Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-20

18 JUNI 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 137 van de heer Anciaux d.d. 2 mei 1996 (N.) :
Beleid voor allochtonen in de verschillende politiediensten.

Uit een onderzoek opgesteld door enkele mensen uit de gemeentelijke en regionale politieschool in Brussel blijkt dat de weinige allochtone politieagenten die er zijn, enorm klagen over de vaak racistische en onverdraagzame houding van hun collega's en van het publiek.

Dit ontlokte de ernstige bedenking van het Centrum voor racismebestrijding en gelijkheid van kansen dat het « niet voldoende is alleen allochtonen binnen te halen bij de politiediensten, maar dat men ze ook moet binnenhouden ».

Niettegenstaande het feit dat recrutering van allochtonen bij politie en rijkswacht een punt is uit het regeerakkoord, blijken de resultaten tot op heden toch zeer pover te zijn.

Kan de geachte minister meedelen of hij de onderzoeken zelf heeft laten toetsen ? Hoeveel allochtonen zij er op heden opgenomen bij de politiediensten en de rijkswacht ? Over hoeveel allochtonen gaat het ? Van welke afkomst zijn deze allochtonen en sinds welke generatie leven ze in België ?

Welke stappen zal de minister ondernemen om de integratie en beroepskansen van deze allochtonen positief te versterken binnen de politiediensten ?

Hoe zal het aantal allochtonen kunnen opgetrokken worden binnen deze politiediensten ?

Hoe is de geografische verspreiding van deze allochtonen en dit per politie- en rijkswachtdienst ?