1-1276/2 | 1-1276/2 |
24 MAART 1999
Evocatieprocedure
Art. 18
Paragraaf 2 van het voorgestelde artikel 35 vervangen als volgt :
« § 2. Na het advies van elke benoemingscommissie voor het notariaat ingewonnen te hebben, stelt de Koning ieder jaar het aantal te benoemen kandidaat-notarissen, per taalrol, vast. Dit aantal wordt vastgesteld door de Koning op basis van het aantal te benoemen notarissen-titularis, op basis van het aantal aangewezen plaatsvervangende notarissen en op basis van de behoefte aan geassocieerden. De taalrol wordt bepaald door de taal van het diploma.
Het koninklijk besluit bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt samen met een oproep tot kandidaatstelling. »
Verantwoording
Het ontwerp handhaaft het beperkte aantal open plaatsen maar voorziet in de mogelijkheid voor de notarissen-titularis om zich te associëren met kandidaat-notarissen. Dat betekent dat een groter aantal kandidaat-notarissen nodig zal zijn.
In het voorgestelde systeem wordt het maximumaantal kandidaat-notarissen die de Koning jaarlijks kan benoemen, echter beperkt tot 60 : dit zou net genoeg zijn om de bestaande notarissen-titularis te vervangen.
Het is dus niet mogelijk deze beperking te handhaven.
Art. 51
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Dit amendement vloeit rechtstreeks voort uit de afschaffing van het maximumaantal kandidaat-notarissen die jaarlijks benoemd kunnen worden.
(Subsidiair amendement op amendement nr. 1)
Art. 18
Paragraaf 2 van het voorgestelde artikel 35 vervangen als volgt :
« § 2. Na het advies van elke benoemingscommissie voor het notariaat ingewonnen te hebben, stelt de Koning ieder jaar het aantal te benoemen kandidaat-notarissen, per taalrol, vast. Dit aantal wordt vastgesteld door de Koning op basis van het aantal te benoemen notarissen-titularis, op basis van het aantal aangewezen plaatsvervangende notarisen en op basis van de behoefte aan geassocieerden. Het totale aantal mag niet hoger zijn dan 120. De taalrol wordt bepaald door de taal van het diploma.
Het koninklijk besluit bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt samen met een oproep tot kandidaatstelling. »
Verantwoording
Het ontwerp handhaaft het beperkte aantal open plaatsen maar voorziet in de mogelijkheid voor de notarissen-titularis om zich te associëren met kandidaat-notarissen. Dat betekent dat een groter aantal kandidaat-notarissen nodig zal zijn.
In het voorgestelde systeem wordt het maximumaantal kandidaat-notarissen die de Koning jaarlijks kan benoemen, echter beperkt tot 60 : dit zou net genoeg zijn om de bestaande notarissen-titularis te vervangen.
Om te voldoen aan de aanvragen tot associatie moet het beperkt aantal plaatsen dubbel zo hoog liggen.
(Subsidiair amendement op amendement nr. 2)
Art. 51
Dit artikel vervangen als volgt :
« Art. 51. In afwijking van artikel 35, § 2, eerste lid, van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt mag het totale aantal voor het eerste vergelijkend toelatingsexamen maximaal 250 bedragen en voor de daaropvolgende twee examens maximaal 120.
Een vierde van het totale aantal kandidaat-notarissen die tijdens de eerste drie jaar worden benoemd, moet tot de Franse taalrol behoren en een ander vierde moet tot de Nederlandse taalrol behoren. »
Verantwoording
Men schat dat er thans 50 kandidaat-notarissen per jaar nodig zijn om de plaatsen van ontslagnemende notarissen in te vullen. Dit aantal zal tijdelijk hoger liggen door het gedwongen ontslag van de notarissen die de in dit ontwerp ingestelde leeftijdslimiet van 67 jaar bereiken. Bovendien zullen er jaarlijks een twintigtal kandidaat-notarissen benoemd worden als « plaatsvervangende notaris ». Ten slotte moet men kunnen voorzien in de behoeften op het vlak van de geassocieerde notarissen : op dit ogenblik zou het om 200 tot 300 notariskantoren gaan.
