Vragen en Antwoorden


Bulletin 1-51

Belgische Senaat

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 324 van mevrouw de Bethune d.d. 20 juni 1997 (N.) :
Positieve acties in de federale diensten. ­ Tweede vraag.

Bij koninklijk besluit van 27 februari 1990 houdende maatregelen tot bevordering van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in overheidsdiensten (Belgisch Staatsblad van 8 maart 1990) werd aan alle overheidsdiensten een verplichting opgelegd om een beleid van positieve acties te voeren.

Overeenkomstig dit koninklijk besluit moeten deze acties gevoerd worden door middel van gelijke-kansenplannen die maatregelen bevatten tot verbetering van de nadelige gevolgen die voor de vrouwen voortvloeien uit traditionele maatschappelijke toestanden en gedragingen, en maatregelen tot bevordering van hun aanwezigheid in en hun deelneming aan het beroepsleven op alle hiërarchische niveaus.

Het koninklijk besluit bepaalt tevens volgens welke methodiek, tijdschema, fasering en door welke actoren dit gelijke-kansenplan uitgewerkt en geïmplementeerd moet worden.

Bij koninklijk besluit van 24 augustus 1994 werd in het voornoemde koninklijk besluit een artikel ingevoegd waarbij in de geviseerde besturen en andere diensten van de Staat een ambtenaar van niveau 1 (gedeeltelijk) van een voltijds ambt wordt vrijgesteld voor de uitvoering van het gelijke-kansenplan.

In december 1995 polste ik door middel van een schriftelijke vraag naar de mate waarin de verschillende regeringsleden reeds uitvoering hadden gegeven aan de twee vermelde koninklijke besluiten.

Aangezien het streven naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen een blijvende opdracht is, is thans de tijd rijp voor het opmaken van een nieuwe balans.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op volgende vragen :

1.

1.1. Wat is, op basis van de meest recente telling, de personeelstoestand naar verhouding tussen mannen en vrouwen, ingedeeld per niveau (niveau 1, 2, 3 en 4), in absolute getallen en in percentages, van het ministerie en van de diensten die ressorteren onder zijn bevoegdheden ?

1.2. Wanneer vond deze laatste telling plaats ?

1.3. Wat is de frequentie van deze tellingen ?

1.4. Welke dienst of persoon voert deze tellingen uit ?

2.

2.1. Wat zijn de doelstellingen van het thans lopende gelijke-kansenplan ?

2.2. Wat is de duur van het thans lopende gelijke-kansenplan en wat zijn de termijnen vastgesteld voor de verwezenlijking van de tussenstadia ?

2.3. Wat zijn de conclusies van de periodieke beoordeling voor de positieve acties voor het jaar 1996 (artikel 5, 7º, van het vermelde koninklijk besluit) ?

2.4. Wat zijn de concrete, meetbare resultaten voor het jaar 1996 ?

2.5. Kan de geachte minister voorbeelden geven van enkele concrete acties die in 1996 werden verwezenlijkt ?

2.6. Wat is de concrete planning voor het jaar 1997 ?

3.

3.1. Wat is thans de samenstelling van de interne begeleidingscommissie ?

3.2. Is deze in de loop van 1996 gewijzigd en zo ja, hoe ?

3.3. Hoe heeft deze commissie in 1996 haar taken vervuld ?

3.4. Wat was haar vergaderfrequentie, de agenda van de vergadering en de conclusies ervan ?

4. Wat is de naam en de functie van de ambtenaar (van niveau 1) die thans binnen zijn diensten is vrijgesteld voor de begeleiding van het gelijke-kansenplan.

4.1. Wordt deze ambtenaar voltijds of deeltijds vrijgesteld ?

4.2. Welk percentage van een voltijdse functie heeft betrokkene in de loop van het jaar 1996 gewijd aan deze functie ?

4.3. Wat is het activiteitenverslag van deze ambtenaar voor het jaar 1996 ?

4.4. Heeft betrokkene in deze periode opleiding of vorming gevolgd ?

4.5. Welke specifieke nieuwe initiatieven werden opgezet en met welk resultaat ?

4.6. Op welke andere ambtenaren of diensten kan betrokkene beroep doen ?

4.7. Wat is de voorziene planning voor het jaar 1997 ?


Antwoord : De personeelstoestand naar verhouding tussen mannen en vrouwen en per niveau in 1995 :

Hoofdbestuur :

niveau 1 : 37 %

niveau 2+ en 2 : 56 %

niveau 3 en 4 : 37 %

Strafinrichtingen :

niveau 1 : 15 %

niveau 2+ en 2 : 43 %

niveau 3 : 7 %

niveau 4 : 4 %

Griffies en parketten :

magistraten : 32 %

niveau 1 : 44 %

niveau 2+ en 2 : 68 %

niveau 3 : 44 %

Gerechtelijke politie :

niveau 1 : 3 %

niveau 2+ : 8 %

De frequentie van de tellingen is vijfjaarlijks en dit naar aanleiding van het opstellen van het analytisch rapport. Op vraag van de positieve actieambtenaar zijn het de desbetreffende personeelsdiensten die in samenwerking met het centrum voor informatieverwerking de tellingen uitvoeren.

Het lopende gelijke-kansenplan beoogt een mentaliteitswijziging, een betere instroom, doorstroom en herintreding van de loopbaan te bewerkstelligen en een verbetering van de arbeidsomstandigheden te bekomen.

Het gelijke-kansenplan wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd door de interne begeleidingscommissie.

Voor het jaar 1996 was er geen periodieke beoordeling bij gebrek aan gelijke-kansenplan en bijgevolg zijn er geen meetbare resultaten.

Voor het jaar 1997 echter zijn positieve acties gepland om de beoogde doelstellingen te realiseren. Zo werd in mei het gelijke-kansenplan integraal gepubliceerd in een intern infoblad en verspreid aan alle personeelsleden. Er is een wedstrijd uitgeschreven om een logo te bedenken dat het gelijke-kansenplan van het ministerie van Justitie symboliseert. Voor de maand september worden ideeënbussen geplaatst en zullen contacten gelegd worden met de buitendiensten om aldaar antennes te creëren. Vanaf 1 juli gaat voor het eerst de kinderopvang van start.

Vanaf september 1997 wordt er gesensibiliseerd met het oog op een mentaliteitsverandering via artikelen in de interne personeelskrant, via spreekbeurten, via films.

Op gebied van loopbaanplanning zal aandacht besteed worden aan het opmaken van een studieprogramma voor bevorderingsexamens en er zijn plannen voor individuele coaching.

De interne begeleidingscommissie bestaat enerzijds uit de verplichte opgelegde leden namelijk vertegenwoordigers uit het hoog overlegcomité van het departement, vakbondsafgevaardigden, één Franstalig en Nederlandstalig vormingsdirecteur en de positieve actieambtenaren en anderzijds uit even zoveel vrijwilige leden die zich verbonden voelen met het gedachtengoed van een gelijke-kansenbeleid.

De nieuw aangestelde interne begeleidingscommissie kwam voor het eerst bijeen op 28 maart 1997. Er wordt voorzien om minimum vier keer per jaar samen te komen.

De administratief coördinator van het departement en een adjunct-griffier gedetacheerd naar het hoofdbestuur werden bij ministerieel besluit van 20 januari 1997 aangesteld als positieve actie-ambtenaar. Deze ambtenaren kregen geen voltijdse noch deeltijdse vrijstelling. De betrokken ambtenaren hebben tot nu toe geen specifieke opleiding of vorming gevolgd.