Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997


Bulletin 1-30

22 OKTOBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 174 van de heer Urbain d.d. 9 september 1996 (Fr.) :
Gemeentecomptabiliteit. ­ Openbare kredietinstellingen. ­ Bankkeuze door de gemeenten.

Zoals u weet zijn er verschillende wettelijke bepalingen die ten aanzien van de gemeenten de vrije keuze van een bank beperken ten voordele van de openbare kredietinstellingen in het algemeen en van het Gemeentekrediet in het bijzonder.

Zo mogen krachtens artikel 36 van het algemeen reglement op de gemeentecomptabiliteit deposito's en beleggingen op korte termijn enkel gebeuren bij de openbare kredietinstellingen.

Lange-termijnbeleggingen mogen evenwel, krachtens artikel 33 van het algemeen reglement op de gemeentecomptabiliteit, alleen bij een kredietinstelling uit de particuliere sector gebeuren onder de voorwaarden die de Koning bepaalt.

Tot nu toe werd ter zake echter nog geen enkel uitvoeringsbesluit genomen. Bijgevolg zijn dergelijke beleggingen enkel mogelijk bij openbare kredietinstellingen, wat toch niet zo goed te rijmen valt met een context van vrije mededinging.

Kunt u mij zeggen waarom nog geen besluit tot uitvoering van artikel 33 werd genomen ?


Antwoord : Met de principes die hebben geleid tot de uitwerking van artikel 33 van het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit wilde men tegemoetkomen aan de zorg om de gemeenten de mogelijkheid te bieden de in een context van ruime concurrentie aangeboden voorwaarden te beoordelen voor hun beleggingen op lange termijn.

Het is waar dat de voorwaarden tot uitvoering van deze bepalingen moeten worden geconcretiseerd in de bewoordingen van een koninklijk besluit. Dit besluit is tot op vandaag niet genomen door het steeds zeer veranderende karakter van de ter zake toepasselijke wetgeving, in het bijzonder op het vlak van de Europese instanties. Zodra deze wetgeving beter zal zijn gepreciseerd zal het mogelijk zijn om maatregelen te overwegen tot uitvoering van artikel 33 van het voornoemde algemeen reglement.

Tot slot wil ik de aandacht van het geachte lid erop vestigen dat het tot de vaste rechtspraak behoort dat het bijeenbrengen van kapitalen en het beschikken over belangrijke portefeuilles niet de essentiële opdrachten zijn van de gemeenten. Het is trouwens zo dat de plaatselijke overheden enkel bij matige gemeentebelastingen gemachtigd zijn om beleggingen in kapitalen te verwezenlijken via een overdracht van hun reserves van de gewone naar de buitengewone dienst van de begroting.

Het komt de Gewesten toe om hun bevoegdheden ter zake te gebruiken om deze beleggingen toe te laten.