De behoeften kunnen dus voor de jaren 2000 tot 2003 redelijkerwijs geraamd worden op 650 kandidaat-notarissen. Dit amendement beoogt dit doel dus te bereiken door voor de examens van de eerste drie jaren een afwijking in te voeren ten opzichte van het in artikel 35, § 2, bepaalde maximumaantal kandidaten.
Dankzij deze overgangsbepalingen zullen ook een aanzienlijk deel van de huidige licentiaten in het notariaat aan de slag kunnen. Daarom moet bepaald worden dat de helft van de benoemingen ten gevolge van de eerste drie examens die volgens de nieuwe wet georganiseerd worden, paritair verdeeld zullen worden tussen de Franstalige taalrol en de Nederlandstalige taalrol.
Art. 21
Paragraaf 7, laatste zin, van het voorgestelde artikel 39 doen vervallen.
Verantwoording
Het wetsontwerp verbiedt dat iemand meer dan drie keer deelneemt aan het jaarlijks examen waarin de personen geselecteerd worden die tot « kandidaat-notaris » benoemd zullen worden.
Het feit dat men in de beschreven omstandigheden niet in aanmerking komt, wijst echter helemaal niet op een of andere onbekwaamheid om het ambt uit te oefenen. Deze regeling maakt evenwel een definitief einde aan de loopbaan van deze ongelukkige kandidaten.
Bovendien zullen bijna alle licentiaten in het notariaat die aan de eerste zittingen van dit examen deelnemen, de dertig gepasseerd zijn wanneer zij tot kandidaatstelling opgeroepen worden. Deze kandidaten fungeren vaak echter al sinds jaren als medewerker van een notaris-titularis en hebben zich gespecialiseerd in welbepaalde taken. Als hun deelnemingskansen op die manier beperkt worden, dreigt heel deze generatie van licentiaten in het notariaat uit de boot te vallen want ze krijgen geen gelegenheid om zich te herscholen en zo met gelijke wapens de concurrentie aan te gaan met jonge academici die aan dit examen deelnemen.
Daarom moet men deze beperking afschaffen en deze mensen de mogelijkheid bieden zoveel keren aan het examen deel te nemen als ze zelf wensen.
Art. 26
Paragraaf 2 van het voorgestelde artikel 50 vervangen als volgt :
« § 2. Alle andere vormen van associatie of vennootschap voor de uitoefening van het beroep van notaris zijn verboden. Toegestaan zijn evenwel de associaties of vennootschappen van een notaris en licentiaten in het notariaat die aan het examen hebben deelgenomen en ten minste het minimum aantal punten hebben behaald zoals voorgeschreven in artikel 39, § 2, van deze wet. »
Verantwoording
Het wetsontwerp voorziet in de mogelijkheid voor een notaris om zijn beroep alleen of in een vennootschap uit te oefenen, om zich te associëren met andere notarissen-titularis of zelfs met kandidaat-notarissen die opgenomen zijn op het tableau dat bijgehouden wordt door een kamer van notarissen.
Tal van licentiaten in het notariaat fungeren sinds lange jaren als medewerker van een notaris-titularis. Het zou onaanvaardbaar zijn dat deze notarissen niet langer een beroep kunnen doen op deze bekwame medewerkers omdat deze samenwerking niet meer is toegestaan. Men moet notarissen-titularis en ervaren licentiaten in het notariaat dus de mogelijkheid laten een associatie of een middelenvennootschap te vormen.
Art. 49
De eerste volzin van dit artikel vervangen als volgt :
« Notarissen die bij de inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 67 jaar hebben bereikt, kunnen hun ambt blijven uitoefenen tot de leeftijd van 70 jaar. »
Verantwoording
De leeftijdslimiet die het wetsontwerp invoert, mag niet op de helling geplaatst worden want dit maakt een betere doorstroming en een stuk verjonging van het beroep mogelijk. Veel notarissen zijn echter op late leeftijd benoemd en hebben de vaak erg hoge investeringen voor de aankoop van een notariskantoor nog niet kunnen aflossen.
