1-1205/4

1-1205/4

Belgische Senaat

ZITTING 1998-1999

19 JANUARI 1999


Wetsontwerp betreffende de mogelijke overdracht door de Federale Participatiemaatschappij van haar aandelen van het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet


Evocatieprocedure


TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMISSIE VOOR DE FINANCIËN EN DE ECONOMISCHE AANGELEGENHEDEN


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de Federale Participatiemaatschappij gelasten om alle of een deel van de aandelen over te dragen die zij bezit in het maatschappelijk kapitaal van de naamloze vennootschap Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet, hierna genoemd « CBHK ».

De voorwaarden van de overdrachten bedoeld in het voorgaande lid dienen vooraf te worden goedgekeurd door de minister van Financiën, de minister van Economische Zaken en de minister van Begroting.

Art. 3

In artikel 61 van de gecoördineerde wet tot organisatie van de openbare kredietsector en van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen wordt het derde lid opgeheven.

Art. 4

Met het oog op de in artikel 2 bedoelde overdrachten, en onverminderd artikel 89 van dezelfde gecoördineerde wet, kan de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, alle nuttige maatregelen treffen om op het CBHK toepasselijke wettelijke bepalingen te wijzigen of op te heffen teneinde deze instelling geheel of gedeeltelijk te onttrekken aan bijzondere regelingen die verschillen van de bepalingen van gemeen recht die gelden voor naamloze vennootschappen van privaat recht.

Art. 5

§ 1. De besluiten die krachtens artikel 4 worden vastgesteld, kunnen de van kracht zijnde wettelijke bepalingen wijzigen, aanvullen, vervangen of opheffen.

§ 2. De bevoegdheden die door artikel 4 aan de Koning worden opgedragen, vervallen op 31 december 1999.

Na deze datum kunnen de besluiten die krachtens artikel 4 zijn vastgesteld, alleen bij een wet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven.

Art. 6

De minister van Financiën brengt bij de Kamer van volksvertegenwoordigers verslag uit over de in artikel 2 bedoelde overdrachten en de krachtens artikel 4 getroffen maatregelen.