1-256 | 1-256 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 18 MARS 1999 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 MAART 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Cantillon.
Minister De Galan antwoordt namens haar collega.
Het woord is aan mevrouw Cantillon.
Mevrouw Cantillon (CVP). Mijnheer de voorzitter, mijn vraag is korter en van meer praktische aard dan de vorige. Ik heb ze een jaar geleden ook al eens gesteld. Wanneer zal de regering een beslissing nemen omtrent het al dan niet organiseren van een volkstelling in 2001 ? Indien ze dat van plan is, op welke manier denkt ze die dan te organiseren ?
De voorzitter. Het woord is aan minister De Galan.
Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. Mijnheer de voorzitter, op de korte vraag van mevrouw Cantillon, kan ik het korte antwoord voorlezen van vice-eerste minister Di Rupo.
De Hoge Raad voor de Statistiek heeft zopas de werkzaamheden beëindigd, die begonnen werden in 1995. Ze slaan op de verschillende methodes die kunnen worden gevolgd bij de organisatie van een volkstelling in 2001. De Hoge Raad moet zich in een verslag uitspreken over de voor- en nadelen van de verschillende methodes.
Het verslag wordt op het ogenblik door de leden van de Hoge Raad voor eventuele verbeteringen nagelezen en zal in de loop van de maand april beschikbaar worden.
Op basis van dit verslag zal de regering zich uitspreken over de organisatie van de volkstelling.
De voorzitter. Het woord is aan mevrouw Cantillon voor een repliek.
Mevrouw Cantillon (CVP). Mijnheer de voorzitter, kan de minister mij ook meedelen of de regering nog voor het einde van deze regeerperiode een beslissing zal nemen ?
Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. Mijnheer de voorzitter, voor zover ik daarvan op de hoogte ben, meen ik dat de regering dat inderdaad van plan is.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.