Dit amendement beoogt de notarissen die zevenenzestig jaar oud zijn, in staat te stellen hun ambt te blijven uitoefenen tot de leeftijd van zeventig jaar.
Art. 57
Het tweede en het derde lid van dit artikel vervangen als volgt :
« Voor de plaatsen die in het Belgisch Staatsblad vacant zijn verklaard vóór de eerste installatie van de benoemingscommissies bedoeld in artikel 38 van deze wet, kan de benoeming nog geschieden op grond van de bepalingen die van kracht waren vóór de goedkeuring van deze wet. »
Verantwoording
Men kan vrezen dat de invoering van de nieuwe benoemingsprocedure van de kandidaat-notarissen die in het wetsontwerp voorgesteld wordt, pas binnen een goed jaar zal ingaan. Als men ervan uitgaat dat het eerste deel van het examen in de loop van het eerste semester van 2001 zal plaatsvinden, moet men besluiten dat er geen benoeming in de hoedanigheid van « kandidaat-notaris » zal geschieden vóór de herfst van hetzelfde jaar. Volgens de in het wetsontwerp voorgestelde procedure zal de benoeming immers niet onmiddellijk na het verbeteren van dat examengedeelte en de uitgevoerde selectie plaatsvinden.
De benoemingscommissies moeten na verschillende adviezen en verhoren hun rangschikking mededelen aan de minister. Pas dan kan de Koning zich uitspreken.
Bijgevolg zullen de eerste benoemingen volgens deze nieuwe procedure niet plaatsvinden vóór de lente van 2002. Er bestaat geen enkele reden om de benoemingen van kandidaat-notarissen voor vacante plaatsen gedurende twee en een half jaar te blokkeren.
Dit amendement beoogt dus de afschaffing van de bepaling volgens welke alle benoemingen voor plaatsen die vanaf 3 mei 1999 vacant worden, dienen te geschieden volgens de nieuwe procedure. Het amendement bepaalt dat de nieuwe benoemingsprocedure eerst toegepast zal worden op de benoemingen voor plaatsen die openvallen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het eerste koninklijk besluit ter uitvoering van deze procedure.
Michel FORET. Claude DESMEDT. |
Art. 18
In het eerste lid van het voorgestelde artikel 35, § 2, de volzin « Het totale aantal mag niet hoger zijn dan 60. » vervangen door de volzin « Het totale aantal mag niet hoger zijn dan 150. »
Verantwoording
Er bestaat geen enkele reden om vooraf en zonder enige becijferde motivering een jaarlijks maximumaantal van 60 notarissen vast te stellen. Vermeldenswaard is daarentegen dat de cijfers die een aantal universiteiten op objectieve gronden voorgesteld hebben, veel hoger liggen.
Bijgevolg hebben de indieners van dit amendement het jaarlijks maximumaantal willen optrekken tot 150. Bovendien staat het nog altijd aan de Koning om elk jaar, naar gelang van de behoeften, het aantal te benoemen kandidaat-notarissen per taalrol vast te stellen.
Art. 51
Dit artikel doen vervallen.
Verantwoording
Dit vloeit logisch voort uit het optrekken van het in artikel 35 bepaalde maximumaantal kandidaat-notarissen.
Art. 21
In § 7 van het voorgestelde artikel 39 de volzin « Niemand kan zich meer dan driemaal kandidaat stellen. » schrappen.
Verantwoording
We zien niet goed in welke reden aangehaald kan worden om iemand slechts driemaal aan het examen te laten deelnemen.
