Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-88

ZITTING 1998-1999

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Vervoer

Vraag nr. 1429 van de heer Caluwé d.d. 4 november 1998 (N.) :
NMBS. ­ Kaart « kosteloze begeleider ».

Vanaf 1 februari 1998 werd bij de NMBS de gele kaart « bijzondere vergunning » (kaart voor gratis begeleider) vervangen door « kosteloze begeleider ».

Deze kaart geeft gehandicapten het recht te reizen in het gezelschap van een andere persoon met één enkel vervoerbewijs. De gehandicapte betaalt het normale tarief, de begeleider reist gratis. Het « normale tarief » is het tarief waarop de persoon in kwestie recht heeft, rekening houdend met eventuele reductiekaarten.

De kaart « kosteloze begeleider » wordt afgeleverd wanneer de persoon met een handicap :

­ een vermindering heeft van zelfredzaamheid met tenminste 12 punten;

­ een blijvende invaliditeit of een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80 %;

­ een blijvende invaliditeit aan de onderste ledematen van tenminste 50 % of een volledige verlamming of amputatie heeft van de bovenste ledematen.

De attesten hiervoor moeten worden afgeleverd door een erkende instantie. De kaart is 10 jaar geldig op al de Belgische treinen, op de lijnen van De Lijn, de TEC (Wallonië) en de speciale minibussen van de MIVB (Brussel).

Inmiddels heeft ook De Lijn zijn vroegere kaarten voor « gratis begeleider » vernieuwd. Ook deze kaart geeft gehandicapten het recht te reizen in het gezelschap van een andere persoon met één enkel vervoerbewijs. Deze kaart is enkel geldig voor de bussen van De Lijn.

De voorwaarden om deze te verkrijgen zijn soepeler dan die van de NMBS :

­ een visuele handicap van + 75 %;

­ een handicap van + 75 % aan de bovenste ledematen;

­ een handicap van + 50 % aan de onderste ledematen;

­ een mentale handicap van + 66 %.

Mentaal gehandicapten met een invaliditeit van slechts 66 % kunnen dus enkel deze kaart bekomen bij de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn. Hun begeleiders kunnen gratis reizen. Begeleiders die hen vergezellen bij het « treinreizen » dienen te betalen.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

­ Waarom hanteert de NMBS strengere criteria dan De Lijn ?

­ Acht hij het niet raadzaam dat de NMBS en De Lijn dezelfde criteria zouden hanteren zodat de betrokkenen niet twee maal een aanvraag zouden moeten doen ?