Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat

ZITTING 1995-1996


Bulletin 1-10

13 FEBRUARI 1996

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands ­ (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-Eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 57 van de heer Anciaux d.d. 6 december 1995 (N.) :
Onregelmatigheden in de caritatieve sector.

Achter caritatieve instellingen, die huis-aan-huis-collecten organiseren met betrekking tot reeds gedragen kleding, gaan niet zelden grote firma's schuil. Deze caritatieve instellingen sluiten immers in vele gevallen een contract af met firma's voor bedragen die schommelen tussen enkele honderdduizenden franken en meer dan één miljoen frank. De betrokken firma's verdienen aan dergelijke praktijken in een aantal gevallen ettelijke miljoenen. Op die manier moet de belastingbetaler opdraaien voor alle door hen gemaakte onkosten (door de belastingaftrek die zij als firma genieten). Het zijn de ambtenaren van het ministerie van Binnenlandse Zaken die de controles uitvoeren op de opbrengsten en verrichtingen van deze collectes. Het is de minister van Binnenlandse Zaken die deze vergunningen aflevert.

Is de geachte minister op de hoogte van dergelijke praktijken ?

Meent de geachte minister niet dat dit een omzeiling is van de wet en de aan hen (= VZW) afgeleverde vergunningen, meer bepaald van artikel 2 van de koninklijke besluiten die de vergunningen toekennen ? Hierin staat immers duidelijk het volgende vermeld : « Deze vergunning mag niet aan derden worden overgedragen, noch het voorwerp uitmaken van enige andere overeenkomst. Zij mag evenmin aan derden ter hand worden gesteld om als aanbeveling te dienen voor andere collecten. »

Is er eveneens geen flagrante overtreding op de wet en de afgeleverde vergunningen, meer bepaald wat artikel 3 van die vergunningen betreft, wanneer meerdere chauffeurs voor zulke firma/VZW op zelfstandige basis kleding ophalen ? Dit artikel 3 van de afgeleverde vergunningen stelt immers : « Aan de inzamelaars mag geen commissieloon of percentage op de door hen ingezamelde bedragen en goederen worden toegekend. »

Is de geachte minister de mening toegedaan dat het nog langer opportuun is dat ook de provinciale overheid dergelijke vergunningen kan afleveren ? De praktijk leert immers dat meerdere VZW's/firma's met een provinciale vergunning collecten organiseren ver buiten de provincie-grenzen (tot in heel het land : cf. Kinderzorg).

Meent de geachte minister niet dat het hoog tijd is om een einde te stellen aan deze ongeoorloofde praktijken van heel wat VZW's/firma's, aangezien deze praktijken ontmoedigend zijn voor caritatieve instellingen, die wel conform de hun afgeleverde vergunningen werken ?


Antwoord : Volgens een vaststaande administratieve praktijk kunnen enkel de aanvragen van verenigingen zonder winstoogmerk of instellingen van openbaar nut waarvan de statuten ten minste vijf jaar voordien in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad werden gepubliceerd of sedert ten minste vijf jaar zijn goedgekeurd bij koninklijk besluit, in overweging worden genomen voor de toekenning van een vergunning voor een huis-aan-huis collecte in heel het land.

Deze vereiste minimum bestaansduur moet mijn departement in staat stellen de betrouwbaarheid te controleren van de verzoekende vereniging, die daartoe onder andere de volgende documenten en inlichtingen moet verstrekken :

­ De statuten van de vereniging;

­ De boekhoudkundige balansen;

­ De identiteit van de organisatoren;

­ Het doel van de collecte;

­ De aard van de collecte;

­ Een ondergetekende verklaring van een gemachtigde van de vereniging, dat de opbrengst van de collecte enkel voor het vooropgestelde doel zal worden gebruikt.

De bepalingen van artikel 2 van het vergunningsbesluit werden ingelast met een dubbel doel, enerzijds om te voorkomen dat de opbrengst van de collecte wordt besteed voor een ander doel dan dit waarvoor zij wordt georganiseerd en, anderzijds omdat het onaanvaardbaar is beroepsinzamelaars in te zetten en van de vergunning, die intuitu personae aan de vereniging wordt gegeven, gebruik te laten maken om zich te verrijken.

Wat artikel 3 van deze machtigingsbesluiten betreft kan ik het geachte lid melden dat indien de VZW over een recuperatiedienst beschikt, deze dienst volledig onder de controle van de VZW dient te staan.

Het personeel van deze dienst dat tegen vergoeding werkt zal onder arbeidscontract staan.

Wanneer de plaatselijke politie ter zake een inbreuk vaststelt, is zij gerechtigd om de lopende collecteverrichtingen te onderbreken zolang er niet voldaan is aan de bepalingen van het machtigingsbesluit.

Telkens ik kennis krijg van een overtreding van een vergunningsbesluit, dien ik klacht in bij de procureur des Konings.

Daarenboven kan eenieder die over gegevens of bewijzen beschikt omtrent een onwettelijke handeling, bijvoorbeeld een VZW met een provinciale vergunning die een collecte organiseert buiten de provinciegrenzen, klacht indienen bij de procureur des Konings.

De provinciale en gemeentelijke overheden moeten de nodige maatregelen treffen om de misbruiken ter zake op te sporen en te doen ophouden en om de strikte eenvormigheid met de bepaling van het koninklijk besluit van 22 september 1823 te waarborgen.