Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-83

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Sociale Zaken

Vraag nr. 1278 van mevrouw Thijs d.d. 19 augustus 1998 (N.) :
Voorwaarden terugbetaling voor CPT 11. ­ Stand van zaken in België.

In een schriftelijke vraag van 21 oktober 1997 heb ik een vraag gesteld over de erkenning van CPT 11 of Campto ® in België.

In uw antwoord van 20 januari 1998 schreef u dat de voorwaarden voor de mogelijke terugbetaling van deze farmaceutische specialiteit zouden besproken worden tijdens de vergadering van 15 januari 1998 van de TRFS.

Tot april 1998 bleek CPT 11 nog steeds niet ter sprake te zijn gekomen op de TRFS.

Daarom de volgende vragen :

1. Werd de mogelijke terugbetaling van Campto ® reeds besproken op één van de vergaderingen van de TRFS ?

2. Wat is het resultaat van deze besprekingen ?

3. De Europese richtlijnen, bekrachtigd in onze wetgeving, voorzien voor deze procedure een maximale periode van 180 dagen. Hoeveel dagen hebben wij deze periode overschreden ?

Antwoord : In antwoord op de vraag van het geachte lid meen ik het volgende te moeten meedelen.

De specialiteit Campto bevat als werkzaam bestanddeel irinotecan. Het dossier werd grondig besproken tijdens de vergadering van 9 juli 1998 van de Technische Raad voor farmaceutische specialiteiten van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering.

De raad meent dat de hoge prijs en de daaruit voortvloeiende uitgaven bij een eventuele aanvaarding van een tegemoetkoming voor die specialiteit, niet te verantwoorden zijn. Tevens wijst de raad erop dat de klinische doeltreffendheid van het geneesmiddel nog niet voldoende bewezen wordt geacht.

Dit voorlopig advies zal opgestuurd worden naar de Overeenkomstencommissie apothekers-verzekeringsinstellingen die het dossier al dan niet doorstuurt naar het Verzekeringscomité en dit laatste aan mij.

Het is tenslotte het Staatshoofd dat, onder de vorm van een koninklijk besluit, eventueel beslist om een tegemoetkoming door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen te aanvaarden.

Gelet op de overladen agenda van bovengenoemde raad was het niet mogelijk om dit dossier tijdig te bespreken en de nodige beslissingen te nemen. Daarom is de periode van 180 dagen reeds met enkele maanden overschreden.