Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-38

18 FEBRUARI 1997

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 203 van de heer Anciaux d.d. 17 januari 1997 (N.) :
Optreden tegen neonazistische organisaties tijdens de IJzerbedevaart.

Op 28 februari 1996 stelde ik aan u een schriftelijke parlementaire vraag (vraag nr. 100) betreffende de « mogelijkheden tot optreden tegen nationaal-socialistische organisaties, bijeenkomsten en dergelijke ». In bijlage van deze vraag bezorgde ik u een bestelformulier van de verzenddienst Excalibur uit Brugge. Ik stipte toen aan dat deze bestelformulieren en allerlei verboden propagandamateriaal tijdens de IJzerbedevaart onder andere massaal te verkrijgen was in het café « Het Hof van Vlaanderen » te Diksmuide. Eveneens wees ik erop dat extreem-rechtse hordes, zoals de talrijke aanwezige skinheads, geen uitstaans hebben met het pacifistisch en democratisch streven van de Vlaamse Beweging. Ik vroeg dan ook aan u wat u zou ondernemen om dergelijke organisaties te verwijderen uit het straat- en « zaal »-beeld van Diksmuide.

Als antwoord op mijn vraag stipte u aan dat de verspreiding van nationaal-socialistische propaganda inderdaad ontoelaatbaar is. Ik deel uw mening dat dit een vertrekpunt dient te zijn. U antwoordde bovendien het volgende : « Daarenboven werd er door de lokale overheid tijdens de bedoelde dagen een verbod uitgevaardigd tot het dragen, uitdelen, verkopen, of in het bezit hebben van elke publicatie die de orde kan verstoren en of de openbare opinie kan kwetsen. » Niettegenstaande de inspanningen die u en de lokale overheid reeds hebben ondernomen merk ik dat de verkoop (ook buiten « Het Hof van Vlaanderen ») van nazistische en racistische literatuur, muziek, vlaggen, enz. ongestoord kon gebeuren in augustus 1996. Zelfs het in mijn parlementaire vraag van 28 februari 1996 aangekaarte Excalibur kon men aantreffen in een café vlak naast « Het Hof van Vlaanderen ».

Het hoeft geen betoog dat de aanwezigheid van dergelijke racistische en nazistische propaganda een zeer grote aantrekkingskracht uitoefent op neonazi's uit heel Europa. De gewelddadigheden die ook dit jaar door hun aanwezigheid zijn ontstaan, zijn mijns inziens dan ook vrij logisch te verklaren.

Van de geachte minister van Binnenlandse Zaken had ik graag op de volgende vragen een antwoord verkregen :

1. Welke stappen zal de geachte minister ondernemen opdat er dit jaar voor de eerste keer sinds lange tijd effectief geen nazistische en racistische literatuur, CD's, enz. meer te verkrijgen zou zijn in Diksmuide ?

2. Wat is de kostprijs van de ordehandhaving tijdens deze dagen ? Hoeveel rijkswachters, BOB'ers werden er ingezet ? Is de geachte minister er zich bewust van dat bij een adequaat optreden tegen de verspreiding van deze door de wet verboden propaganda de aantrekkingskracht van de IJzerbedevaart op gewelddadige skinheads, enz. definitief zou verminderen waardoor de kostprijs van de ordehandhaving tijdens deze dagen niet zo hoog zou zijn ?

3. Waarom werd er tijdens de laatste editie blijkbaar niet opgetreden tegen bepaalde extreem-rechtse stands (onder andere Excalibur) die de wet overtraden en dit alhoewel er, blijkens het antwoord van de geachte minister op mijn parlementaire vraag, een verbod was uitgevaardigd door de lokale overheid ? Is er verhinderd geworden dat bepaalde organisaties hun stand installeerden ? Om welke organisaties ging het hier en wat wensten zij te verkopen ? Heeft men echt niet gemerkt dat de personen van Excalibur hun stand in het bewuste café installeerden en dit ondanks het gegeven dat de politionele diensten zo massaal aanwezig waren en reeds verscheidene dagen vóór de IJzerbedevaart ter plaatse waren ?

4. Wat vindt de geachte minister belangrijker : de grondwettelijke gewaarborgde vrije meningsuiting om op te roepen tot het uitroeien van andere rassen en het liquideren van politieke tegenstanders of het politioneel optreden tegen organisaties die in overtreding zijn met de antiracismewet van 1981 en de antinegationismewet van 1995 ? Handelt de geachte minister hiernaar of is er sprake van een gebrek aan wil om daadwerkelijk « een grote kuis » te houden in de straten van Diksmuide ?