Vragen en Antwoorden

Belgische Senaat


Bulletin 1-69

ZITTING 1997-1998

Vragen van de Senatoren en antwoorden van de Ministers

(N.): Vraag gesteld in 't Nederlands - (Fr.): Vraag gesteld in 't Frans


Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken

Vraag nr. 648/2 van de heer Boutmans d.d. 26 november 1997 (N.) :
Controleonderzoek van de Gemeenschappelijke Controle Autoriteit van Schengen ­ Vaststellingen. ­ Voorstellen tot maatregelen.

Het controleonderzoek van de Gemeenschappelijke Controle Autoriteit (GCA) van Schengen, dat op 10 oktober 1996 vroegtijdig moest afgebroken worden op dringend verzoek van de Franse autoriteiten, heeft aanleiding gegeven tot verschillende vaststellingen in haar rapport en het voorstellen tot maatregelen.

1. Gebeurt er een volledige analyse van de vastgestelde verschillen tussen de databestanden van de Schengenlanden onderling en de Schengenlanden met het centrale C.SIS-bestand ? Worden de bestaande procedures aangepast om dit euvel te verhelpen ? Op welke wijze ? Welke rol speelt België hierin ?

2. Welke maatregelen worden getroffen om een ITSEM/ITSEC-veiligheidscertificaat te verkrijgen zoals het GCA-rapport vraagt ?

3. Moet de geprivilegieerde toegang van supergebruiker tot het systeem niet tot het strikte minimum beperkt worden ?

4. Om welke reden en door welke personen en instanties worden de opsporingsfuncties waarmee achteraf kan worden nagegaan welke handelingen door welke gebruikers gepleegd werden, niet op een bevredigende wijze toegepast ?

5. Welke maatregelen worden getroffen om de ontoereikende veiligheid bij het beheer en het transport van de magneetbanden met SIS-bestanden te verbeteren ?

6. Waarom wordt aan het GCA op basis van artikel 118 van het Schengenverdrag ook geen controlebevoegdheid gegeven over de N.SIS-instanties van de aparte Schengenleden zelf ? Welk standpunt heeft België hieromtrent ingenomen ?

Antwoord : 1. Het C.SIS van Straatsburg gaat geregeld over tot een vergelijking van de gegevensbanken tussen het SIS en de N.SIS. Wanneer verschillen eventueel worden vastgesteld, maken de exploitatieploeg van het C.SIS evenals de Permanente Werkgroep een analyse over de eventuele oorzaken en remedies.

De updating van de gegevens gebeurt onmiddellijk.

Een dergelijke vergelijking brengt een enorme werklast mee; om die reden is het aantal vergelijkingen nog steeds klein.

Alle bestaande of toekomstige procedureregels kunnen niet 100 % garanderen dat er nooit enige discordantie zal zijn.

Deze ploegen hebben als belangrijkste opdracht ervoor te waken dat de risico's tot een minimum herleid worden en, zodra vastgesteld, ze te verhelpen.

België wordt vertegenwoordigd bij de Permanente Werkgroep (PWG) die belast is met het toezicht op het werk van de exploitatieploeg van het C.SIS.

Er worden te Straatburg geregeld werkvergaderingen gehouden in de lokalen van het C.SIS.

2. Op 17 oktober zijn verschillende delegaties, waaronder België, naar Duitsland gereisd om er informatie te bekomen over de te nemen maatregelen om het ITSEM/ITSEC-certificaat te bekomen.

Aan de hand van deze precieze informatie moeten de huidige tekortkomingen geëvalueerd worden en verholpen.

Aldus zal de conformiteit met de normen van het toekomstige SIS II gewaarborgd worden.

Met het huidige gebruikte materiaal kan dit certificaat niet bekomen worden.

3. Dit is inderdaad een reëel probleem maar het is uiterst moeilijk het aantal supergebruikers drastisch te verminderen.

De PWG neemt maatregelen om de toegangen te beperken.

4. Het gaat uitsluitend om opsporingsfuncties van de verschillende handelingen in verband met de inschrijving en de schrapping van signaleringen die bij de initialisatie van het systeem niet geïmplementeerd werden en dit, wegens een technisch probleem van performantie van het systeem.

5. Het algemeen antwoord is dat er een nationale verantwoordelijkheid bestaat van de verschillende N.SIS.