1-239 | 1-239 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU JEUDI 21 JANVIER 1999 |
VERGADERING VAN DONDERDAG 21 JANUARI 1999 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Devolder.
Het woord is aan de heer Devolder.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, bij het dramatisch overlijden van twee baby's in het Gasthuisbergziekenhuis is gebleken dat de alarmscenario's, waarvoor afspraken bestaan tussen het ministerie van Volksgezondheid, de dienst Geneesmiddelenonderzoek, de Farmaceutische Inspectie en de Algemene Farmaceutische Bond, perfect functioneren. Er is dan toch nog een positief aspect in dit jammerlijk gebeuren. Vermits de controle door de dienst Geneesmiddelenonderzoek gebeurt met staalnames, is het onmogelijk om vergissingen ook in de toekomst volledig uit te sluiten, bijvoorbeeld wanneer maar een paar ampullen in een groot lot verkeerd zijn geëtiketteerd.
Het valt echter te betreuren dat door de wetswijziging van 29 december 1990 de bijdragen die worden gestort om de kosten van de controle op de geneesmiddelen te financieren, niet langer uitsluitend ik benadruk het woord « uitsluitend » bestemd zijn voor de financiering van de opdrachten waarmee de betrokken administratieve diensten door de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen worden belast.
Collega Olivier vroeg de minister daarnet of de dwangsom in de zaak-Olympo-Pharma zal worden betaald met geld van het Fonds voor de geneesmiddelen. Vroeger zou dit alleszins onmogelijk zijn geweest. Doordat geld van dit fonds wordt aangewend voor zaken die niets met controle te maken hebben, bijvoorbeeld voor de uitgave door de socialistische mutualiteiten van het blad Het Goedkoopste Geneesmiddel een uitstekende publicatie overigens of voor het maken van TV-spots, is er heel wat minder geld beschikbaar voor de hercontrole van geneesmiddelen buiten plan.
Is de minister bereid om in de toekomst het geld van dit fonds, dat afkomstig is van bijdragen, uitsluitend te gebruiken voor de controle of de hercontrole van geneesmiddelen, zodat de opsporingskansen van eventuele fouten verhogen ?
De voorzitter. Het woord is aan minister Colla.
De heer Colla, minister van Volksgezondheid en Pensioenen. Mijnheer de voorzitter, vooraf wil ik doen opmerken dat de bewering van de heer Devolder over de financiering van Het Goedkoopste Geneesmiddel of van de productie van TV-spots van elke grond is ontbloot. Ik heb mijn diensten gelast om dit gerucht na te trekken en van een dergelijke praktijk werd geen enkel spoor teruggevonden. Ik wil die insinuaties dan ook ten krachtigste tegenspreken.
Wat de grond van de zaak betreft, moeten twee zaken van elkaar worden onderscheiden.
Er worden twee soorten bijdragen betaald. Ik heb de indruk dat de vraagsteller ze verwisselt. Er is de bijdrage van vijftig centiemen die door de apothekers per verkochte verpakking wordt betaald. Deze bijdrage gaat uitsluitend naar de dienst waarover de laatste dagen veel werd gesproken, namelijk de dienst voor Geneesmiddelenonderzoek van de apothekersbond. Deze dienst doet controles op geneesmiddelen. Er is één uitzondering. In akkoord met de apothekersverenigingen wordt een klein bedrag daarvan gebruikt voor het betalen van een apotheker die op mijn departement werkt en die, samen met het begeleidingscomité, ervoor moet zorgen dat de band met de administratie wordt onderhouden en dat alles goed wordt georganiseerd.
Vervolgens is er een bijdrage van twintig centiemen die per verpakking wordt betaald door de registratiehouder, hetzij de producent, hetzij de invoerder. Deze twintig centiemen worden gestort in het Fonds voor de geneesmiddelen. Dit fonds beschikt nog over andere bronnen van inkomsten, waaronder de Staat. Het geld van het fonds dient voor de financiering van de werking van de Farmaceutische Inspectie. Zowel de personeelskost als de controles van de inspectie vallen daaronder. Zeggen dat dit fonds enkel de controles mag financieren kan dus niet.
Wel is het zo dat doorheen de jaren het aantal controles is verminderd en sinds vorig jaar is gestabiliseerd. Ik ben het ermee eens dat ze opnieuw moeten worden opgevoerd. Ik zal de suggestie om de bijdragen van twintig of vijftig centiemen te verhogen en in het Fonds voor de geneesmiddelen te storten, graag onderzoeken.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Devolder voor een repliek.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, de bedrijven die generieke geneesmiddelen produceren, moeten meer worden gecontroleerd. Door een grotere bijdrage te vragen, zouden we het fonds beter kunnen stijven.
Wat de grond van de zaak betreft, wil ik toch nog iets opmerken. De bijdragen worden nog steeds op een afzonderlijke rekening van de afdeling Begroting van het ministerie van Volksgezondheid gestort. Tot 1988 waren er miljoenen in reserve. In 1990 is de wetgeving aangepast, waardoor inderdaad grote financiële tekorten ontstonden. Intussen is de toestand wel aangezuiverd. De verandering van de regelgeving in 1990 maakte een ruimer gebruik van het geld mogelijk. Volgens mij moet dit geld evenwel uitsluitend worden gebruikt voor hercontroles buiten plan.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.