Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-15

16 APRIL 1996

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 116 van de heer Boutmans d.d. 6 maart 1996 (N.) :
Vluchtelingen.

Op de Europese Raad voor de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken werd blijkbaar beslist personen, die op de vlucht zijn voor niet-gouvernementeel geweld of vervolging, niet als vluchteling te erkennen in de zin van de Conventie van Genève.

1. Is dat juist ?

2. Wat is de houding van België in dit opzicht geweest ?

3. Hoe denkt u deze « regel » in het Belgisch recht in te voegen ?

4. Kan u de toepassing van die regel aangeven met betrekking tot een chaotisch land als Somalië, waar eigenlijk geen echte regering meer is ?

5. Kunnen Somaliërs nog in aanmerking komen voor toepassing van de conventie in ons land en in de EU ?

6. Hoe ziet u concreet, omdat België er wel degelijk mee geconfronteerd wordt, het lot van tal van Algerijnse journalisten, intellectuelen, feministen enz., die door het FIS bedreigd worden ?