1-179

1-179

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 23 AVRIL 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 23 APRIL 1998

(Vervolg-Suite)

VRAAG OM UITLEG VAN MEVROUW THIJS AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN OVER « HET TRANSFERVERDRAG MET MAROKKO »

DEMANDE D'EXPLICATIONS DE MME THIJS AU MINISTRE DES AFFAIRES ÉTRANGÈRES SUR « LA CONVENTION DE TRANSFÈREMENT AVEC LE MAROC »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de vraag om uitleg van mevrouw Thijs aan de minister van Buitenlandse Zaken.

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, gelieve mij te verontschuldigen voor mijn laattijdige aankomst. De Belgische verkeersproblemen zullen ook de minister niet onbekend zijn.

Begin maart maakten kranten melding van een transferverdrag tussen België en Marokko waarvan de ratificatie door het Parlement zou zijn vergeten. Met dit bilateraal akkoord zouden veroordeelden van de andere nationaliteit een deel van hun gevangenisstraf in hun land van herkomst kunnen uitzitten. Beide verdragspartijen zouden dit akkoord reeds hebben ondertekend, maar de tekst werd nog niet ter ratificatie aan het Parlement overgezonden.

De 22 Belgen die in Marokko een gevangenisstraf uitzitten wegens drugssmokkel, hopen nochtans op een snelle ratificatie van dit verdrag. De toestand in de Marokkaanse gevangenissen werd in het verleden reeds verscheidene malen, niet alleen door België, maar ook door Nederland, aangeklaagd. In 1996 bezocht een Nederlandse parlementaire delegatie de Marokkaanse gevangenissen om er de toestand en de behandeling van de Nederlandse onderdanen te onderzoeken. Ook België heeft zijn inspanningen terzake sinds vorig jaar opgedreven. Onze diplomaten houden een oogje in het zeil; alle mogelijke humanitaire hulp wordt geboden en sinds kort stelt het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn eigen koerierdienst ter beschikking zodat de hulppakketten aan de dure dedouaneringsformaliteiten kunnen ontsnappen.

Dit alles neemt niet weg dat door het gebrek aan hygiëne, behoorlijke voeding en vooral ook geneesmiddelen de gezondheidstoestand van onze veroordeelde landgenoten wordt bedreigd.

Van de minister had ik graag vernomen of er inderdaad een transferverdrag tussen België en Marokko werd gesloten. Zo ja, wanneer ? Waarom heeft de regering in deze zaak, waarvoor dringende humanitaire redenen kunnen worden ingeroepen, zolang getalmd met het overzenden van de verdragsteksten aan het Parlement ? Wanneer zal de minister de teksten aan het Parlement voorleggen, zodat de ratificatie ervan, waarop onze gevangen landgenoten ongeduldig wachten, zo snel mogelijk kan plaatsvinden ? Heeft Marokko het verdrag inmiddels al geratificeerd ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Derycke.

De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, op 7 juli 1997 werd inderdaad de overeenkomst tussen België en Marokko inzake de bijstand aan gedetineerden en de overbrenging van gevonniste personen te Brussel ondertekend. De tekst werd ondertekend door minister De Clerck en de toenmalige Marokkaanse minister van Justitie, de heer Amalou. Dit is het eerste bilaterale verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen dat ons land met een derde land heeft gesloten. Dit verklaart waarom het enige tijd heeft gevergd om na te gaan of de verdragsbepalingen conform onze Belgische wetgeving zijn. Deze oefening werd sinds kort afgerond. Het dossier komt zeer binnenkort op de dagorde van de Ministerraad. Het advies van de Raad van State zal om dringende redenen binnen een termijn van één maand worden ingewonnen. Nadien wordt de verdragstekst ter ratificatie bij de Senaat ingediend. We hopen dat de procedure nog vóór het zomerreces door beide Kamers zal kunnen worden afgewerkt.

De tekst van de overeenkomst bepaalt dat het verdrag van kracht wordt nadat de overeenkomstsluitende partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de ratificatie door hun nationaal parlement. Dit is overigens de gebruikelijke internationale procedure.

De regering heeft het verdrag pas in maart van de minister van Justitie ontvangen. Onze werkzaamheden konden dan ook pas in maart van start gaan. Aangezien het om een eerste verdrag van dit type gaat, begrijp ik zeer goed dat collega De Clerck daaraan het nodige onderzoek wilde wijden.

Op het ogenblik zitten 23 Belgen in Marokkaanse gevangenissen. In 22 gevallen gaat het om drugdelicten. Mijn departement doet alles om deze mensen bij te staan en in bepaalde opzichten worden ze beter gevolgd dan Belgische gevangenen in België. Dat neemt niet weg dat het verdrag voor hen zeer belangrijk is.

De voorzitter. ­ Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, graag vernam ik van de minister of de Belgische regering bij de Marokkaanse regering aandringt op een snelle ratificatie.

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Derycke.

De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, we moeten er natuurlijk eerst zelf voor zorgen dat ons Parlement het verdrag ratificeert. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de Marokkaanse regering ervoor te zorgen dat dit ook in Marokko gebeurt. Wanneer we merken dat het verdrag in Marokko niet wordt geratificeerd, zullen we er wel op aandringen dit spoedig te doen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.