Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-15

16 APRIL 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Minister van Justitie

Vraag nr. 79 van mevrouw de Bethune d.d. 8 december 1995 (N.) :
Raad van gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

De Raad van gelijke kansen voor mannen en vrouwen werd bij koninklijk besluit van 15 februari 1993 opgericht op initiatief van de minister belast met het gelijke kansenbeleid.

De raad is een beleidsinstrument om de feitelijke gelijkheid van mannen en vrouwen te realiseren en de directe en indirecte discriminaties weg te werken. De adviserende bevoegdheid is hierbij van onmiskenbaar belang.

Sedert haar oprichting heeft de raad 6 adviezen uitgebracht en dit op een voortreffelijke manier. Deze adviezen zijn er allen gekomen op initiatief van de raad zelf of op verzoek van de minister bevoegd voor het gelijke kansenbeleid.

Nochtans voorziet artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit dat ook de andere leden van de regering de raad kunnen verzoeken een rapport op te stellen, een onderzoek uit te voeren, maatregelen voor te stellen en voorlichting en informatie te verschaffen inzake gelijke kansenbeleid.

Het gelijke kansenbeleid is immers een horizontale materie die betrekking heeft op de meeste bevoegdheidsterreinen. Het is bijgevolg bij uitstek een facetbeleid, waarbij een taak is weggelegd voor alle beleidsverantwoordelijken.

Dit is recent nog gebleken tijdens de vierde UNO-Wereldconferentie voor vrouwen in Peking.

Graag had ik dan ook van de geachte minister vernomen :

1. Of hij reeds een advies heeft gevraagd aan de Raad van gelijke kansen voor mannen en vrouwen;

2. Welke rol hij weggelegd ziet voor de Raad van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in het kader van zijn beleid.


Antwoord : 1. Op de eerste vraag van het geachte lid moet ik ontkennend antwoorden.

2. In verband met de tweede vraag deel ik het geachte lid mee dat mijn departement op dit ogenblik in een expertencomité mensenrechten van de Raad van Europa de haalbaarheid onderzoekt van een aanvullend protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) waarin de gelijkheid tussen man en vrouw als een fundamenteel recht wordt erkend.

Ik denk dat het aangewezen is dat de Raad van de gelijke kansen voor mannen en vrouwen ten gepaste tijde hierover om advies wordt gevraagd.

Meer in het algemeen ben ik van mening dat de raad een nuttig beleidsinstrument is op het vlak van de gelijkheid van kansen en dat hij zeker kan bijdragen tot het wegwerken van ongelijkheden tussen man en vrouw die zouden zijn overgebleven uit het verleden.

Indien zou blijken dat, wat mijn departement betreft, zulke ongelijkheden bestaan zal ik niet aarzelen een beroep te doen op de raad.