Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-72

ZITTING 1997-1998

Vragen waarop niet werd geantwoord binnen de tijd bepaald door het reglement
(Art. 66 van het reglement van de Senaat)

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 963 van de heer Boutmans d.d. 24 maart 1998 (N.) :
Buurtinformatienetwerken en samenwerking met de politiediensten.

De minister van Binnenlandse Zaken werkt richtlijnen uit over de organisatie van buurtinformatienetwerken en de samenwerking met de politiediensten. Begin maart 1998 werd u hierover ondervraagd in de VRT-uitzending « Terzake ». Hier werd een reportage uitgezonden over de concrete samenwerking van een buurtinformatienetwerk van Ekeren met de Antwerpse politie. De burgerlijke buurtwachter sprak hier zelf over patrouilleren en het discreet schaduwen van onbekenden. U werd zelf aan het woord gelaten en vond dit op het randje van het geoorloofde.

1. Mogen leden van de buurtinformatienetwerken in samenwerking met de politiediensten onbekende mensen discreet schaduwen ? Mogen zij op straat patrouilleren ?

2. Houdt de geachte minister er rekening mee dat dergelijke buurtinformatienetwerken die met politiediensten samenwerken, een aantrekkingspool kunnen zijn voor extremisten en overdreven nieuwsgierige personen ?

Wordt er een verantwoordelijke aangesteld voor zo'n buurtinformatienetwerk ? Wat is zijn profiel en wat houdt dit in en welke maatregelen kunnen er getroffen worden bij het vaststellen van misbruiken ?

3. Kunnen/mogen gegevens uitsluitend afkomstig van buurtinformatienetwerken verwerkt worden in politiële informatierapporten ?

4. In hoever kunnen/mogen deze buurtinformatienetwerken ingeschakeld worden in het bekijken van bepaalde door de politiediensten te volgen plaatsen zoals verdachte cafés of publieke plaatsen ?

5. Kan de sociale controle op een wijk niet beter uitgewerkt worden door een goede buurtwerking van de wijkagenten ?