1-245 | 1-245 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 11 FÉVRIER 1999 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 11 FEBRUARI 1999 |
De voorzitter . Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs.
Het woord is aan mevrouw Thijs.
Mevrouw Thijs (CVP). Mijnheer de voorzitter, in april 1999 zal de dienstencheque voor schilderwerken worden ingevoerd. Dankzij deze cheque kunnen personen die deze werken in hun hoofdverblijfplaats laten uitvoeren door een geregistreerde aannemer, tot 40 000 frank recupereren indien het gaat om een factuur van minstens 30 000 frank.
Op het ogenblik wordt er slechts in één geval op zeven een beroep gedaan op het reguliere, officiële circuit. Door de invoering van de dienstencheque zouden er 3 360 jobs kunnen worden gecreëerd, wat neerkomt op een verdubbeling van de tewerkstelling in de sector. Dit nieuwe systeem is een middel in de strijd tegen het zwartwerk in de sector. Hoewel de aannemers dit initiatief ongetwijfeld zullen toejuichen, zitten ze op het ogenblik toch nog met heel wat vragen.
In de huidige terugbetalingsregeling betaalt de klant de helft van de arbeidsuren. De andere helft wordt betaald met een dienstencheque die de bevoegde overheid aan de schilder uitbetaalt.
Van de minister had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen. Daar de invoering van de dienstencheque enkele weken geleden reeds werd bekendgemaakt, dringen veel klanten aan op het uitstellen van de geplande werken tot na 1 april. Sommige klanten vragen ook om de factuur van de schilderwerken, uit te voeren in maart, te postdateren naar april, zodat ze toch van het systeem kunnen genieten. Hoe moeten de schilders deze periode van twee maanden overbruggen ?
De klant betaalt slechts de helft van de arbeidsuren, de andere helft wordt betaald met een dienstencheque. Hoe en wanneer zal de dienstencheque aan de betrokken aannemer worden uitbetaald ? Indien de cheque later wordt uitbetaald, moet de aannemer de onkosten voor materiaal en personeel voorschieten en nogmaals een periode overbruggen.
De voorzitter . Het woord is aan minister Smet.
Mevrouw Smet , minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Mijnheer de voorzitter, of de dienstencheque zal zorgen voor bijkomende werkgelegenheid, weet niemand. Veel van het werk dat vroeger door behangers en schilders officieel werd verricht, zal immers op dezelfde wijze verlopen, maar met een dienstencheque worden betaald. De toekomst zal moeten uitwijzen of de toevloed nu zo groot zal zijn dat er bijkomende arbeidskrachten zullen worden aangeworven. De regering beschouwt dit dus als een experiment en trekt hiervoor in 1999 een bedrag uit van 200 miljoen en in 2000 400 miljoen. Het wordt dus afwachten of hierdoor bijkomende werkgelegenheid wordt gecreëerd. Alleszins vormt het een pluspunt voor de bevolking en voor de schilders en behangers die hun cliënteel ongetwijfeld zullen zien stijgen.
Bij de bespreking van de wet op het Belgisch plan voor de tewerkstelling, die in de plenaire vergadering van de Kamer nog moet worden goedgekeurd, maar in de commissie langdurig werd besproken en werd aangenomen, heb ik uiteraard geantwoord op de vragen van de parlementsleden.
Er werd onder meer gevraagd wanneer het systeem zou worden ingevoerd. De vroegst mogelijke datum van invoering is 1 april, omdat de wet nog door Kamer en Senaat moet worden goedgekeurd en ik daarna nog de uitvoeringsbesluiten moet nemen. De uitvoeringsbesluiten worden nu reeds voorbereid op basis van de tekst die in de commissie van de Kamer werd goedgekeurd. Het uitvoerend orgaan is de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening, die samenwerkt met een uitgifteagentschap. Voorlopig gebruik ik het uitgifteagentschap dat de PWA-cheque uitgeeft. We zorgen ervoor dat op 1 april alles startklaar is, ook als de wet slechts midden of eind maart definitief wordt goedgekeurd. Het lijkt mij niet mogelijk om vóór 1 april te starten omdat ik nog geen wettelijke basis heb.
De tweede vraag betreft de betalingstermijn die schilders en behangers in acht zullen moeten nemen. De bedoeling is dat de normale termijn van 30 dagen die voor elke factuur geldt, wordt gerespecteerd. Het betalingssysteem wordt besproken met de organisaties die hun belangen verdedigen. Ze zullen zorgen voor de nodige garanties en voor de eenvoud van het systeem. Tegelijkertijd zal er in een overheidscontrole worden voorzien ten einde eventuele fraude tegen te gaan. Dat is de huidige stand van zaken.
De voorzitter . Het incident is gesloten.
L'incident est clos.