1-230

1-230

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU MERCREDI 9 DÉCEMBRE 1998

VERGADERINGEN VAN WOENSDAG 9 DECEMBER 1998

(Vervolg-Suite)

PROPOSITION DE LOI MODIFIANT L'ARTICLE 620

DU CODE JUDICIAIRE

Discussion générale

Discussion des articles

De voorzitter. ­ We vatten de bespreking aan van het wetsvoorstel.

Nous abordons l'examen de la proposition de loi.

Volgens het Reglement geldt de door de commissie aangenomen tekst als basis voor de bespreking. (Zie gedrukt stuk nr. 1-575/4 van de commissie voor de Justitie van de Senaat. Zitting 1998/1999.)

Conformément à notre Règlement, le texte adopté par la commission servira de base à notre discussion. (Voir document nº 1-575/4 de la commission de la Justice du Sénat. Session 1998/1999.)

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

Het woord is aan de rapporteur.

De heer Bourgeois (CVP), rapporteur. ­ Mijnheer de voorzitter, dit wetsvoorstel werd ingediend door collega Vandenberghe. Eens te meer bespreken we dus een parlementair initiatief. Het houdt een beperkte wijziging van artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek in, maar zal toch belangrijke gevolgen hebben.

Artikel 617 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat vonnissen in laatste aanleg worden gewezen door de rechtbank van eerste aanleg en door de rechtbank van koophandel wanneer het gaat om vorderingen van minder dan 75 000 frank, en door het vredegerecht en of de politierechtbank wanneer het gaat om vorderingen van maximum 50 000 frank.

Artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat voor het berekenen van deze bedragen, en dus voor het bepalen van de aanleg de bedragen van de hoofdvordering en van de tegenvorderingen moeten worden samengevoegd. Artikel 620 heeft het alleen over de hoofd- en tegenvorderingen, maar spreekt op geen enkele manier over de tussenvorderingen. Het bedrag van deze tussenvorderingen kan dus niet bij de bedragen van de andere vorderingen worden gevoegd. Dit volgt uit de interpretatie van artikel 621 van het Gerechtelijk Wetboek door het Hof van Cassatie, die op deze wijze de individualiteit van de tussenvordering beklemtoont en wil behouden.

Het Arbitragehof is het hiermee echter niet eens. In een vijftal arresten die het sedert 1997 velde, zegt dit hof dat de artikelen 620 en 621 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, omdat ze verbieden dat het bedrag van de hoofdvordering wordt samengevoegd met het bedrag van de vordering tot tussenkomst. Volgen het Arbitragehof leidt deze toepassing, die door het Hof van Cassatie wordt verdedigd, tot discriminatie.

Het voorstel wil artikel 620 derhalve aanpassen aan de rechtspraak van het Arbitragehof. Het werd door de commissie voor de Justitie bij eenparigheid van stemmen aangenomen. Ik vraag de plenaire vergadering hetzelfde te doen.

De voorzitter. ­ Daar niemand meer het woord vraagt, is de algemene bespreking gesloten en vatten we de artikelsgewijze bespreking aan.

Plus personne ne demandant la parole, la discussion générale est close et nous passons à l'examen des articles.

L'article premier est ainsi libellé :

Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

­ Adopté.

Aangenomen.

Art. 2. L'article 620 du Code judiciaire est modifié comme suit :

« Art. 620. Lorsque la demande reconventionnelle et la demande en intervention, tendant à la prononciation d'une condamnation, dérivent soit du contrat ou du fait qui sert de fondement à l'action originaire, ou lorsque la demande reconventionnelle dérive soit du caractère vexatoire ou téméraire de cette demande, le ressort se détermine en cumulant le montant de la demande principale et le montant de la demande reconventionnelle et de la demande en intervention. »

Art. 2. Artikel 620 van het Gerechtelijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt :

« Art. 620. Wanneer de tegenvordering en de vordering tot tussenkomst, strekkende tot het uitspreken van een veroordeling, ontstaan uit het contract of het feit dat aan de oorspronkelijke rechtsvordering ten grondslag ligt, of wanneer de tegenvordering ontstaat uit de tergende of roekeloze aard van deze vordering, wordt de aanleg bepaald door samenvoeging van het bedrag van de hoofdvordering en het bedrag van de tegenvordering en de vordering tot tussenkomst. »

­ Adopté.

Aangenomen.

De voorzitter. ­ We stemmen later over het geheel van het wetsvoorstel.

Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble de la proposition de loi.