Art. 38
In het voorgestelde artikel 68 na de eerste volzin, die het eerste lid wordt, een tweede lid invoegen, luidende :
« In afwijking van het eerste lid wordt voor het gerechtelijk arrondissement van Brussel een genootschap opgericht dat zijn zetel te Brussel heeft, en voor het arrondissement Leuven een genootschap dat zijn zetel te Leuven heeft. »
Verantwoording
Enerzijds zou de fusie van genootschappen op provinciaal vlak voor het arrondissement Brussel leiden tot een splitsing van het genootschap, wat strijdig is met de doelstelling van de fusies.
Anderzijds is het gerechtelijk arrondissement Brussel niet gesplitst.
Daaruit vloeit het volgende voort :
1. De notarissen van Halle-Vilvoorde zouden deel uitmaken van het gerechtelijk arrondissement Brussel (onder meer voor de berekening van het aantal plaatsen) maar zouden voor het overige onder de bevoegdheid van het genootschap en de kamer van de provincie Vlaams-Brabant ressorteren (die zo bevoegd zou zijn om een advies te geven over het afschaffen of het oprichten van notariskantoren in een gerechtelijk arrondissement waarvan de grenzen niet samenvallen met zijn ambtsgebied).
2. De taak van het parket van Brussel zou hierdoor bijzonder ingewikkeld worden; het zou immers controle moeten uitoefenen over notarissen die aan verschillende regels onderworpen zijn (de regels die opgesteld zijn door het genootschap van Brussel voor de notarissen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en die welke opgesteld zijn door het genootschap van Vlaams-Brabant voor de notarissen van Halle-Vilvoorde, en over twee verschillende tuchtkamers (die van Brussel-Hoofdstad en die van Vlaams-Brabant) wat de uitoefening van het ambt betreft.
N.B. Er zij opgemerkt dat de genootschappen bevoegd zijn om in hun ambtsgebied de regels vast te stellen die betrekking hebben op de notariële praktijk (het nieuwe artikel 69) en dat de overtreding van deze regels tuchtrechtelijk gestraft kan worden.
3. Door deze splitsing zouden de notarissen van Halle-Vilvoorde collectief onteigend worden voor hun aandeel in het vermogen van de kamer van Brussel, waar ze jarenlang toe bijgedragen hebben.
Daarom wordt voorgesteld om, zolang er geen wijziging komt in de gerechtelijke arrondissementen, voor Brussel en de provincie Vlaams-Brabant één genootschap per gerechtelijk arrondissement op te richten, namelijk één voor Leuven en één voor Brussel-Halle-Vilvoorde.
Magdeleine WILLAME-BOONEN. Andrée DELCOURT-PÊTRE. Dominique JEANMOYE. |
Art. 20
In de §§ 2, 3 en 4 van het voorgestelde artikel 36, de woorden « nationale Kamer » vervangen door de woorden « Vlaamse of Waalse Kamer ».
Verantwoording
Al wat verband houdt met de opleiding en de benoeming van de stagiairs zou moeten toevertrouwd worden aan een op te richten Vlaamse, respectievelijk Waalse, Kamer.
Art. 21
In de §§ 5 en 6, 1º, van het voorgestelde artikel 38, de woorden « nationale Kamer » telkens vervangen door de woorden « Vlaamse Kamer of Waalse Kamer ».
Art. 40
Het opschrift van de voorgestelde afdeling III vervangen door de woorden « Vlaamse Kamer, respectievelijk Waalse Kamer, voor notarissen ».
Art. 40
Het voorgestelde artikel 90 vervangen als volgt :
« Art. 90. Er worden een Vlaamse en een Waalse Kamer voor notarissen opgericht. Beide Kamers zijn openbare instellingen en hebben hun zetel in Brussel.
De Vlaamse Kamer van notarissen bestaat uit de genootschappen van notarissen van de gerechtelijke arrondissementen Antwerpen, Brugge, Dendermonde, Gent, Hasselt, Ieper, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oudenaarde, Tongeren, Turnhout en Veurne.
De Waalse Kamer van notarissen bestaat uit de genootschappen van notarissen van de gerechtelijke arrondissementen Aarlen, Bergen, Charleroi, Dinant, Doornik, Eupen, Hoei, Luik, Marche-en-Famenne, Namen, Neufchâteau, Nijvel en Verviers.
