Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-8

16 JANUARI 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 50 van de heer Anciaux d.d. 10 november 1995 (N.) :
Benoemen van de gouverneurs.

Tot voor kort werd de aanduiding van nieuwe gouverneurs met de nodige discretie behandeld. Weliswaar werd bij de aanduiding van de gouverneurs steeds rekening gehouden met een afgesproken verdeling tussen de drie traditionele politieke families. Zelfs binnen deze verdeling werd gezocht naar figuren die enigszins boven de partijpolitiek stonden.

Aan deze praktijk blijkt plots een einde gekomen te zijn. Voor de opvolging van de op rust gaande gouverneur van Limburg worden door een partijvoorzitter uitdrukkelijk partij-politieke spelletjes gevoerd.

Kan de geachte minister me meedelen of hij deze gewijzigde politieke praktijk kan goedkeuren ?

Kan de geachte minister dulden dat op deze wijze de grondwettelijke bevoegdheid van de Koning met de voeten wordt getreden ?

Kan de geachte minister aanvaarden dat de job van gouverneur als zoveelste partij-politieke betrekking kan aanzien worden ?

Welke stappen zal de geachte minister ondernemen om aan deze kwalijke evolutie een einde te stellen ?


Antwoord : Artikel 4, tweede lid, van de provinciewet stelt dat de provinciegouverneur wordt benoemd door de Koning.

De nieuwe gouverneur van de provincie Limburg werd overeenkomstig deze bepaling benoemd.

Het komt niet aan de minister van Binnenlandse Zaken toe om een oordeel te vellen over partijpolitieke spelletjes die volgens het geachte lid door een partijvoorzitter zouden gevoerd zijn.