1-211 | 1-211 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 16 JUILLET 1998 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 16 JULI 1998 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Devolder.
Het woord is aan de heer Devolder.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, volgens het arrest-Decker en Kohll dat het Europees Hof van Justitie op 28 april 1998 velde, is een Europees onderdaan vrij om in een andere lidstaat medische zorgen te kopen. De buitenlandse patiënt wordt door zijn eigen ziekenfonds terugbetaald volgens de tarieven die in zijn eigen land gelden, voor zover hij zich met toestemming van zijn ziekenfonds laat verzorgen. Doet hij dit zonder toestemming dan gelden de tarieven van het land waar hij zich laat verzorgen en in sommige gevallen komt dit goedkoper uit. Naast het arrest van het Europees Hof zijn er echter ook wederzijdse overeenkomsten tussen verschillende landen. Zo maken tienduizenden Belgische overwinteraars aan de Spaanse costa's gretig gebruik van gratis geneesmiddelen met een minimum aan administratieve controle.
Er rijzen dan ook de volgende vragen.
Heeft de minister zicht op de budgettaire impact van het arrest van 29 april 1998 en de nu geldende internationale akkoorden ?
Hoe snel kan een beeld worden gevormd van de medische consumptie van bijvoorbeeld de Belgische overwinteraars aan de Spaanse costa's ?
In hoeverre zal men op termijn ook in het buitenland de SIS-kaart dienen te gebruiken ? Als deze kaart niet moet worden gebruikt, hoe nuttig is ze dan nog als meetinstrument van de medische consumptie ?
Zullen de Belgische ziekenhuizen de massa's Britten en Nederlanders die in eigen land op een wachtlijst voor medische behandeling staan, kunnen verwerken ?
De voorzitter. Het woord is aan minister De Galan.
Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. Mijnheer de voorzitter, de vraag over het arrest-Decker en Kohll werd reeds gesteld nog voor het arrest bestond. Toen nog, meer bepaald op 4 november van vorig jaar in de kamercommissie, moest worden verwezen naar de conclusies van de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justicie Giovanni Tesauro. Op 30 april jongstleden stelde mevrouw Willame een vraag over het onderwerp. Op 27 mei werden er in de kamercommissie drie interpellaties gehouden, namelijk van de heren Wouters en Van Deurzen en van mevrouw Vandecasteele. De kamercommissie heeft op 23 juni ook een studiedag aan de problematiek gewijd. Voor alle discussiepunten kan dus eventueel naar deze documenten worden teruggegrepen.
Voor de vragen van de heer Devolder moet ik eerst terugkomen op de modaliteiten van terugbetaling van de zorgen die in het buitenland worden verstrekt. Hoe worden de Belgische en Europese wettelijke regels toegepast ?
Allereerst is er de Europese reglementering waarbij verschillende situaties mogelijk zijn. Indien de persoon woont in het land waar hij verzekerd is, dan ligt het voor de hand dat hij recht heeft op alle verstrekkingen aangeboden in toepassing van de wetgeving van dat land. Deze verstrekkingen worden verleend door het orgaan van de ziekteverzekering van zijn woonplaats en dezelfde voorwaarden gelden als voor alle andere personen die in dat land zijn verzekerd. Indien de persoon woont buiten het land waar hij is verzekerd, dan heeft hij recht op alle verstrekkingen aangeboden in toepassing van de wetgeving van het land waar hij woont, ook als deze meer of minder gunstig zijn dan deze van het land waar hij is verzekerd. De verstrekkingen worden verleend door het orgaan van de ziekteverzekering van zijn woonplaats alsof hij daar was aangesloten.
Het orgaan van de ziekteverzekering van de woonplaats wordt normaal terugbetaald door het orgaan van de ziekteverzekering waarbij de persoon aangesloten is. Hij zal recht hebben op alle verstrekkingen van eerste urgentie, ongeacht of hij in het buitenland verblijft als toerist, als naar het buitenland gedetacheerde werknemer of als een rechthebbende op een pensioen, en of het een reis om beroeps- of privé-redenen betreft. De verstrekkingen worden verleend, ofwel door het orgaan van de ziekteverzekering van de verblijfplaats, alsof hij er aangesloten was, ofwel door het orgaan van de ziekteverzekering van het land dat volgens de bepalingen van de wetgeving van het land van verblijf, bevoegd is.