De notarissen met standplaats in het gerechtelijk arrondissement Brussel kiezen vrij tot welke Kamer zij behoren. »
Verantwoording
In België leven twee volksgemeenschappen met eigen culturen en eigen visie. Zij moeten in de mogelijkeheid verkeren eigen bevoegdheden uit te oefenen.
Dit amendement sluit aan bij een niet te stuiten evolutie, die zich ook aandient bij diverse vrije beroepen zoals blijkt uit de Nationale Orde van Advocaten en uit de Nationale Orde van Geneesheren.
Art. 40
In het 9º van het voorgestelde artikel 91 het zinsdeel « van het Rijk » doen vervallen.
Roeland RAES. |
Art. 18
In het voorgestelde artikel 35, § 2, de volgende zin doen vervallen « Het totale aantal mag niet hoger zijn dan 60. »
Verantwoording
Deze bepaling is te restrictief en druist in tegen de geest van de nieuwe wet, nl. het notarisambt op een objectieve manier voor valabele kandidaten openstellen. Het reële behoeftencijfer kan bovendien mogelijks sterk variëren in tijd en ruimte; niemand kan uitsluiten dat op een bepaald ogenblik 100 of 120 kandidaat-notarissen nodig zijn i.p.v. de in de wet voorziene 60.
Daarnaast voorzien de overige bepalingen van deze paragraaf in voldoende mogelijkheden om op de behoeften in te spelen, nl. via de volgende criteria om het aantal kandidaat-notarissen jaarlijks vast te stellen :
in functie van het aantal te benoemen notarissen-titularis;
in functie van het aantal laureaten van vroegere sessies die nog niet geassocieerd of niet benoemd zijn;
in functie van de behoefte aan geassocieerden.
Art. 57
Na het tweede lid een nieuw lid invoegen, luidende :
« Ten behoeve van de licentiaten in het notariaat die de stage voorzien in het kader van het notarisambt hebben volbracht, wordt door de Koning, uiterlijk tegen 31 december 1999, een eenmalige toelatingsproef georganiseerd. De Koning benoemt vervolgens de geslaagden tot kandidaat-notaris. Deze benoemingen worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. »
Verantwoording
Een verregaande hervorming vraagt veelal een gepaste overgangsregeling om voor alle betrokkenen aanvaardbaar te zijn. Momenteel werken binnen het notariaat talrijke licentiaten in het notariaat die hun stage sinds lang hebben beëindigd en die de functie van (eerste) klerk uitoefenen. Deze mensen kunnen bogen op een uitgebreide praktijkervaring en het zou onredelijk zijn hen ingevolge de nieuwe wet de ganse procedure van schriftelijk en mondeling examen via het benoemingscollege te laten doorlopen.
Vandaar dat deze overgangsregel in een eemalige operatie voorziet. Op grond van een korte examenprocedure kan een uitdovende groep bekwame licentiaten in het notariaat die sinds lang afgestudeerd zijn en de stage hebben doorlopen, de mogelijkheid worden geboden zich b.v. te laten associëren en aldus volledig in het hervormde notarisambt te participeren.
Stephan GORIS. |
Art. 4bis (nieuw)
Een artikel 4bis (nieuw) invoegen, luidende :
Art. 4bis. « In artikel 8 van dezelfde wet, vervangen bij artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 213 van 13 december 1935, bekrachtigd door het enig artikel van de wet van 4 mei 1936, en achteraf gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 1 maart 1950, worden de woorden « in de zijlijn tot een met de graad van oom en neef » vervangen door de woorden : « in de zijlijn tot en met de derde graad ».
Verantwoording
De verwijzing naar oom en neef in artikel 8 dateert nog van de periode van vóór 1958 toen vrouwen nog niet tot het notarisambt werden toegelaten.
De onbevoegdheid « ratione personae » die beoogd wordt, gaat in de zijlijn tot en met de derde graad. Dit amendement past de tekst van artikel 8 in deze zin aan.
