1-263 | 1-263 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 22 AVRIL 1999 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 22 APRIL 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Delcroix.
Het woord is aan de heer Delcroix.
De heer Delcroix (CVP). Mijnheer de voorzitter, sinds de inwerkingtreding van de nieuwe fiscale procedure worden de fiscale rechtsvorderingen bij de rechtbank van eerste aanleg aanhangig gemaakt bij verzoekschrift, dat wordt neergelegd ter griffie of wordt verzonden bij aangetekende brief.
De griffie moet het verzoekschrift aan alle betrokken partijen toesturen samen met de vaststelling van de rechtsdag waarop de zaak wordt ingeleid. Dit is een belangrijke vernieuwing in de fiscale procedure.
Ik verneem dat bepaalde griffies de bedoelde kennisgevingen weigeren met betrekking tot de sinds 6 april 1999 ingediende verzoekschriften. De voorzitters van de rechtbanken wijzen erop dat de rechtbanken van eerste aanleg niet over magistraten, noch over griffiepersoneel beschikken om de fiscale zaken te behandelen.
Dit heeft als belangrijkste gevolg dat de betrokken tegenpartij, namelijk de fiscus, niet op de hoogte is van het feit dat een fiscale rechtsvordering aanhangig wordt gemaakt.
De gewestelijke directies hebben overigens al bevestigd dat ze geen kennis hebben van ingestelde fiscale rechtsvorderingen.
Kan de minister meedelen welke maatregelen er kunnen worden genomen om de personeelsformatie aan te vullen met magistraten die de fiscale zaken zullen behandelen ? Wanneer zullen de fiscale zaken effectief worden behandeld ? Het gevaar bestaat immers dat er in de loop van de volgende maanden een grote rechtsonzekerheid ontstaat, die onvermijdelijk aanleiding zal geven tot betwistingen op fiscaal vlak.
De voorzitter. Het woord is aan minister Van Parys.
De heer Van Parys, minister van Justitie. Mijnheer de voorzitter, voor het grootste deel van de contentieux die heden aanhangig wordt gemaakt, beschikken de rechtbanken reeds over magistraten en personeel. Het betreft het BTW-contentieux dat vandaag reeds tot de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg behoort.
In het Belgisch Staatsblad van 9 april werd een oproep gepubliceerd tot kandidaten voor 28 bijkomende rechters en 14 bijkomende griffiers.
In mijn departement heeft op 15 april een toelichtingsvergadering plaatsgevonden met de betrokken korpsoversten. Minister Viseur was op deze vergadering aanwezig met zijn administratie om de nodige toelichtingen te verstrekken. Het was op dat ogenblik duidelijk dat de effectieve behandeling van de nieuwe zaken door de rechters pas na het gerechtelijk verlof zal plaatsvinden. De partijen dienen immers eerst hun conclusies uit te wisselen zodat de bijkomende rechters en griffiers tijdig aanwezig kunnen zijn.
Ik deel de bezorgdheid van de heer Delcroix. Wanneer zou blijken dat er op sommige plaatsen een toevloed is van te behandelen verzoekschriften, kunnen de betrokken korpsoversten steeds verzoeken contractueel personeel aan te werven. Tot op heden heb ik nog geen dergelijke verzoeken ontvangen. De korpsoversten dragen op dit vlak een grote verantwoordelijkheid aangezien ze de minister tijdig moeten waarschuwen indien er een gebrek is aan personeel. Ik beloof dat ik, zolang ik hiervoor bevoegd ben, het nodige personeel ter beschikking zal stellen.
Op basis van artikel 140 van het Gerechtelijk Wetboek moet de procureur-generaal waken over de regelmatigheid van de dienst in de rechtbanken. Wanneer mij klachten ter ore zouden komen over bepaalde griffies die de nieuwe fiscale procedure niet toepassen, dan zal ik de bevoegde procureur-generaal verzoeken om zijn toezicht uit te oefenen. Wie klachten heeft, kan die best zo snel als mogelijk melden aan mijn kabinet, zodat ik tijdig kan optreden en er geen toestand van rechtsonzekerheid ontstaat.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Delcroix voor een repliek.
De heer Delcroix (CVP). Mijnheer de voorzitter, de minister en ikzelf delen de bezorgdheid om de nieuwe fiscale wetgeving volledig te laten toepassen. Indien de nieuwe procedures niet worden gevolgd omdat de registratie wordt geweigerd, dan zal ik het kabinet daarvan op de hoogte brengen.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.