Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-27

3 SEPTEMBER 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Buitenlandse Zaken

Vraag nr. 69 van de heer Urbain d.d. 23 juli 1996 (Fr.) :
Intergouvernementele Conferentie. ­ Informatiecampagne. ­ Openbare debatten over de Europese waarden.

In maart jongstleden heeft uw departement de beslissing aangekondigd die de federale regering had genomen om een grootscheepse informatiecampagne te starten over de Intergouvernementele Conferentie.

Die campagne, die zowat dertig miljoen frank zou kosten, zou gecoördineerd worden door de Federale Informatiedienst. Kunt u mij precies zeggen welke initiatieven de federale informatiedienst in het raam van die campagne heeft genomen ?

Ook zou vanaf de maand september een openbaar debat worden ingezet over de Europese waarden. Kunt u mij zeggen of die bedoeling nog steeds aanwezig is en op welke wijze dat openbaar debat zal worden georganiseerd ?


Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat ten gevolge van de beslissingen van de Ministerraden d.d. 22 december 1995 en 1 februari 1996, mijn departement effectief ermee belast werd, in overleg en in samenwerking met de andere betrokken departementen alsmede met de Federale Voorlichtingsdienst, een campagne te organiseren over de Intergouvernementele Conferentie (IGC).

De belangrijkste initiatieven tot nu toe hadden hoofdzakelijk betrekking op algemene informatieacties, namelijk berichten in de media (de geschreven pers, radio, televisie), de verspreiding van ruim 630 000 foldertjes (naar de postkantoren, gemeentehuizen en openbare bibliotheken) of de verzending, op eenvoudige aanvraag, van een IGC-boekje met fiches waarin onze gefedereerde entiteiten de gelegenheid geboden werd hun bijdrage aan Europa uit de doeken te doen.

Over deze verschillende initiatieven werd overleg gepleegd binnen de IGC-Voorlichtingsraad, waar de diverse betrokken departementen vertegenwoordigd zijn van de federale overheid en de gefedereerde entiteiten alsook de Federale Voorlichtingsdienst, die in dit verband zijn activiteiten uitoefent onder toezicht van mijn departement.

Het publieke debat waarnaar wordt gerefereerd, zal officieel op 4 november aanstaande worden opgestart. In dit verband worden alvast, steeds binnen voornoemde raad, een aantal acties gepland. Zo is een honderdtal organisaties uit het maatschappelijk middenveld aangeschreven en werd hun voorgesteld, op basis van documentatie die hun werd toegezonden, te peilen naar de mening van hun leden. Daartoe kunnen ze uiteraard rekenen op de medewerking van mijn departement, zij het alleen al voor het ter beschikking stellen van sprekers. Na een dergelijk overleg zal ik de verzuchtingen van elkeen aangaande Europa beter kunnen inschatten en er verslag over uitbrengen aan het Parlement.