Frederik ERDMAN. |
Art. 49
Dit artikel vervangen als volgt :
« Notarissen die de leeftijdsgrens van zevenenzestig jaar bereiken maar vóór de inwerkingtreding van deze wet benoemd zijn, kunnen hun ambt blijven uitoefenen om de totale duur van dat ambt op dertig jaar te brengen. Eén jaar voor het verstrijken van deze maximumtermijn worden zij geacht ontslagnemend te zijn. Zij kunnen hun ambt blijven uitoefenen tot de eedaflegging van hun opvolger of tot de kennisgeving van het koninklijk besluit waarbij hun plaats wordt opgeheven. »
Verantwoording
Het wetsontwerp stelt de leeftijdsgrens voor de uitoefening van het notarisambt vast op 67 jaar. Een overgangsbepaling stelt degenen die op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet de leeftijd van 64 jaar bereikt hebben, in staat hun ambt verder uit te oefenen gedurende drie jaar.
Deze twee bepalingen zijn discriminerend :
ten aanzien van degenen die benoemd zijn zonder dat er een leeftijdsgrens bepaald is en die de verwachting hadden hun ambt na de leeftijd van 67 jaar verder te kunnen uitoefenen; tal van notarissen zijn benoemd in een later stadium van hun loopbaan, rond 45 of 50 jaar, met de zekerheid dat zij hun ambt tot 70 of 75 jaar kunnen voortzetten, al was het maar om de vaak hoge leningen te kunnen aflossen die nodig zijn voor de overname van het ambt en voor de modernisering van hun kantoor;
ten aanzien van degenen die de leeftijd van 64 jaar niet bereikt hebben op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet en die zich niet kunnen beroepen op de overgangsbepaling, terwijl ze zich mogelijk in dezelfde situatie bevinden als degenen die zich er wel op kunnen beroepen. Men kan het voorbeeld aanhalen van de notaris die op 50 jaar benoemd is en die op het ogenblik van de inwerkingtreding 72 jaar is : hij zal zijn loopbaan kunnen voortzetten tot 75 jaar en zal zijn ambt dus gedurende 25 jaar uitgeoefend hebben. De notaris die daarentegen benoemd is op dezelfde leeftijd van 50 jaar en die 63 jaar is op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet, zal zijn ambt slechts tot 67 jaar kunnen uitoefenen, dus een loopbaan van 17 jaar.
Om deze problemen op te vangen wordt in het amendement voorgesteld dat de notarissen die vóór de inwerkingtreding van de wet benoemd zijn en die de leeftijd van 67 jaar bereiken, hun ambt kunnen voortzetten totdat de duur van dit ambt 30 jaar bereikt. Op die manier kunnen degenen die financiële verbintenissen aangegaan hebben, deze nakomen en zal iedereen zich op gelijke wijze kunnen beroepen op de overgangsbepaling.
Roger LALLEMAND. Robert HOTYAT. Claude DESMEDT. Stephan GORIS. André BOURGEOIS. Magdeleine WILLAME-BOONEN. |
Art. 18
In § 2 van het voorgestelde artikel 35 de volgende wijzigingen aanbrengen :
A) De woorden , « bij in de Ministerraad overlegd besluit, invoegen tussen de woorden « stelt de Koning » en de woorden « ieder jaar. »
B) De zin « Het totale aantal mag niet hoger zijn dan 60 » doen vervallen.
Verantwoording
Enerzijds moet het aantal kandidaat-notarissen op een soepele wijze kunnen worden vastgesteld. Het is daarom beter geen maximum te voorzien.
Anderzijds moeten er zekere waarborgen zijn ten aanzien van de wijze waarop het aantal vastgesteld wordt. Daarom wordt er voorgesteld dit te laten gebeuren door middel van een in Ministerraad overlegd besluit (cf. de bepaling van het aantal gerechtelijke stagiairs, artikel 259quater van het Gerechtelijk Wetboek).
