit of een arbeidsongeschiktheid van minstens 80 %;

­ een blijvende invaliditeit van de onderste ledematen die tenminste 50 % bedraagt;

­ en volledige verlamming of amputatie van de bovenste ledematen.

Waarom 12 punten of 80 % en geen 66 % ? Volgens het ministerie is het voor een mentaal gehandicapte met minder dan 12 punten immers zonder veel moeilijkheden mogelijk alleen te reizen, na een eventuele opleiding.

Het was ook het ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu die erop stond, dat de nationale verminderingskaart op het openbaar vervoer (voor blinden) niet samen gebruikt zou worden met de kaart « kosteloze begeleider ». Deze laatste kaart is er immers om het de gehandicapte gemakkelijker te maken, met het openbaar vervoer te reizen, en niet om gratis vervoer te bieden aan beiden.