Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-90

ZITTING 1998-1999

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie, belast met Buitenlandse Handel (Economie)

Vraag nr. 790 van mevrouw Thijs d.d. 23 januari 1998 (N.) :
Ondernemers. ­ Procedure bij aanbestedingen.

Thans heerst er een grote misnoegdheid en ontmoediging bij de ondernemers-plaatsers van nutsleidingen, omwille van de strakke en onredelijke procedure bij de aanbestedingen en de werkgelegenheidsproblematiek die hieruit voortvloeit.

De aanbestedingsbundels, die de ondernemers toegestuurd krijgen, zijn reeds voorzien van richt- of eenheidsprijzen en het is aan hen het totale bedrag te verlagen of omgekeerd.

Daaruit volgt een totale concurrentieslag met neerwaartse aanbiedingen van 20 tot 30 %. De opmaak en de behandeling van deze aanbestedingen gebeurt zonder enig overleg of coördinatie met de aannemers. De vrees en de druk onder hen is dan ook zeer groot. Velen onder hen zullen zonder werk vallen en vooral de ernstige bedrijven zijn bedreigd. Deze ondernemers stellen echter veel laaggeschoolde arbeidskrachten te werk, precies die groep waarvoor het werkgelegenheidsprobleem zeer groot is.

Bij de aanbestedingen van Belgacom stelt het probleem zich nog scherper. Men vraagt aan de beide laagste onderschrijvers om nog een nieuw bod te doen met als gevolg nog lagere biedingen. De noodzakelijke vernieuwing en het onderhoud van de infrastructuur brengen mee dat er voor deze ondernemingen en hun arbeiders werk genoeg is, maar dit moet dan toegewezen worden op een redelijke en eerlijke basis. De huidige werkwijze is onaanvaardbaar.

Daarom wil ik de geachte minister de volgende vragen stellen :

1. Is hij op de hoogte van de methode die Belgacom hanteert bij het toekennen van werken ?

2. Waar blijft de verantwoordelijkheidszin van de maatschappijen die de aannemers vragen om met hun aanbestedingen aan afbiedingen te doen met als resultaat : geen afbiedingen, geen werk ?

3. Hoe kan deze methode in overeenstemming gebracht worden met het werkgelegenheidsbeleid met bijzondere aandacht voor laaggeschoolden ? Het zijn net de laaggeschoolden die het eerst uit de boot vallen als er ontslagen vallen omwille van een gebrek aan werk.

Antwoord : De naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom deelt mij, in antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen, het volgende mee.

1. De liberalisering van de Europese telecommunicatiemarkt ging van start op 1 januari 1998. Inderdaad, artikel 33 van de wet van 19 december 1997 tot wijziging van de wet van de 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire kader aan te passen aan de verplichtingen die, inzake vrije mededinging en harmonisatie op de markt van telecommunicatie, voorvloeien uit de van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie, bepaalt dat enkel Belgacom gemachtigd is om de spraaktelefoondienst te leveren tot 31 december 1997.

Het spreekt vanzelf dat deze liberalisering niet alleen gevolgen heeft voor haar eigen personeel, doch tevens voor de toeleveringsmarkt.

2. In dit voor Belgacom totaal nieuw juridisch en economisch kader, worden nu de vrije onderhandelingsprocedures toegepast, ten koste van de voorheen aangewende openbare aanbestedingsprocedures. De vrijheid van keuze inzake procedures is gegrond op de artikelen 39 en 59 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten.

Het is Belgacom een zorg om zich als professioneel aankoper op voet van gelijkheid met zijn concurrenten te kunnen plaatsen.

3. Wat de impact van deze nieuwe werkwijze op de werkgelegenheid betreft, is Belgacom van oordeel dat zij geen éénzijdige maatregelen kan nemen die haar concurrentiële positie zouden bemoeilijken, terwijl haar concurrenten niet zouden worden onderworpen aan een gelijkaardig regime.