Art. 21
De laatste zin van § 7 van het voorgestelde artikel 39 vervangen als volgt :
« Niemand kan meer dan driemaal aan de vergelijkende toelatingsproef voorzien in § 2 deelnemen. »
André BOURGEOIS. |
(Subamendement op amendement nr. 21 van de heer Lallemand en c.s.)
Art. 49
De voorgestelde tekst aanvullen als volgt :
« Zij worden evenwel geacht ontslagnemend te zijn zodra zij de leeftijd van vijfenzeventig jaar hebben bereikt. »
Verantwoording
Amendement nr. 21 heeft een lovenswaardig doel, namelijk de notarissen in staat stellen de leningen af te lossen die zij eventueel aangegaan hebben om hun ambt te verkrijgen, en zodoende elke discriminerende maatregel uit de weg ruimen.
Het is echter moeilijk te aanvaarden dat een notaris na het bereiken van een redelijke maximumleeftijd zijn activiteit kan voortzetten.
Het amendement heeft dan ook tot doel een absolute leeftijdsgrens vast te stellen op 75 jaar.
Claude DESMEDT. |
Art. 5
In het tweede lid van § 1 van het voorgestelde artikel 9 de woorden « tegenstrijdige belangen of » schrappen.
Verantwoording
De formulering « tegenstrijdige belangen » is te ruim. Bij de meeste akten zijn er steeds partijen met tegenstrijdige belangen betrokken (koop-verkoop, schenker-begiftigde, echtscheiding met onderlinge toestemming, ...).
Art. 8
a) De laatste zin van het eerste lid van het voorgestelde artikel 12 uit dit lid schrappen en opnieuw invoegen als een nieuw tweede lid.
b) In het derde lid, dat het vierde lid wordt, de woorden « het eerste lid » vervangen door de woorden « het eerste en het tweede lid ».
Verantwoording
In de Kamer van volksvertegenwoordigers werd een amendement aangenomen waardoor in het voorgestelde artikel 114 (artikel 43 van het ontwerp) de oorspronkelijke verwijzing naar artikel 12, eerste lid, werd gewijzigd in een verwijzing naar artikel 12, tweede lid (zie Stuk Kamer, 1432/22, 97/98, nr. 75).
Deze wijziging kan enkel worden verklaard in functie van het doorvoeren van een splitsing van het eerste lid van het voorgestelde artikel 12. Dit laatste is evenwel door de Kamer klaarblijkelijk vergeten.
Art. 21
Na de eerste zin van het laatste lid van § 2 van het voorgestelde artikel 39 de volgende zin toevoegen :
« Dit programma kan ten dele worden aangepast in functie van de beroepservaring en de leeftijd van de kandidaat. »
Verantwoording
Het is van belang te onderlijnen dat het examen dat wordt georganiseerd voor juist afgestudeerde licentiaten in het notariaat een examen van een andere aard is dan het examen van degene die reeds met 20 jaar ervaring tewerkgesteld is in het notariaat. Het gelijkheidsbeginsel, zoals gewaarborgd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, vergt dat de gelijke norm wordt toegepast ten aanzien van personen die zich in de gelijke situatie bevinden.
Echter het is duidelijk dat, in een overgangsfase, de personen die deelnemen aan de vergelijkende toelatingsproef zich niet in een objectief gelijke situatie bevinden. Derhalve dient de mogelijkheid geopend te worden om het programma van de toelatingsproef te moduleren in functie van de beroepservaring en de leeftijd van de kandidaten. Ter zake kan trouwens verwezen worden naar de toegang tot het ambt van magistraat : daar wordt een onderscheid gemaakt tussen het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage (bedoeld voor de jongere kandidaten) en het examen inzake beroepsbekwaamheid (bedoeld voor de oudere kandidaten).
Uiteraard zal het zo zijn dat een zekere basiskennis voor eenieder is vereist. Vandaar dat gesteld wordt dat slechts een gedeelte van het programma zou kunnen worden gemoduleerd in functie van de beroepservaring en de leeftijd van de betrokkenen.