Wanneer een persoon zich naar het buitenland begeeft om er verzorging te ontvangen worden de kosten enkel door het orgaan van de ziekteverzekering ten laste genomen als het daartoe voorafgaande toestemming heeft gegeven.
De Belgische wetgeving is op dit gebied vrij restrictief. In artikel 294 van het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden beperkend de situaties opgesomd waarin de verstrekkingen toegestaan kunnen worden buiten het nationaal grondgebied.
Voor een Belg die in het buitenland verzorgd wordt zijn er dus, buiten urgentiegevallen, twee mogelijkheden. Ofwel met de toestemming van het ziekenfonds worden verzorgd en worden terugbetaald volgens de tarieven van het land van verzorging, ofwel zonder toestemming niet gevraagd of niet gekregen worden verzorgd en eventueel worden terugbetaald volgens Belgische tarieven als de handeling in de Belgische nomenclatuur is opgenomen.
Beide arresten dateren van eind april. De ziekenfondsen hebben reeds facturen gekregen van verzekerden die de terugbetaling vragen van zorgen, verzorgingsmateriaal of geneesmiddelen die in het buitenland werden betaald. Ik heb het RIZIV gevraagd met de ziekenfondsen te onderhandelen om de gevolgen van die arresten te evalueren en, zo nodig, richtlijnen voor te stellen om de arresten in onze reglementering te implementeren.
De evaluatie van de gevolgen van de arresten, inclusief de budgettaire, is dus pas begonnen. Intussen is er nog een ander arrest inzake kinderbijslag waarvan de gevolgen eveneens worden onderzocht. Wij moeten ons nu eenmaal aanpassen aan de evolutie van het Europees recht.
De arresten geven geen uitsluitsel onder meer in verband met de aankoop van geneesmiddelen en de verzorging in een ziekenhuis. Die complexe problematiek vraagt een voorzichtig onderzoek, dat nu aan de gang is met medewerking van het RIZIV en de ziekenfondsen.
Daarenboven werd contact opgenomen met de Europese Unie om deel te nemen aan discussies op Europees niveau.
Wat de SIS-kaart betreft, wil ik duidelijk onderstrepen dat het geen meetinstrument is van de medische consumptie, maar eerst en vooral een identificatiemiddel voor de burger in het algemeen stelsel van de sociale zekerheid. In de sector van de gezondheidszorg is het alleen een instrument om de sociale rechten van de betrokkenen te bevestigen. De SIS-kaart speelt ook een rol in het terugbetalingsproces van gezondheidszorgen.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Devolder voor een repliek.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor haar omstandig antwoord.
Ten eerste, wat betreft de SIS-kaart, heb ik de eerste minister heel wat andere zaken horen zeggen bij de opening van het bedrijf waar deze kaart wordt geproduceerd. Ook in het informatieblad van de regering zelf lees ik dat men met de SIS-kaart heel andere bedoelingen heeft dan de minister hier beweert.
Ten tweede heb ik een zekere schrik voor de budgettaire gevolgen van de toepassing van deze kaart. Ik vermoed dat de minister pas in 1998 een beeld krijgt van de uitgaven die het RIZIV in 1995 heeft gedaan voor de consumptie van gezondheidszorgen en geneesmiddelen in Spanje. Door het arrest van 28 april 1998 zal het wellicht budgettair nog veel moeilijker worden. Wij leven immers in een tijd van zeer snelle informatie-uitwisseling. De overwinteraars in Spanje, meestal gepensioneerden, informeren elkaar zeer snel en perfect waar zij het voordeligst aan een bril, een gebit of geneesmiddelen kunnen geraken. Op iets langere termijn zullen ze zelfs zeer goed weten welk nomenclatuurnummer door de Spaanse tandarts, opticien of geneesheer moet worden ingevuld om de terugbetaling administratief in orde te brengen. Ik ken op het ogenblik de toestand heel goed wat de geneesmiddelen betreft. Iedere gepensioneerde die voor drie maanden naar Spanje trekt, brengt geneesmiddelen voor een heel jaar mee naar huis. Hij moet immers niets betalen en de administratieve moeilijkheden zijn te verwaarlozen. Ik raad de minister aan daar zeer waakzaam voor te zijn en haar budget zeer goed in het oog te houden.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.