Het feit dat het programma zal moeten worden goedgekeurd bij ministerieel besluit door de minister van Justitie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad , vormt een waarborg opdat bij het uitwerken van deze modulering de verenigde benoemingscommissie met de nodige omzichtigheid en objectiviteit zal te werk gaan.
Art. 21
Het derde lid van § 5 van het voorgestelde artikel 38 schrappen.
Verantwoording
Deze bepaling regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet en dient derhalve te worden opgenomen in het bicamerale ontwerp.
Art. 21
Aan het voorgestelde artikel 38bis de volgende wijzigingen aanbrengen :
a) de laatste zin van het zesde lid vervangen als volgt :
« Over de representativiteit van deze vereniging wordt door de Koning beslist onder meer op basis van het aantal leden ervan. »
b) na het zesde lid het volgende lid invoegen :
« Het lid kandidaat-notaris van het adviescomité voor Brussel-Hoofdstad behoort afwisselend tot de Nederlandse en tot de Franse taalrol. »
Verantwoording
a) Zie advies Raad van State : « De vraag rijst onder welke voorwaarden die verenigingen als representatieve verenigingen zullen worden beschouwd en wie over die representativiteit zal beslissen. De ontworpen bepaling behoort te worden aangevuld om die onzekere situatie te verhelpen. » (Stuk Kamer, nr. 1433-21, 98/99, blz. 8).
b) De voorwaarde dat de leden kandidaat-notarissen van het adviescomité afwisselend dienen te behoren tot de Nederlandse en tot de Franse taalrol kan uiteraard enkel maar gelden voor het adviescomité voor Brussel-Hoofdstad.
Art. 51
Dit artikel vervangen als volgt :
« In afwijking van artikel 35, § 2, eerste lid van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt, mag het totale aantal voor de eerste drie vergelijkende toelatingsproeven telkens maximaal 115 bedragen ».
Verantwoording
Na de inwerkingtreding van de nieuwe wet zullen er naar schatting 200 tot 300 associaties worden opgericht. Om er voor te zorgen dat er daartoe kandidaten beschikbaar zullen zijn, dienen de cijfers die worden voorzien in de overgangsbepaling te worden opgetrokken. Men moet er immers rekening mee houden dat er reeds jaarlijks naar schatting 40 kandidaat-notarissen nodig zullen zijn voor de vervanging van ontslagnemende notarissen.
Art. 53
Het tweede lid schrappen.
Verantwoording
Deze bepaling regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet en dient derhalve te worden opgenomen in het bicamerale ontwerp.
Hugo VANDENBERGHE. André BOURGEOIS. |
Art. 49
Dit artikel aanvullen als volgt :
« Bovendien kunnen de notarissen die benoemd zijn vóór de inwerkingtreding van deze wet en die op de leeftijd van 67 jaar het ambt nog niet gedurende 30 jaar vervullen, hun activiteit blijven uitoefenen totdat ze het ambt 30 jaar bekleden. Zij zijn in elk geval gehouden hun activiteit stop te zetten zodra ze de volle leeftijd van 75 jaar bereiken ».
Roger LALLEMAND. Robert HOTYAT. Claude DESMEDT. Stephan GORIS. André BOURGEOIS. Magdeleine WILLAME-BOONEN. |
(Subsidiair amendement bij amendement nr. 25)
Art. 5
In § 1, tweede lid, van het voorgestelde artikel 9, de woorden « Wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van manifest onevenwichtige bedingen vaststelt » vervangen door de woorden « Wanneer een notaris manifest tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van duidelijk onevenwichtige bedingen vaststelt ».
Verantwoording
De formulering « tegenstrijdige belangen » is te ruim. Bij de meeste akten zijn er steeds partijen met tegenstrijdige belangen betrokken (koop-verkoop, schenker-begiftigde, echtscheiding met onderlinge toestemming, ...).
Hugo VANDENBERGHE. André BOURGEOIS. |